Credits

Credits

Tenzij

Wereldpremière

Choreografie
Milena Sidorova
Muziek
Caroline Shaw – Entr’acte (2019), uitgevoerd door Caroline Shaw en Attaca Quartet
Kostuumontwerp
François-Noël Cherpin
Lichtontwerp
Wijnand van der Horst
Muzikaal advies
Jan Pieter Koch
Balletmeesters
Michele Jimenez
Judy Maelor Thomas

Wereldpremière bij Het Nationale Ballet
30 maart 2024, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 11 minuten

Concertante

Choreografie
Hans van Manen
Muziek
Frank Martin – Petite symphonie concertante (1945)*
Piano
Ryoko Kondo
Harp
Jet Sprenkels
Klavecimbel
Goska Isphording
Decor- en kostuumontwerp en beschildering kostuums
Keso Dekker
Lichtontwerp
Joop Caboort
Balletmeesters
Rachel Beaujean
Larissa Lezhnina

Wereldpremière
13 januari 1994, Nederlands Dans Theater, Lucent Danstheater, Den Haag

Première bij Het Nationale Ballet
17 maart 2009, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 21 minuten

*Music Published / Licensed by: © Universal Edition, Wenen / Albersen Verhuur B.V., ’s-Gravenhage

Wings of Wax

Choreografie
Jiří Kylián
Muziek (op band)
Heinrich Ignaz Franz Biber – Mystery (Rosary) Sonata: Passacaglia voor soloviool (1676), uitgevoerd door Gabriela Demeterová*
John Cage – Prelude for Meditation, for prepared piano (1944)**
Philip Glass – Movement III uit Strijkkwartet nr. 5 (1991)***
Johann Sebastian Bach – Goldbergvariaties BWV 988: Variatio 25, Adagio, in g-mineur (1741)****, gearrangeerd voor strijktrio door Dmitry Sitkovetsky, uitgevoerd door Dmitry Sitkovetsky, Gérard Caussé en Mischa Maisky*****
Decor- en lichtontwerp
Michael Simon
Kostuumontwerp
Joke Visser
Technische supervisie (decor en licht)
Joost Biegelaar
Instudering
Elke Schepers
Stefan Żeromski
Balletmeesters
Guillaume Graffin
Judy Maelor Thomas

Wereldpremière
23 januari 1997, Nederlands Dans Theater, Lucent Danstheater, Den Haag

Première bij Het Nationale Ballet
30 maart 2024, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 20 minuten

* 1996 SUPRAPHON a.s.
** Published / Licensed by: © Editions Peter, Londen
*** © 1991 Dunvagen Music Publishers Inc. Used by Permission
**** Published / Licensed by: © G. Schirmer Inc., New York / Albersen Verhuur B.V., ‘s-Gravenhage
***** Courtesy of NAXOS Deutschland – www.naxos.de

ANIMA ANIMUS

Choreografie
David Dawson
Muziek
Ezio Bosso – Vioolconcert nr. 1 (2017)*
Vioolsolo
Hebe Mensinga
Decorontwerp
John Otto
Kostuumontwerp
Yumiko Takeshima
Lichtontwerp
James F. Ingalls
Instudering
Rebecca Gladstone
Christiane Marchant
Alessandra Pasquali
Balletmeester
Jozef Varga

Wereldpremière
21 april 2018, San Francisco Ballet, War Memorial Opera House, San Francisco

Première bij Het Nationale Ballet
30 maart 2024, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 27 minuten

* Music Published / Licensed by: ©Buxus Edizioni, Milan / Albersen Verhuur B.V., ‘s-Gravenhage


Muzikale begeleiding
Het Balletorkest o.l.v. Thomas Herzog
Decors, toneeltechniek, belichting en geluid
De Techniek Nationale Opera & Ballet
Productieleider
Joshua de Kuyper
Voorstellingsleiders
Kees Prince
Wolfgang Tietze
Productievoorbereider
Mark van Trigt
Eerste toneelmeesters
Edwin Rijs
Peter Brem
Eerste belichters
Angela Leuthold
Mark Berghoef
Licht-supervisor
Wijnand van der Horst
Geluidstechnicus
Ramón Schoones
Vervaardiging kostuums Tenzij
Kostuumatelier Het Nationale Ballet
Vervaardiging kostuums Concertante
Nelly van de Velden
Vervaardiging kostuums Wings of Wax
Hermien Hollander
Vervaardiging kostuums ANIMA ANIMUS
Atelier Martine Douma
Assistent kostuumproductie
Eddie Grundy
Eerste kleder
Andrei Brejs
Inleidingen
Lin van Ellinckhuijsen
Mirjam Midderham

Totale voorstellingsduur
circa 2 uur en 10 minuten, inclusief 2 pauzes

Milena Sidorova, Connie Vowles en Jessica Xuan – repetitie Tenzij (2024)

Milena Sidorova over Tenzij

Originaliteit, innovatie en risico’s kenmerken de stijl van de Oekraïens-Nederlandse choreograaf Milena Sidorova. Ook in haar meest recente werk Tenzij verwerkt ze elementen die nieuw zijn voor zowel haarzelf als de dansers van Het Nationale Ballet. Sidorova: “Ik gebruik de klassieke ballettaal waar Het Nationale Ballet in excelleert, maar voeg ook elementen toe waar de dansers nog niet bekend mee zijn. Ze moeten daarom, naast fysiek, ook mentaal flexibel zijn en vertrouwen hebben in het proces. Wanneer je iets nieuws uitprobeert in de studio, lukt dit niet altijd meteen. Maar juist die eerste worsteling leidt uiteindelijk vaak tot het mooiste resultaat.”

‘A dance of life’

Sidorova omschrijft Tenzij zelf als een ‘dance of life’. Het ballet schetst de levenspaden van twee vrouwen met een gedeeld verleden. Twee mannelijke partners symboliseren de keuzes die deze vrouwen tijdens hun leven hebben gemaakt en de consequenties daarvan – voor henzelf en voor de vriendschap die ze ooit hadden. Sidorova: “Wanneer je voor een nieuwe keuze staat, heb je altijd te maken met ‘wat als…’ en ‘tenzij…’. Daarbij was het vooral ‘tenzij’ dat me intrigeerde, omdat wat daarna volgt altijd iets anders in de weg staat.” Tenzij is Sidorova’s eerste werk met een Nederlandse titel. “Het Nederlandse woord ‘tenzij’ heeft voor mij een net iets andere en diepere betekenis, met een iets negatievere connotatie dan het Engelse ‘unless’. Daardoor past het beter bij het nostalgische gevoel dat ik met dit werk wil uitdragen.”

Onverwachte twists

Nadat ze eerder al een muziekstuk van Caroline Shaw gebruikte voor Bloom, een choreografie die ze in 2023 voor de Junior Company maakte, koos Sidorova voor Tenzij opnieuw een werk van de Amerikaanse componist. “De manier waarop Caroline Shaw componeert, is hoe ik wil choreograferen. Haar muziek zit vol onverwachte twists en laat je als luisteraar echt iets voelen. Met mijn choreografie hoop ik mensen op eenzelfde manier te verrassen en te raken.”

Tekst: Rosalie Overing

Leo Hepler, Jessica Xuan, Connie Vowles en Koyo Yamamoto - repetitie Tenzij (2024)
Leo Hepler, Jessica Xuan, Connie Vowles en Koyo Yamamoto - repetitie Tenzij (2024) | Foto: Altin Kaftira
Concertante

Concertante

Waar die éne uitdagende en inspirerende compositie bij sommige balletten onvindbaar is, liep Hans van Manen voor Concertante bijna als vanzelf tegen Frank Martins Petite symphonie concertante aan. Hij werd getroffen door de geweldige variëteit in de muziek, het dwingende karakter dat bepaalde keuzes onvermijdelijk maakt én het continu doorgevoerde ritme. “Zoals Balanchine al zei: ritme is de ‘vloer’ van de danskunst.”

Er broeit iets, er borrelt iets

Van Manen maakte Concertante voor acht junioren van Nederlands Dans Theater 2. Dat hij de dansers aan het begin van het ballet als het ware een voor een voorstelt, volgde, zegt Van Manen, logisch uit het langzame, prachtig gelijkmatige begindeel van de muziek. Aansluitend ontvouwt zich een choreografie van een tijdloze schoonheid waarin groepsdelen, trio’s en duetten op een steeds weer verrassende, maar tegelijkertijd toch volstrekt logische wijze in elkaar overgaan.

Menselijke relaties vormen het overkoepelende thema in alle Van Manen-balletten, en tussen die mensen is, aldus de meesterchoreograaf, áltijd wat aan de hand. In het geval van Concertante gaat het daarbij om wat bij thrillers als ‘suspense’ wordt aangeduid: er broeit iets, er borrelt iets, en je kunt er niet precies je vinger opleggen. Van Manen: “Hoeveel mensen ook van elkaar houden: je weet nooit wat die ander denkt. Je probeert rekening te houden met de ander, maar voor je het weet is het je wéér niet gelukt.”

Dat gegeven ligt ook aan de basis van de twee geladen duetten die Van Manen in Concertante verwerkte. Ingegeven door de muziek wist Van Manen meteen dat die twee totaal anders moesten worden. En toch: hoe verschillend ook – de eerste strak, afgemeten; de tweede behoorlijk agressief – “in beide zit iets wat verraadt dat de zekerheid er van beide kanten niet is”. Dat komt ook door de muziek, die weliswaar romantisch lijkt, maar dat volgens hem niet is. “Niet dat de melodie exprés de verkeerde kant opgaat, maar er zit iets in waardoor het niet mogelijk is om überhaupt aan een happy end te denken.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

Jakob Feyferlik, Joseph Massarelli, Daniel Robert Silva, Floor Eimers en Edo Wijnen – Concertante (2022)
Jakob Feyferlik, Joseph Massarelli, Daniel Robert Silva, Floor Eimers en Edo Wijnen – Concertante (2022) | Foto: Altin Kaftira
Riho Sakamoto en Victor Caixeta – repetitie Wings of Wax (2024)

Interview met choreograaf Jiří Kylián over Wings of Wax

In Dancing Dutch danst Het Nationale Ballet voor het eerst een ballet van Jiří Kylián, de van oorsprong Tsjechische meesterchoreograaf die met zijn werk ruim dertig jaar lang het gezicht van Nederlands Dans Theater bepaalde. Wings of Wax is een van de internationaal meest gevraagde werken uit Kyliáns oeuvre en wordt door critici geprezen om zijn complexiteit en inventiviteit: ‘It is captivating from start to finish’.

‘In donkerheid schuilt misschien wel de grootste schoonheid’

Dat het er ooit van zou komen, stond al in de sterren, zegt Jiří Kylián gekscherend. “Jaren geleden danste Nederlands Dans Theater Wings of Wax in Het Muziektheater (nu Nationale Opera & Ballet). Ik keek toe vanuit de coulissen, net als enkele dansers van Het Nationale Ballet, en toen hoorde ik een van hen zeggen: ‘Eigenlijk zouden wij dit werk moeten dansen’.”

Nu is het dan zover, tot grote blijdschap van Kylián: “In mijn tijd als artistiek directeur van Nederlands Dans Theater kon dit niet. Het was, vond ik, belangrijk dat de twee grootste gezelschappen van Nederland hun eigen identiteit hadden. Maar nu Nederlands Dans Theater onder Emily Molnar een nieuwe koers vaart, valt dat bezwaar weg. Wie weet is Wings of Wax wel een eerste stap naar een intensievere samenwerking tussen Het Nationale Ballet en mij.”

Ontstijgen aan de dagelijkse monotonie

Kylián creëerde Wings of Wax in 1997 voor acht dansers van NDT 1, op een verrassende muziekcollage, variërend van barok tot Philip Glass, met een van Bachs Goldberg Variaties als indrukwekkend slotdeel. Vertrekpunt voor het ballet was het besef dat klassiek getrainde dansers voortdurend de zwaartekracht trotseren. “Ze springen en draaien, de mannen liften danseressen boven hun hoofd, de vrouwen balanceren op spitzen. Voor een leek wellicht onzinnig en iets wat buiten alle realiteit staat, maar voor de dansers – en voor wie hen bewondert – een manier om aan de dagelijkse monotonie te ontstijgen.”

In spirituele zin kun je, zegt Kylián, zelfs zeggen dat we allemaal constant in gevecht met de zwaartekracht zijn. “We proberen weg te blijven van de zware gedachten die ons naar beneden trekken. Alles wat boven, in de hemel is, associëren we met licht en positiviteit, alles wat onderaards is lijkt gerelateerd aan hel en verdoemenis. In feite is dat natuurlijk onzin, maar die eeuwige zoektocht naar het hogere, naar het licht zit nu eenmaal in ons ingebakken. En, zoals de Tsjechische filosoof, theoloog en pedagoog – en goede vriend van Rembrandt – Jan Amos Comenius het zo prachtig verwoordde: ‘Het licht wijkt nooit voor het donker, maar het donker wijkt altijd voor het licht’.”

Betoverend spel van verschijnen en verdwijnen

Maar wat als je dat idee van hemel en hel, van licht en duisternis nu eens omkeert? Die vraag bracht Kylián op het idee voor het prachtige decorbeeld van een op zijn kop hangende boom (gerealiseerd in samenwerking met ontwerper Michael Simon), waaronder of waarboven – afhankelijk van hoe je het bekijkt – de dansers in een betoverend spel van verschijnen en verdwijnen als het ware rondvliegen. “Want wat is boven en wat is onder? Het zijn”, zegt Kylián, “de wortels van de boom die het werk doen. Zonder wortels groeien er geen takken, blaadjes en bloesem. Het binnenste, dat wat je níét ziet, is in feite dus belangrijker dan wat je wel ziet, ofwel: in donkerheid schuilt misschien wel de grootste schoonheid.”

Kira Hilli en Semyon Velichko – repetitie Wings of Wax (2024)
Kira Hilli en Semyon Velichko – repetitie Wings of Wax (2024) | Foto: Altin Kaftira
Kira Hilli en Semyon Velichko – repetitie Wings of Wax (2024)
Kira Hilli en Semyon Velichko – repetitie Wings of Wax (2024) | Foto: Altin Kaftira

Ook hierin ziet Kylián een relatie met het dansersvak: “Als danser moet je in staat zijn om je binnenste, met al zijn donkerte, op het toneel te tonen; anders heeft dat wat je doet geen zin. In die zin is een danser in feite een gevangene van zijn eigen lichaam, met een sterke wil om uit te breken en zichzelf als een ‘kunstwerk’ tentoon te stellen.”

Icarus’ wassen vleugels

Met de titel van zijn choreografie, Wings of Wax, verwijst Kylián naar de beroemde mythe van Icarus, die met zijn vader Daedalus gevangen zit in het beruchte ‘Laborintus’. Om te ontsnappen bouwt Daedalus op een houten raamwerk grote vleugels van vogelveren, die hij vastzet met bijenwas. Hij waarschuwt Icarus om niet te dicht bij de zon te komen, maar in zijn enthousiasme wordt Icarus roekeloos en vliegt te hoog, waardoor de was smelt en hij in zee stort. “Een metafoor”, volgens Kylián, “voor de grenzeloze ambitie van de mens, die steeds maar nóg hoger wil reiken, nóg meer wil bereiken.”

Ook Pieter Bruegel de Oude liet zich door deze Griekse mythe inspireren voor zijn schilderij Landschap met de val van Icarus, uit 1558. Kylián: “Wat ik zo prachtig en poëtisch aan dat werk vindt, is dat ook Bruegel alles omdraait. Vrijwel iedereen kent het onthutsende verhaal van Icarus, maar op Bruegels schilderij is het slechts een detail (je ziet nog net Icarus’ spartelende been uit het water steken – red.). Op de voorgrond zie je een boer die met zijn paard een stukje land aan het omploegen is. Alsof Bruegel zeggen wil: ‘Dat mijn gezin vandaag te eten heeft, is veel belangrijker dan die hele mythe’. Ofwel: ondanks al het lijden gaat het dagelijks leven gewoon door.”

Geen seconde te vroeg, maar ook geen tel te laat

In technisch opzicht zal Wings of Wax geen problemen opleveren voor de, aldus Kylián, ‘fantastische dansers’ van Het Nationale Ballet. “Wings of Wax is een van de choreografieën waarbij ik mij sterk op de klassieke ballettechniek heb gebaseerd, dus het is zeer toegankelijk voor hen. Maar let wel: uiteindelijk draait het natuurlijk niet om die gestrekte voet of om die hoge sprong. Het gaat erom dat de dansers bezitnemen van het stuk, dat ze er hun eigen persoonlijkheid in tot uitdrukking weten te brengen, waardoor je straks acht unieke individuen op het toneel ziet.” Tegelijkertijd vraagt het ballet om uiterste muzikaliteit. “Dat luistert heel nauw. Je mag geen seconde te vroeg zijn, maar ook geen tel te laat. Wel bíjna te laat, maar nét niet. Zoals bij jazzmuziek: exact in the groove.”

Een ander mens

Voor hemzelf is het opnieuw instuderen van Wings of Wax, zegt Kylián, net zo’n groot avontuur als voor de dansers. “Ook omdat Het Nationale Ballet een klassiek gezelschap is, met heel andere dansers dan Nederlands Dans Theater. Als choreograaf ontdek je je werk daardoor op een nieuwe manier. Je moet analyseren waarom je ooit bepaalde keuzes hebt gemaakt en dat is vaak ongelooflijk interessant. Daarbij: toen ik Wings of Wax creëerde was ik 50 jaar, nu ben ik 77. Ik was destijds een ander mens, en dus versta en zie ik mijn werk nu ook in een totaal ander licht.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

Wings of Wax tijdens Dancing Dutch

Michael Simon over het decor- en lichtontwerp voor Wings of Wax

Stuttgart, New York, Den Haag, Tokio. Geen willekeurige topografische opsomming, maar een opeenvolging van steden die onvermijdelijk leidde tot de omgekeerd hangende boom in Jiří Kyliáns Wings of Wax. Decor- en lichtontwerper Michael Simon: “Het is een symbool voor de natuur – bedacht in een stad waar die nauwelijks te vinden was. Maar dan ondersteboven. Gek hè?”

(On)natuurlijk ondersteboven

Te beginnen in Stuttgart. Hier volgde Simon zijn studie decorontwerp (bij Jürgen Rose, ontwerper voor choreograaf John Cranko), maar ook was dit de stad waar Jiří Kylián zijn carrière als choreograaf begon en waar William Forsythe op dat moment huischoreograaf was van Stuttgarter Ballett. Simon: “Ik ontmoette Forsythe echter in New York, toen ik daar – nog tijdens mijn studie – een half jaar aan diverse voorstellingen werkte. Hij zag een van die producties en vroeg me of ik wilde samenwerken voor een stuk van Nederlands Dans Theater. Dat werd een succes en daardoor kreeg ook Kylián mijn werk te zien. Mijn eerste samenwerking met hem was voor de productie waarmee NDT het Haagse Lucent Danstheater (waar nu Amare staat – red.) opende, in 1987. Wel grappig trouwens, ook het decor voor de openingsproductie van Pierre Audi als directeur bij De Nationale Opera heb ik ontworpen.”

Zonder meubels

Maar terug naar de dans. “Ja, want hoewel ik ook veel met opera heb gedaan, stonden juist dansproducties in mijn visuele ontwikkeling centraal. Zeker voor choreografen als Kylián en Forsythe geldt dat ze geen Giselle proberen te verbeelden of een ander gekaderd verhaal willen vertellen, waardoor er voor mij juist ruimte is om open vragen te stellen. Wat zou je mooi vinden? Wat zou je graag willen zien? Dat biedt mogelijkheden voor vrije ontwerpen, met een vrije creatieve interpretatie én inspiratie. Inspiratie vind ik sowieso vaak in de dansers, die altijd op zoek zijn naar de verhouding van hun lichaam tot de muziek, de ruimte en elkaar. Al vanaf het begin van mijn carrière vond ik het daarom belangrijk dat het decor en licht zich vredig mengen in die verhouding. In een traditioneel toneelontwerp definieer je gewoon een ruimte waarbinnen iets gebeurt; dit soort dans vraagt echter om iets anders. Ik wil geen kamer met meubels, maar een ruimte waarin een relatie bestaat tussen bewegingen, melodieën en mijn objecten.” 

Het Oude… Japan?

Ook voor Wings of Wax was dat het uitgangspunt – ervan uitgaand dat er in de gemiddelde woonkamer geen omgekeerde boom hangt. De eerste ingeving voor het ontwerp bij dit ballet, geïnspireerd door de mythe over Icarus, popte echter op in een heel andere omgeving dan in het Oude Griekenland: “In 1993 waren Kylián en ik met NDT op tournee in Japan, onder andere in Tokio. Tegenwoordig heb je wel meer steden die zo volgepropt zijn, maar toen was ik overdonderd door hóé weinig natuur er in die immense stad te vinden was. Geen groen, alleen grijs: het was een en al snelweg, gebouwen en stoplichten. Als reactie kwam direct een boom in mijn gedachten; als deze buiten niet te vinden was, dan moesten we 'm misschien maar het theater ín brengen. Deze gedachtespinsels hebben we eerst tot uiting gebracht in Perfect Conception voor The Tokyo Ballet, maar in 1997 hebben we een dergelijk boomontwerp laten terugkomen voor Wings of Wax.”

Fatale overmoed

Nu zijn er tegenwoordig al heel wat meer bomen te vinden in Tokio. Toch is het bijzonder dat het ontwerp uit 1997 vandaag de dag juist aan zeggingskracht heeft gewonnen.

Nina Tonoli en Jan Spunda – repetitie Wings of Wax (2024)
Nina Tonoli en Jan Spunda – repetitie Wings of Wax (2024) | Foto: Altin Kaftira

“Het onderwerp ‘natuur’ is in die meer dan twintig jaar eigenlijk nog veel meer gaan spelen. De boom stelde toen al de vraag hoe mens en natuur zich eigenlijk tot elkaar verhouden; net zoals in de mythe waar Wings of Wax zijn naam aan ontleent. Daedalus dacht tegen de natuur – de zwaartekracht – in te kunnen gaan door vleugels te maken, maar die poging wordt zijn zoon fataal. Het is een typisch menselijke eigenschap om te denken zoals Daedalus en Icarus, om te denken dat we alles kunnen manipuleren – net zoals ik, een westerse ontwerper die in een natuurloos Tokio zomaar dacht een boom in een theater te kunnen planten. Dat we in Wings of Wax uiteindelijk een (weliswaar neppe) boom naar binnen hebben gebracht en ook nog op zijn kop hebben gehangen, was en is dus nog steeds een perfect voorbeeld van hoe wij als mensen denken de natuur te beheersen, en stelt die mens-natuurverhouding nog maar eens op scherp.”

Time’s up

Ook cirkelt er tijdens Wings of Wax een witte spot om de boom, die echter niet dit object verlicht maar juist de vloer. “Als student ontdekte ik dat je decors niet alleen kunt maken met materialen – die duur zijn, en daar had ik helemaal geen geld voor – maar ook met simpele lampen. Die hoeven hun licht niet te schijnen op voorwerpen die je óók neer moet zetten, maar kunnen op zichzelf een ruimte invullen. Daarnaast geeft deze cirkelende lamp het verstrijken van de tijd weer; ook onze tijd om de natuur te redden verstrijkt. Zelfs na zoveel jaar is dit ontwerp dus nog een sign of the times. Al ben ik blij dat het nu te zien is in een stad die een heel stuk groener is.”

Tekst: Lune Visser

Edo Wijnen, Riho Sakamoto en Constantine Allen – repetitie ANIMA ANIMUS (2024)

ANIMA ANIMUS

De Britse choreograaf David Dawson creëerde ANIMA ANIMUS in 2018 voor het San Francisco Ballet. Het werk oogstte onmiddellijk veel succes en is sindsdien uitgevoerd in Londen, New York en Washington DC. Ook staat het inmiddels op het repertoire van The National Ballet of Canada en het Balletto del Teatro alla Scala in Milaan.

Tussen extremen en tegengestelden

In ANIMA ANIMUS gaat Dawson vanuit zijn heel eigen, hedendaagse interpretatie van de klassieke ballettechniek in op Carl Gustav Jungs idee van 'anima' (het onbewuste vrouwelijke aspect van de mannelijke psyche) en 'animus' (het onbewuste mannelijke aspect van de vrouwelijke psyche). Geïnspireerd door dit concept – dat in Dawsons ballet echter ook wordt doorbroken – worden de fluïde ruimten tussen extremen en tegengestelden verkend: tussen technische virtuositeit en lyrische poëzie, tussen menselijkheid en architectuur, tussen vorm en emotie. Op Ezio Bosso’s Vioolconcert nr. 1 – een muziekstuk dat op zijn beurt vol contrasten zit – laat Dawson de dansers over het toneel razen en laat daarbij zowel de eenheid van de groep als de kracht van het individu zien. Hij stuurt zijn dansers als het ware de lucht in, maar verwacht evengoed van hen dat ze gegrond blijven: terwijl ze zweven en glijden door de complexe bewegingen die hen zo onthecht als engelen laten lijken, moeten ze tegelijkertijd beschikken over een gewicht, vorm en substantie die verder rijken dan de lichte, verheven esthetiek van het klassieke ballet.

David Dawson: “Het maken van ANIMA ANIMUS werd voor mij een kans om terug te keren naar mijn eigen abstracte manier van werken, weg van het narratieve werk dat ik in de jaren daarvoor had gemaakt. Het werd een kans om opnieuw te kijken naar pure dans als doel op zich en te onderzoeken op welke manier ik de klassieke vorm vooruit zou kunnen brengen. In ANIMA ANIMUS kijken we naar het idee van tegenstelling; we kijken naar wat er tussen de extremen ligt en proberen te ontdekken hoeveel we kunnen delen, waar we hetzelfde kunnen zijn en waar verschillend.”

“Ezio Bosso's Vioolconcert nr. 1 of ‘Esoconcerto’ is een compositie die tegelijkertijd naar het verleden en de toekomst kijkt. Er zijn momenten waarop ik ernaar luister en me getroost voel door dat wat ik denk te weten, maar dan verrast de muziek me plotseling en wordt zij heel onconventioneel. Dat heeft me gestimuleerd om iets prachtigs te creëren, maar wel met een scherp randje. Het is een snelle en dynamische creatie geworden, op haar eigen manier heel grafisch en tegelijkertijd heel open – met een fysiek-emotionele virtuositeit die het tot een menselijk geheel maakt.”

Riho Sakamoto – repetitie ANIMA ANIMUS (2024)
Riho Sakamoto – repetitie ANIMA ANIMUS (2024) | Foto: Altin Kaftira

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet