Tien jaar Junior Company!

Voorwoord van Ted Brandsen, directeur van Het Nationale Ballet

Tien jaar Junior Company!

Welkom bij deze extra feestelijke voorstelling van de Junior Company van Het Nationale Ballet! Met Tien vieren we het tienjarig jubileum van ons juniorengezelschap: tien geweldige jaren vol mooie herinneringen en tien lichtingen getalenteerde, unieke jonge dansers.

De Junior Company is een plek waar jonge dansers praktijkervaring kunnen opdoen en zich verder kunnen ontwikkelen als kunstenaar. Ik zie het als een groot voorrecht om de tomeloze energie en drive van deze jonge talenten van dichtbij mee te maken en te zien hoeze bij ons groeien – als danser én als persoon. Inmiddels is een groot deel van de voormalige Junior Company-dansers doorgestroomd naar Het Nationale Ballet en bestaat meer dan de helft van het gezelschap uit Junior Company-alumni, inclusief vijf tweede solisten en vier eerste solisten. De Junior Company is daardoor niet alleen heel waardevol voor dansers die net van de balletacademie komen, maar ook gezichtsbepalend voor Het Nationale Ballet.

Het succes van de Junior Company is in grote mate toe te schrijven aan haar artistiek leider Ernst Meisner en balletmeester Caroline Sayo Iura. Hun expertise, liefde voor de danskunst en totale toewijding aan de dansers zijn ongeëvenaard, en ik wil daarvoor mijn grote dank naar hen uitspreken. Ook ben ik heel dankbaar voor alle fondsen, sponsoren en particuliere donateurs die de Junior Company de afgelopen jaren hebben ondersteund. Zonder hen was dit alles niet mogelijk geweest.

In deze voorstelling van Tien kunt u het succes van de Junior Company met eigen ogen zien. De Junioren wagen zich aan een klassiek meesterwerk van George Balanchine, een uitdagende choreografie van Krzysztof Pastor en drie wereldpremières van Kirsten Wicklund, Joseph Toonga en Wubkje Kuindersma. Wubkje, Young Creative Associate van Het Nationale Ballet, werkt voor haar nieuwste werk Ephemeral samen met Amelia Clarkson, die uit een open call voor jonge componisten is geselecteerd om een nieuw muziekstuk voor dit programma te schrijven. Deze samenwerking laat zien dat de Junior Company talentontwikkeling verder trekt dan ballet alleen. Nieuwe relaties aangaan met kunstenaars uit allerlei disciplines en samen bouwen aan de toekomst – ook dát is waar de Junior Company voor staat.

Ik wens de dansers veel plezier en succes toe en u een prachtige avond. Geniet van deze jonge talenten en houd ze in de gaten, want onder hen bevinden zich de sterren van de toekomst!

Ted Brandsen
Directeur Het Nationale Ballet

Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Valse Fantaisie

Choreografie
George Balanchine 
©The George Balanchine Trust
Muziek
Mikhail Ivanovitsj Glinka – Valse-Fantaisie in B-mineur (1839)
Kostuumontwerp
Oliver Haller 
Lichtontwerp 
Wijnand van der Horst 
Balletmeester 
Caroline Sayo Iura

Wereldpremière
1 juni 1969, New York City Ballet, New York State Theater 
Première bij de Junior Company van Het Nationale Ballet
28 januari 2020, Radjawali Semarang Cultural Centre, Semarang, Indonesië

Tijdsduur
circa 9 minuten

 

Tu me manques

Choreografie 
Kirsten Wicklund 
Muziek
Giulio Caccini – Amarilli mia bella (1601)
Zang
Jake Ingbar (De Nationale Opera Studio)
Cello-solo
Jeroen den Herder 
Kostuumontwerp 
Kirsten Wicklund 
Lichtontwerp
Wijnand van der Horst
Dramaturgisch advies 
Peggy Olislaegers 
Balletmeester 
Caroline Sayo Iura

Wereldpremière bij de Junior Company van Het Nationale Ballet
3 februari 2024, De Meervaart, Amsterdam

Tijdsduur
circa 5 minuten

 

Echoes of Memories

Choreografie 
Joseph Toonga 
Muziek 
Mönöchröme door Orin “oriyo” Norbert & Joshua Benjamin – Michael’s Soliloquy (2023)
Kostuumontwerp 
Jessica Xavier 
Lichtontwerp
Wijnand van der Horst 
Assistent van de choreograaf 
Amanda de Souza
Dramaturgisch advies 
Peggy Olislaegers 
Balletmeester
Michele Jimenez

Wereldpremière bij de Junior Company van Het Nationale Ballet
3 februari 2024, De Meervaart, Amsterdam

Tijdsduur
circa 12 minuten

 

PAUZE

 

Ephemeral

Choreografie 
Wubkje Kuindersma 
Muziek
Amelia Clarkson – Ephemeral (2024) * 
Muzikale solisten 
(Het Balletorkest) 
Arwen Salama-van der Burg (altviool)
Jeroen den Herder (cello) 
Joris Wiener (klarinet) 
Jet Sprenkels (harp) 
Muzikaal advies 
Matthew Rowe 
Kostuumontwerp 
Wubkje Kuindersma 
Kostuumadvies
Oliver Haller 
Lichtontwerp 
Wijnand van der Horst 
Balletmeester 
Michele Jimenez

Wereldpremière bij de Junior Company van Het Nationale Ballet
3 februari 2024, De Meervaart, Amsterdam

Tijdsduur
circa 10 minuten

* Compositieopdracht van Het Balletorkest en Het Nationale Ballet

 

Toccata

Choreografie 
Krzysztof Pastor 
Muziek
Wojciech Kilar – Toccata uit Pianoconcert nr. 1 (1996) *
Kostuumontwerp 
Krzysztof Pastor 
Lichtontwerp 
Pawel Piotr Jasiński
Wijnand van der Horst 
Instudering 
Simonetta Lysy 
Balletmeester 
Caroline Sayo Iura

Wereldpremière
25 april 2019, Alexandrinskytheater, Sint-Petersburg
Première bij de Junior Company van Het Nationale Ballet 
3 februari 2024, De Meervaart, Amsterdam

Tijdsduur
circa 7 minuten

* Music Published / Licensed by: © Polskie Wydawnictwo Muzyczne / Albersen Verhuur B.V., 's-Gravenhage


Totale voorstellingsduur
circa 1 uur en 30 minuten

Productieleider 
Anu Viheriäranta 
Voorstellingsleider 
Margus Spekkers 
Company manager Junior Company 
Sterre Haverkamp 
Assistent Junior Company
Samira Ouazine
Eerste toneelmeesters
Zeth Pattinama 
Nina Pronk
Licht supervisor 
Wijnand van der Horst 
Eerste belichters 
Matthijs Gulien
Brian Tjon Ajong 
Geluidstechnici 
Bert van Oudenaren 
Evert Smit
Vervaardiging kostuums Ephemeral en Toccata 
Kostuumafdeling Het Nationale Ballet 
Vervaardiging kostuums Tu me manques en Echoes of Memories 
Atelier Martine Douma 
Vervaardiging kostuums Valse Fantaisie
Herma Stal 
Assistent kostuumproductie 
Michelle Cantwell 
Eerste kleders 
Sanne Kamp
Merel Kamp 
Nathalie Alink 
Introductievideo's choreografieën 
Ramy Tadrous 
Algemene introductievideo 
Reilin Joey Lopez 
Transport
Fred Brinkhoff 
Vrijwilliger Junior Company
Henk Vrehen

‘Je kennis aan nieuwe generaties doorgeven, dat is het mooiste wat er is’

Interview met artistiek leider Ernst Meisner

‘Je kennis aan nieuwe generaties doorgeven, dat is het mooiste wat er is’

Interview met artistiek leider Ernst Meisner

Met het tourneeprogramma Tien wordt niet alleen het tienjarig jubileum en enorme succes van de Junior Company gevierd, maar ook dat van artistiek leider Ernst Meisner. Met een ongekende drive en passie stoomt hij, samen met balletmeester Caroline Sayo Iura, jonge danstalenten, vers van de balletacademie, klaar voor een carrière van wereldklasse. “Een danscarrière is”, zegt Meisner, “als een snelkookpan: als danser wil je niets liever dan snel naar de top gaan, maar soms heb je daar een beetje hulp bij nodig.”

Het was, ruim tien jaar terug, niet bepaald het meest voor de hand liggende moment om een nieuw dansgezelschap te beginnen. “Het was de tijd van staatssecretaris Halbe Zijlstra, die net enorme bezuinigingen op cultuur had doorgevoerd”, zegt Ernst Meisner. “En ook binnen Nationale Opera & Ballet stond niet iedereen meteen te springen. Er moest flink ‘geduwd’ worden: Ted (Brandsen – red.) moest echt op zijn strepen gaan staan en zeggen ‘we gaan dit nu gewoon doen’, en ik prijs me nog steeds gelukkig dat hij die moed – zeker gezien het politieke klimaat – destijds had!”

Ernst Meisner - repetities Dorian (2023)
Ernst Meisner - repetitie Dorian (2023) | Foto: Altin Kaftira

En los nog van de financiën: hoe doe je dat eigenlijk, een nieuw gezelschap ‘from scratch’ opzetten? Meisner, lachend: “Dat was aanvankelijk echt pionieren. Ik bezocht in 2012 allereerst diverse buitenlandse danscompetities, zoals de Prix de Lausanne en de Youth America Grand Prix, om dansers te scouten voor een gezelschap dat nog niet bestond. Natuurlijk kon ik daarbij bogen op de reputatie van Het Nationale Ballet, maar niettemin was het spannend, niemand had immers ooit nog van de Junior Company gehoord.”

 

‘Weet je wel waar je aan begint?’

Voor Meisner zelf kwam de uitdaging om de Junior Company op te zetten overigens wél op een perfect moment. “Al als danser van The Royal Ballet had ik een opleiding kunstmanagement gevolgd en in de periode dat ik bij Het Nationale Ballet danste, had ik Ted reeds op de hoogte gebracht van mijn ambities. Door Stijn Schoonderwoerd, destijds zakelijk leider van Het Nationale Ballet, werd ik – nadat Ted mij voorgedragen had – wel nog stevig ondervraagd: ‘Je bent nog zo jong, weet je wel waar je aan begint?’ Maar na veertien jaar te hebben gedanst, was ik er klaar voor. Ik had het tot grand sujet gebracht, had mooie rollen als Hilarion en Benvolio gedanst, maar wist ook: meer gaat het waarschijnlijk niet worden. Daarbij had ik altijd al een passie voor lesgeven. Je kennis aan nieuwe generaties doorgeven, dat leek mij het mooiste wat er is.”

 

Teamwork

De eerste jaren na de oprichting van de Junior Company waren, zegt hij, één groot avontuur. “Al in het eerste seizoen studeerde Caroline Sayo Iura – die echt goud waard is voor de groep – een ballet bij ons in, maar pas in 2017 kwam ze als vaste balletmeester in dienst. In het begin deed ik dus vrijwel alles zelf: lesgeven, repeteren, de hele dag in de studio aanwezig zijn, met de bus mee op tournee door het land. In ons eerste seizoen gaven we, naast alle optredens met Het Nationale Ballet, zo’n veertig eigen voorstellingen. Dat was echt veel te veel, maar toch vonden we het allemaal geweldig.”

Ernst Meisner - repetitie Dorian (2023) | Foto: Altin Kaftira
Ernst Meisner - repetitie Dorian (2023) | Foto: Altin Kaftira

“We hadden een superfijne, uiterst hechte eerste groep dansers, maar ook heel fijne mensen achter de schermen, zoals kleedster Sanne Kamp, die nu nog steeds bij ons werkt, en geluidstechnicus Bert van Oudenaren. We hebben de groep echt sámen opgebouwd en namen daarbij elke kans om naamsbekendheid op te bouwen gretig aan: van een optreden op het Centraal Station van Amsterdam tot deelname aan de Museumnacht.”

 

Jaarlijks meer dan zevenhonderd aanmeldingen

Heel specifieke, nauw omschreven verwachtingen of doelstellingen had Meisner niet toen hij aan het avontuur begon, maar dat de Junior Company zó succesvol zou zijn, had, zegt hij, tien jaar terug eigenlijk niemand durven hopen. “We zijn inmiddels op een punt beland dat de Junior Company niet meer weg te denken is uit het Nederlandse en internationale dansveld. We hebben dit jaar meer dan zevenhonderd aanmeldingen voor onze auditie gekregen, jonge dansers komen naar de Nationale Balletacademie (sinds 2018 eveneens door Meisner geleid – red.) vanwege de grotere kans om in de Junior Company te komen, en inmiddels bestaat meer dan de helft van het danserstableau van Het Nationale Ballet uit voormalige junioren. Natuurlijk deed Het Nationale Ballet altijd al aan talentontwikkeling, maar we zien nu dat we door jonge dansers heel intensief te coachen en te begeleiden er allemaal nóg meer op vooruitgaan. Bovendien heeft de Junior Company zichzelf inmiddels ook op andere manieren overtroffen, doordat we niet alleen nieuw danstalent voortbrengen, maar ook steeds vaker kansen creëren voor jonge choreografen en componisten. En ook de intensieve samenwerking met ISH Dance Collective is cruciaal geweest voor waar de Junior Company nu staat en (door de mix van ballet en hiphop – red.) voor het onderzoek naar nieuwe, hybride manieren van bewegen.”

 

Ruimte om fouten te maken

Wereldwijd zijn er de laatste jaren meer juniorendansensembles opgericht, maar er is er, zegt Meisner, geen één die ‘zó direct aan een gezelschap gelinkt is’. “De junioren dansen mee in producties van Het Nationale Ballet, ze trainen in hetzelfde gebouw en maken uitgebreid kennis met het repertoire van de groep.”

Ernst Meisner - repetitie Dorian (2023) | Foto: Michel Schnater
Ernst Meisner - repetitie Dorian (2023) | Foto: Michel Schnater

Niettemin is het ‘tussenstapje’ dat ze als lid van de Junior Company tussen school en gezelschap maken essentieel gebleken. “Als je van een balletacademie komt, kun je al ongelooflijk veel, maar je moet ook nog veel leren. Van het dagritme bij een professioneel gezelschap, het enorme tempo van werken en de omvangrijkheid van het repertoire tot, bijvoorbeeld: hoe ga je om met blessures, met teleurstellingen, met choreografen en balletmeesters? Eerst een of twee jaar in een junior company doorbrengen creëert ruimte; ruimte om fouten te maken, ruimte voor gewenning, ruimte om soms even uit te huilen en bij te praten… en dan weer keihard aan het werk te gaan. Een danscarrière is als een snelkookpan: als danser wil je niets liever dan snel naar de top gaan, maar soms heb je daar een beetje hulp bij nodig.”

 

Zwijgen is goud

Maar niet alleen ‘zijn’ dansers, ook hijzelf leert, zegt Meisner, elke dag van zijn werk als artistiek leider van de Junior Company. “Ik heb de afgelopen jaren heel veel dansers, technici, ontwerpers, componisten, productiemensen, et cetera voorbij zien komen. Daardoor neemt niet alleen je mensenkennis toe, maar krijg je ook steeds nieuwe, frisse inzichten. Daarnaast heb ik ontzettend veel geleerd over wat jonge dansers nodig hebben en dat brengt met zich mee dat ik ook veel beter geworden ben in luisteren. Ik weet inmiddels: hoe meer ik zwijg, des te beter kan ik aanvoelen wat er speelt. En hopelijk kan ik de dansers daardoor ook beter helpen om verder te groeien.”

Dat hij ze vervolgens na één of twee jaar ook weer moet loslaten, is, zegt hij, ‘part of the deal’. Enthousiast: “Dat is ons doel, zorgen dat ze uitvliegen, klaar om bij een groot topgezelschap aan de slag te gaan.” Wel blijft hij regelmatig contact houden, met de junioren die nu in onder meer Stuttgart, Berlijn, Zürich en de Verenigde Staten carrière maken, en natuurlijk al helemaal met degenen die nu bij Het Nationale Ballet de sterren van de hemel dansen. “Door drukte zie ik helaas niet al hun optredens, maar het mooiste is juist om ze na een paar maanden opeens weer te zien en te beseffen hoezeer ze vooruitgegaan zijn, dat het gelukt is, dat ze succes hebben. Daar word ik oprecht gelukkig van!”

Tekst: Astrid van Leeuwen

Tien jaar Junior Company: Alumni

Tien jaar Junior Company: Alumni

Jessica Xuan tijdens het Kerstgala

Lichting 2013/2014

Het Nationale Ballet - eerste solist

Jessica Xuan

“De Junior Company biedt een geweldige kans om ervaring op te doen in de professionele danswereld en maakt het tegelijkertijd mogelijk om Het Nationale Ballet te leren kennen. Je mag veel dansen, zowel in groepsstukken als individueel, en je bouwt ontzettend hechte banden op.”

Foto: Kerstgala (2020)

Martin ten Kortenaar in The Sleeping Beauty

Lichting 2014/2015

Staatsballett Berlin - solist

Martin ten Kortenaar

“Van een rond toneel van drie bij drie meter tot het enorme toneel van Nationale Opera & Ballet. Tijdens mijn tijd bij de Junior Company dansten we overal! Doordat we zoveel optredens onder zoveel verschillende omstandigheden hebben gegeven, voel ik me nu op elk podium volledig thuis.”

Foto: The Sleeping Beauty (bij Het Nationale Ballet, 2022)

Joseph Massarelli in Legacy Variations

Lichting 2015/2016

Het Nationale Ballet - tweede solist

Joseph Massarelli

“Mijn jaar in de Junior Company is misschien wel een van de belangrijkste periodes in mijn carrière tot nu toe geweest. De kansen die ik toen kreeg, hebben een enorme invloed gehad op mijn ontwikkeling binnen het grote gezelschap.”

Foto: Legacy Variations (programma Dawson, 2022)

Fabio Rinieri in Giselle

Lichting 2016/2017

Het Nationale Ballet - corps de ballet

Fabio Rinieri

“De Junior Company van Het Nationale Ballet is absoluut uniek ten opzichte van juniorenensembles van andere gezelschappen, mede doordat de focus verder reikt dan de klassieke visie op dans.”

Foto: Met Emma Mardegan en Nicola Jones in Giselle (2023)

Alexandria Marx in Giselle

Lichting 2017/2018

Het Nationale Ballet - coryphée

Alexandria Marx

“De Junior Company was voor mij een thuis, een uitdagende maar veilige plek waar ik kon groeien en kon leren wat het betekent om een professionele danser te zijn. Dankzij die solide basis groei ik nog steeds en ik kan me niet voorstellen hoe mijn carrière eruit zou hebben gezien zonder die sterke start.”

Foto: Giselle (2023)

Sander Baaij in New Moves

Lichting 2018/2019

Het Nationale Ballet - corps de ballet

Sander Baaij

“De Junior Company was een mooie tijd waarin ik mezelf kon ontwikkelen als danser. Ik heb veel geleerd van deze ervaring en kijk er heel fijn op terug.”

Foto: Nobody Asked (programma New Moves, 2023)

Elisabeth Tonev in The Sleeping Beauty

Lichting 2019/2020

Het Nationale Ballet - tweede solist

Elisabeth Tonev

“Dankzij de Junior Company verliep mijn overgang van balletacademie naar professioneel gezelschap heel smooth. We konden kennismaken met het repertoire van Het Nationale Ballet en tegelijkertijd werken aan onze eigen programma’s. En ik heb er vrienden voor het leven gemaakt.”

Foto: Met Davi Ramos in The Sleeping Beauty (2022)

Giorgi Potskhishvili in Raymonda

Lichting 2020/2021

Het Nationale Ballet - eerste solist

Giorgi Potskhishvili

“Ondanks de obstakels die het coronavirus met zich meebracht, was mijn Junior Company-ervaring fantastisch. De Junior Company is een heel bijzondere plek, waar ik collega’s heb ontmoet die nu voelen als familie. Het is geweldig dat we door deze gedeelde ervaring zo’n sterke band hebben gekregen.”

Foto: Raymonda (2023)

Louisella Vogt

Lichting 2021/2022

Het Nationale Ballet - élève

Louisella Vogt

“De Junior Company was voor mij een fijne omgeving waar ik mijzelf kon ontwikkelen als jonge danser en nieuwe ervaringen kon opdoen. Vooral aan de jaarlijkse tournees heb ik veel waardevolle en leuke herinneringen overgehouden.”

Foto: Met Guillermo Torrijos in In and Out (programma Shooting Stars, 2022)

Carolina Ribaldone

Lichting 2022/2023

Het Nationale Ballet - tweedejaars Junior Company

Carolina Ribaldone

“Om afgelopen seizoen deel uit te mogen maken van de Junior Company was voor mij een geweldige kans. Het repertoire was fantastisch, we konden onszelf ontwikkelen binnen verschillende stijlen en we mochten het seizoen afsluiten met een onvergetelijke tour door Indonesië.”

Virtuoos en romantisch balletjuweel

Over Valse Fantaisie

Virtuoos en romantisch balletjuweel

De Russisch-Amerikaanse choreograaf George Balanchine had een grote liefde voor het werk van Mikhail Ivanovitsj Glinka, die als eerste grote Russische componist ook wel de Mozart van de Russische muziek wordt genoemd. Als leerling van de school van het Keizerlijke Ballet in Sint-Petersburg danste Balanchine al mee in een van Glinka’s opera’s – “Ik hield van elke noot van die muziek” – en later zou hij diverse balletten maken op composities van Glinka. Diens Valse Fantaisie gebruikte hij zelfs drie keer: voor een variétéshow in Londen in 1931, voor een choreografie uit 1953 en later, in 1967, voor een nieuwe versie, als tweede deel van het vierluik Glinkaiana. Het is deze laatste versie hiervan die, als zelfstandig ballet, nog altijd door tal van vooraanstaande balletgezelschappen wordt uitgevoerd.

  Poppi Eccleston en Vincent Vivet - repetitie Valse Fantaisie (2023), choreografie door George Balanchine © The George Balanchine Trust
Poppi Eccleston en Vincent Vivet - repetitie Valse Fantaisie (2023), choreografie door George Balanchine © The George Balanchine Trust | Foto: Altin Kaftira

Glinka’s Valse Fantaisie is snel en lichtvoetig, al wordt de compositie tegelijkertijd ook wel aangeduid als de ‘melancholiewals’. Balanchine werd vooral aangetrokken door het over- duidelijk dansante karakter van de muziek, die hem inspireerde tot een juweeltje van pure, romantische dans voor een solistenkoppel en vier danseressen. In de virtuoze choreografie beperkte Balanchine zich tot slechts een aantal bewegingsmotieven, waarop hij vervolgens naar hartenlust varieerde, met lichte sprongen en hoog opgeworpen benen als belang- rijkste blikvangers. De twee solisten etaleren hun kunnen met veel brille – en alsof het hun geen enkele moeite kost – in korte duetten en afzonderlijke variaties. De vier vrouwen wervelen om hen heen als een miniatuur-corps de ballet, maar dienen tegelijkertijd ook als versterking van de vrouwelijke solist en daarmee – typerend voor Balanchine – van de ideale vrouw.

Tekst: Astrid van Leeuwen

 

Liefde als individuele emotie

Over Tu me manques

Liefde als individuele emotie

De Canadese Kirsten Wicklund is naar eigen zeggen ‘altijd met vijf dingen tegelijk bezig’, als choreograaf én als danser bij Opera Ballet Vlaanderen. Wicklund: “Het is fijn om maker te zijn en zelf werken te creëren, maar tegelijkertijd als danser ook nog ideeën van andere choreografen uit te mogen voeren. Wanneer ik hun ideeën interpreteer, worden ze een deel van mij en daardoor ook een deel van mijn eigen choreografieën. Voor mij is dat een mooie manier om een stukje balletgeschiedenis door te kunnen geven.”

In haar duet Tu me manques gaat Wicklund verder op deze balletgeschiedenis in en levert ze er haar eigen bijdrage aan. Samen met de dansers verkent ze nieuwe manieren om fundamentele bewegingen uit de klassieke ballettechniek uit te voeren, met gevoel en instinct als belangrijke uitgangspunten. Wicklund: “Ik vraag de dansers om in de klassieke bewegingen die ze kennen een connectie te zoeken met hun eigen gevoelens en emoties. Daardoor moeten ze echt zichzelf zijn en krijgt de klassieke syllabus een heel menselijke benadering.”

Robin Park en Bo-Ann Zehl - repetitie Tu me manques (2023)
Robin Park en Bo-Ann Zehl - repetitie Tu me manques (2023) | Foto: Altin Kaftira

Hoewel Tu me manques (Frans voor ‘ik mis je’ of – letterlijker – ‘jij ontbreekt aan mij’) een duet is voor een man en een vrouw en is gezet op het liefdeslied Amarilli mia bella, vertelt het werk geen traditioneel liefdesverhaal. Juist het idee van liefde als individuele emotie staat voorop. “De twee individuen uiten en aanschouwen het overweldigende gevoel van liefde en de kwelling wanneer dit gevoel er niet is.” Toch wilde Wicklund niet helemaal wegblijven van het drama van de muziek. “Daarom zijn er in het stuk zowel intiemere momenten, waarop de dansers samen meegaan in de passie van de muziek, als momenten waarop ze zich meer afzijdig opstellen, van de muziek en van elkaar.”

Tekst: Rosalie Overing

 

Vijf jaar De Nationale Opera Studio

Behalve het tienjarig bestaan van de Junior Company vieren we dit seizoen ook het vijfjarig bestaan van De Nationale Opera Studio, het talentontwikkelingsprogramma van De Nationale Opera. Daarom wordt de muziek voor Kirsten Wicklunds Tu me manques tijdens de eerste twee voorstellingen van Tien live uitgevoerd door countertenor en Opera Studio-lid Jake Ingbar en cellist Jeroen den Helder. Kirsten Wicklund: “Net als de dansers voeren de musici een duet uit; een conversatie tussen twee muzikale stemmen die wordt weerspiegeld in de choreografie.”

Herontdekte herinneringen in een nieuwe bewegingstaal

Over Echoes of Memories

Herontdekte herinneringen in een nieuwe bewegingstaal

Hoe zien herinneringen eruit in dans? Dat onderzoekt de Brits-Kameroense choreograaf Joseph Toonga in Echoes of Memories; een werk over het oprakelen, verbinden en opnieuw bekijken van opgeslagen gebeurtenissen in je brein én in je spieren. Toonga maakt hiervoor gebruik van zijn eigen memories, maar ook van de fysieke herinneringen die de dansers in hun lijf bewaren. Toonga: “Al aan het begin van het stuk zijn de junioren aangewezen op henzelf en hun eigen gevoel. De eerste drie minuten bewegen ze in stilte en moeten ze hun persoonlijke ritme terugvinden – met de beat slechts in hun herinnering.”

Junior Company - repetitie Echoes of Memories (2023)
Junior Company - repetitie Echoes of Memories (2023) | Foto: Altin Kaftira

Naast het gebruik van persoonlijke verhalen kenmerkt Toonga’s stuk zich door een heel eigen stijl. Werkend vanuit zijn achtergrond in de hiphop benut hij alle mogelijkheden en bewegingen uit dit genre, en vervolgens is het aan de dansers om die eigen te maken. “In solo’s, duetten en groepsstukken vertellen hun klassiek getrainde lichamen nu een verhaal in een voor hen heel nieuwe bewegingstaal.”

Omdat Tien een feest is waarmee het tienjarig jubileum van de Junior Company wordt gevierd, laat Toonga de héle groep dansen – “om echt het volledige gezelschap te vieren!” Zo eert en creëert de choreograaf naast individuele ervaringen ook een bijzondere collectieve herinnering, voor zowel de dansers als het publiek.

Tekst: Lune Visser

‘Als patronen die zich onverbiddelijk een weg door het marmer banen’

Over Ephemeral

‘Als patronen die zich onverbiddelijk een weg door het marmer banen’

Ephemeral – vluchtig, ongrijpbaar – is niet alleen de titel van Wubkje Kuindersma’s nieuwe creatie voor de Junior Company, maar typeert in feite ook het werkproces. “Normaal zoek ik muziek die aansluit bij mijn ideeën en choreografeer ik met de muziek in gedachten. Maar dit keer was de muziek pas op het laatste moment beschikbaar. Daardoor kreeg het creatieproces aanvankelijk iets ongrijpbaars en werkte ik als het ware achterstevoren: ik heb geprobeerd een choreografie te maken die bij de muziek en bij dit gevoel past.”

Speciaal vanwege het tienjarig bestaan van de Junior Company werd voor Kuindersma’s nieuwe werk een ‘open call’ voor jonge componisten uitgeschreven, waarbij de Noord-Ierse Amelia Clarkson als winnaar uit de bus kwam. Haar compositie voor harp, klarinet, cello en altviool wordt bij de eerste twee voorstellingen van Tien live op het toneel uitgevoerd door musici van Het Balletorkest (bij de overige voorstelling is de muziek op band te horen). Kuindersma: “Het is prachtige, rijke muziek, waarin ik steeds nieuwe lagen ontdek en waarvan ik steeds meer ga houden. Amelia heeft duidelijk echt haar eigen geluid.”

Ana Luísa Negrão - repetitie Ephemeral (2023)
Ana Luísa Negrão - repetitie Ephemeral (2023) | Foto: Altin Kaftira

Was ‘innerlijke drive’ hun aanvankelijke vertrekpunt, uiteindelijk kwam Kuindersma – door het werkproces én geïnspireerd door Clarksons compositie – uit bij het vluchtige, het ongrijpbare van dans, of algemener, bij de vergankelijkheid van het leven en het voorbijgaan van de tijd. “Tijdens de repetities moest ik bijvoorbeeld denken aan de ongrijpbaarheid van nevel en mist, maar ook aan de patronen in marmer die zich onverbiddelijk – net als het verstrijken van de tijd – een weg banen door het steen. Tegelijkertijd is dit nieuwe werk ook simpelweg een eerste ontmoeting tussen Amelia en mij, een verkenning, een schets, waarin we de dans en de muziek vieren en samen een ‘ephemeral’ moment delen.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

 

Ephemeral

dance exists in the moment
and it’s gone once the movement finishes
the memory and resonance linger though
both with performer and observer

it seems almost a contradiction:
something so physical
not being permanent
but just passing by
almost like life itself
we come and go

there is something tragically beautiful
in this ephemeral state of being
dance teaches us
to let go and not to hold on
to be in the moment
experience and simply be present

Wubkje Kuindersma

‘Bij het componeren stel ik mij áltijd beweging voor’

Over Ephemeral – de muziek

‘Bij het componeren stel ik mij áltijd beweging voor’

De Noord-Ierse Amelia Clarkson heeft ondanks haar jonge leeftijd (28 jaar) al flink wat danscomposities op haar naam staan. Maar niet eerder werkte ze met een choreograaf die ze, toen ze met componeren begon, nog nooit persoonlijk ontmoet had. “Nadat de opdracht voor een nieuwe compositie voor de Junior Company aan mij was toegewezen (door Het Balletorkest en Het Nationale Ballet - red.), begonnen Wubkje en ik online en via de telefoon samen te werken. We hadden meteen eengoede klik: Wubkje stond er vanaf de start open voor om op zoek te gaan naar thema’s die ons beiden raken en waar we beiden inspiratie uit putten. We spraken over eerdere creaties, over ideeën die ons op dit moment interesseren en gaandeweg kwamen daarbij thema’s als conflict en resolutie bovendrijven, die zich aandienen als vluchtige momenten in de tijd.”

Patrik Benák en Poppi Eccleston - repetitie Ephemeral (2023)
Patrik Benák en Poppi Eccleston - repetitie Ephemeral (2023) | Foto: Altin Kaftira

In haar composities combineert Clarkson traditionele Ierse volksmuziek met zowel klassieke als hedendaagse muziekinvloeden. “Ik probeer daartussen een delicate balans te vinden, en wanneer ik voor dans schrijf, stel ik mij áltijd beweging voor. Niet dat ik verwacht dat de choreografie er zo gaat uitzien, maar ik probeer altijd te denken aan mensen op het podium en de energie die ze overbrengen.” Toch beantwoordt ze de vraag of ze bewust ‘dansbare’ muziek creëert met ‘ja en nee’. “Ik denk dat dit nieuwe werk wellicht minder conventioneel dansbaar is. Er zijn delen die statisch zijn en delen die ruimtelijk zijn, maar er zijn ook delen waaraan Wubkje en ik echt samen hebben gesleuteld om de muziek vooruit te stuwen en een gevoel van drive te creëren.”

Tekst: Astrid van leeuwen

Amelia Clarkson

Amelia Clarkson

Amelia Clarkson (1995) is een Noord-Ierse componist en PhD-kandidaat aan het Royal Northern College of Music. Ter ondersteuning van haar PhD ontving ze onder andere de prestigieuze Mendelssohn Scholarship. Clarkson is tevens Associate Composer bij het Ierse Contemporary Music Center en haar creatieve praktijk wordt ondersteund door de Raad voor de Kunst van Noord-Ierland. In haar composities combineert Clarkson klassieke invloeden met invloeden uit de Ierse volksmuziek en gaat ze in op gewichtige politieke kwesties.

Het veelzijdige talent van klassiek getrainde dansers

Over Toccata

Het veelzijdige talent van klassiek getrainde dansers

Toen Krzysztof Pastor – voormalig danser en huischoreograaf van Het Nationale Ballet en de huidige directeur van het Poolse Nationale Ballet – in 2018 een compositie van de Poolse componist Wojciech Kilar koos voor zijn avondvullende ballet Dracula, raakte hij zó geïnspireerd dat hij besloot Kilars muziek voor meer balletwerken te gebruiken. Het eerste daarvan choreografeerde hij op het laatste deel van Kilars Pianoconcert nr 1: de toccata, een virtuoze toetsencompositie zonder vaste vorm.

Hà Nhi Trân - repetitie Toccata (2023)
Hà Nhi Trân - repetitie Toccata (2023) | Foto: Altin Kaftira

In zijn gelijknamige ballet neemt Pastor de klassieke ballettechniek als uitgangspunt en daagt hij de vijf dansers vervolgens uit om op een meer contemporary manier te bewegen, om zo de reikwijdte van het talent van klassiek getrainde dansers te demonstreren. Het resultaat is een atletisch ballet van slechts zesenhalve minuut, waarin solo’s, duetten en groepsdelen elkaar afwisselen. Pastor maakte Toccata oorspronkelijk voor de dansers van het Poolse Nationale Ballet, naast Kilars muziek zijn andere grote inspiratiebron, als een middel om de mogelijkheden en kwaliteiten van zijn dansers te kunnen laten zien. Nu is het aan de dansers van de Junior Company om hetzelfde te doen.

Tekst: Rosalie Overing

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet

Word Vriend van Het Nationale Ballet

Als Vriend steunt u de dansers en makers van Het Nationale Ballet. U bent voor hen onmisbaar en daar doen wij graag iets voor terug. Voor Balletvrienden organiseren we exclusieve activiteiten achter de schermen. U ontvangt van ons het Vriendenmagazine en u krijgt voorrang bij de verkoop van plaatsbewijzen.