Voorstellings­informatie

Voorstellingsinformatie

Die Frau ohne Schatten

Richard Strauss (1864-1949)

Duur 3 uur en 55 minuten, inclusief twee pauzes 

Deze voorstelling wordt gezongen in het Duits, met boventiteling in het Nederlands (gebaseerd op de librettovertaling van Janneke van der Meulen) en Engels (vertaald door Peter Bloor).

Opera in drie bedrijven 

Libretto 
Hugo von Hofmannsthal 

Wereldpremière 
10 oktober 1919 
Wiener Staatsoper, Wenen 

Muzikale leiding 
Marc Albrecht 
Regie 
Katie Mitchell 
Decor en kostuums 
Naomi Dawson 
Licht 
Bethany Gupwell 
Video 
Rob Casey 
Dramaturgie 
Klaus Bertisch 

Der Kaiser 
AJ Glueckert 
Die Kaiserin 
Daniela Köhler 
Die Amme 
Michaela Schuster 
Der Geisterbote 
Sam Carl 
Der Hüter der Schwelle des Tempels 
Daria Brusova* 
Die Stimme des Falken 
Aitana Sanz 
Eine Stimme von oben 
Eva Kroon
Erscheinung eines Jünglings 
Egor Zhuravskii 
Barak der Färber 
Josef Wagner 
Sein Weib 
Aušrinė Stundytė 
Der Einäugige 
Michael Wilmering 
Der Einarmige 
Joe Chalmers* 
Der Bucklige 
Robert Lewis 
Dienerinnen 
Daria Brusova*, Elizabeth Poz**, Anneleen Bijnen** 
Die Stimmen der Wächter der Stadt 
Peter Arink**, Maksym Nazarenko**, Harry Teeuwen** 
Kinderstimmen/Stimmen der Ungeborenen 
Aliya Akhmedeeva**, Tomoko Makuuchi**, Elsa Barthas**, Itzel Medecigo**, Sophia Patsi**, Lisette Bolle** 

*  De Nationale Opera Studio 
**  Koor van De Nationale Opera 

Koor van De Nationale Opera 
Instudering 
Lochlan Brown 

Nederlands Philharmonisch 

Nieuw Amsterdams Kinderkoor (onderdeel van Nieuw Vocaal Amsterdam) 
Instudering 
Anaïs de la Morandais

Productieteam

Assistent-dirigent 
Adrian Heger 
Assistent-koordirigent 
Ad Broeksteeg 
Associate regisseur 
Dan Ayling 
Assistent-regisseur en avondregie 
Dorike van Genderen 
Stagiair regie 
Eva Graaff 
Repetitoren 
Ernst Munneke 
Mark Lawson 
Taalcoach 
Miriam Kaltenbrunner 
Taalcoach koor 
Cora Schmeiser 
Intimiteitscoördinator 
Ita O’Brien voor Intimacy on Set Ltd 
Voorstellingsleiding 
Merel Francissen 
Wolfgang Tietze 
Marjolein Bergsma 
Thomas Lauriks 
Artistieke planning 
Vere van Opstal 
Kostuumsupervisie 
Mariama Lechleitner 
Decorsupervisie 
Valerie Smalen 
Eerste toneelmeester 
Edwin Rijs 
Eerste belichter 
Cor van den Brink 
Angela Leuthold 
Eerste rekwisiteur 
Niko Groot
Eerste kleder 
Jenny Henger 
Eerste grimeur 
Pim van der Wielen
Geluidstechnicus 
Ramón Schoones 
Dramaturgie 
Jasmijn van Wijnen 
Titelregie 
Eveline Karssen 
Bediening boventiteling 
Irina Trajkovska 
Senior muziekbibliothecaris 
Rudolf Weges 
Productieleiding 
Maaike Ophuijsen 
Orkestinspectie 
Pauline Bruijn

Acteurs

Anton van der Sluis 
Jip Warmerdam 
Melina Theo 
Thespis Athineus 
Alicia Verdú Macián 
Maarten Redeker

Nederlands Philharmonisch

Eerste viool 
Ionel Manciu 
Saskia Viersen 
Juho Valtonen 
Koen Stapert 
Henrik Svahnström 
Tessa Badenhoop 
Mascha van Sloten 
Marieke Kosters 
Valentina Bernardone 
Sonja van Beek 
Hike Graafland 
Irene Nas 
Paul Reijn 
Derk Lottman 
Romina Engel 
Julia Kleinsmann 
Maria Rodriguez Estevez 
Anuschka Franken 

Tweede viool 
David Peralta Alegre 
Marlene Dijkstra 
Mintje van Lier 
Jeanine van Amsterdam 
Eva de Vries 
Sandra Karres 
Inês Costa Pais 
Karina Korevaar 
Daniel Leenders 
Vanessa Damanet 
Charlotte Basalo Vázquez 
Lilit Poghosyan Grigoryants 
Inge Jongerman 
Jarmila Delaporte
Joanna Trzcionkowska 
Monica Vitali 
Wiesje Nuiver 
Anita Jongerman 
Lotte Reeskamp 

Altviool 
Hannah Strijbos 
Alice Sinacori 
Stephanie Steiner 
Odile Torenbeek 
Christina Schoonakker 
Duleen van Gunsteren 
Marjolein de Waart 
Teresa Caleiro 
Avi Malkin
Ursula Skaug 
Merel van Schie 
Arwen Salama-van deBurg 
Viola Innocenti 
Minna Svedberg Feldtmann 
Suzanne Dijkstra 

Cello 
Floris Mijnders 
Douw Fonda 
Carin Nelson 
Anjali Tanna 
Nitzan Laster 
Nil Domènech Fuertes 
Atie Aarts 
Thomas Zonderop 
Rik Otto 
Irene Kok 
Pascale Went
Esther ten Kate 
Sebastian Koloski 
Liesbeth Bosboom 

Contrabas 
João Seara 
Gabriel Abad Varela 
Mario Torres Valdivieso 
Wimian Hernandez Reyes 
Sorin Orcinschi 
Lucía Mateo Calvo 
Julien Beijer 
Peter Rikkers 
Jaap Branderhorst 

Fluit 
Hanspeter Spannring 
Margreet Niks 

Fluit/piccolo 
Linda Speulman 
Ellen Vergunst 

Hobo 
Toon Durville 
Maxime le Minter 

Althobo 
Juan Pedro 
Martinez García-Casarrubios 

Klarinet 
Rick Huls 
Davide Simionato 
Annemiek de Bruin 

Bassethoorn 
Tom Wolfs 

Basklarinet 
Herman Draaisma

Fagot 
Remko Edelaar 
Susan Brinkhof 
Dymphna van Dooremaal 

Contrafagot 
Jaap de Vries 

Hoorn 
Fokke van Heel 
Diechje Minne 
Miek Laforce 
Margreet Mulder 
Wouter Brouwer 
Gaizka Ciarrusta Insagurbe 
Stef Jongbloed 
Fred Molenaar 

Trompet 
Ad Welleman 
Jeroen Botma 
Marc Speetjens 
Richard Ranvier 
Gertjan Loot 
David Pérez Sanchez 

Trombone 
Harrie de Lange 
Dominique Capello 

Bastrombone 
Wouter Iseger 

Contrabastrombone 
Marijn Migchielsen 

Tuba 
David Kutz

Pauken 
Theun van Nieuwburg 
Marc Aixa Siurana 

Slagwerk 
Matthijs van Driel 
Diego Jaen Garcia 
Nando Russo 
Elias Blanco Del Prado
Gema Vega 
Kalina Vladovska 
Gerda Tuinstra 

Harp 
Sandrine Chatron 
Jaike Bakker 

Celesta 
Daan Kortekaas 
Celia Garcia Garcia 

Glasharmonica 
Phillipp Marguerre

Bühneorkest

Trompet 
Gertjan Loot 
Tiago Baeza 
David Pérez Sanchez 
Andre Ponte 

Trombone 
Bram Peeters 
Rafael De Jesus Afonso 
Gerrit Jan Elzinga 
Jelle Koertshuis 

Slagwerk 
Kalina Vladovska 
Gerda Tuinstra
 

Koor van De Nationale Opera

Sopranen 
Aliya Akhmadeeva 
Patricia Atallah 
Lisette Bolle 
Jeanneke van Buul
Caroline Cartens 
Oleksandra Lenyshyn 
Simone van Lieshout 
Tomoko Makuuchi 
Sara Moreira Marques 
Sara Pegoraro 
Elizabeth Poz 
Jannelieke Schmidt 
Sandra Siniväli 
Kiyoko Tachikawa 
Imara Thomas 
Varvara Tishina 

Alten 
Elsa Barthas 
Anneleen Bijnen 
Rut Codina Palacio 
Johanna Dur 
Yvonne Kok 
Fang Fang Kong 
Maria Kowan 
Myra Kroese 
Itzel Medecigo 
Maria de Moel 
Sophia Patsi 
Marieke Reuten 
Klarijn Verkaart 

Tenoren 
Wim-Jan van Deuveren 
Frank Engel 
Ruud Fiselier 
Dimo Georgiev 
Robert Kops
Roy Mahendratha 
Tigran Matinyan 
Richard Prada 
Mirco Schmidt 
François Soons 
Bert Visser 

Bassen 
Ronald Aijtink 
Peter Arink 
Nicolas Clemens 
Emmanuel Franco 
Jeroen van Glabbeek 
Agris Hartmanis 
Hans Pieter Herman 
Geert van der Kaaij 
Dominic Kraemer 
Richard Meijer 
Maksym Nazarenko 
Christiaan Peters 
Matthijs Schelvis 
Harry Teeuwen 
Rob Wanders

Nieuw Amsterdams Kinderkoor

Calla Kemper 
Catharina Halsema 
Cato Pleijsier 
Dide Ferwerda 
Eden Vos 
Florijn Haver 
Helena Huipe 
Helena Jeremiasse 
Jaro ter Linden 
Kanak Vanam 
Kate van den Broek 
Laura Nühlen 
Laura Kolk 
Lavinia Weststeijn 
Lieneke Homan 
Looren Schenau 
Matias Khmelinskii 
Mette van den Broek 
Natalya Reijs 
Nora van den Nieuwenhof 
Roek Burgerhout 
Sophia Iriarte 
Sophia Hegde 
Sophie Collé 
Wanda Wiedijk 
Zeynep Ayar

Een geblindeerde man in een hem vijandig gezinde groep
Repetitie Die Frau ohne Schatten - DNO (2025) | Foto: Bart Grietens

In het kort

Over de vierde meest ambitieuze opera van componist Richard Strauss en librettist Hugo von Hofmannsthal, over de terugkeer van Marc Albrecht, over de door velen als vrouwonvriendelijk ervaren opera vanuit een vrouwelijk perspectief én over drie werelden in één opera.

In het kort

Ambitieuze opera

Die Frau ohne Schatten is de vierde opera die Richard Strauss maakte in samenwerking met librettist Hugo von Hofmannsthal. Het wordt wel gezien als hun meest ambitieuze opera. Het complexe libretto vol symboliek, Strauss’ virtuoze partituur vol uiteenlopende kleuren, de enorme orkestrale en vocale bezetting – in alle opzichten is het werk extravagant. Aan geen van hun opera’s werkte het duo langer dan aan Die Frau ohne Schatten. In bewaarde brieven omschreef Strauss het werk als zijn ‘zorgenkindje’; hij worstelde met het op muziek zetten van Hofmannsthals ingewikkelde libretto. Toch wist Strauss de sprookjesachtige personages muzikaal tot leven te wekken, bijvoorbeeld door voor het ververskoppel inspiratie te putten uit zijn eigen relatie met zijn vrouw.

Terug van weggeweest

In 2008 maakte dirigent Marc Albrecht zijn debuut bij De Nationale Opera, met een indrukwekkende interpretatie van Die Frau ohne Schatten. Kort daarna werd hij benoemd tot chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch, een positie die hij maar liefst tien jaar vervulde. Hij had zijn afscheid in 2020 willen markeren met een nieuwe uitvoering van het door hem zo geliefde werk, maar de coronapandemie gooide roet in het eten. Nu is het eindelijk zo ver: de grote Straussliefhebber en -specialist beklimt alsnog de bok van De Nationale Opera om zijn vertrouwde orkest en een buitengewone cast door de partituur van Die Frau ohne Schatten te leiden.

Richard Strauss
Richard Strauss

Vanuit een vrouwelijk perspectief

Uit het libretto van Die Frau ohne Schatten spreken denkbeelden over vrouwelijkheid die velen vandaag de dag als achterhaald of ronduit vrouwonvriendelijk zullen ervaren. Gevierd theater- en operaregisseur Katie Mitchell, bekend om haar ensceneringen vanuit een feministisch perspectief, is een van de weinige vrouwen die het werk geregisseerd hebben. Zij neemt de vrijheid om het libretto niet een-op-een te volgen, en presenteert het werk als een ‘feministische sci-fi thriller’. Zo zoekt ze bijvoorbeeld ruimte om de (in het libretto naamloze) vrouw van de verver Barak meer sympathie en diepgang te geven, en vertaalt ze het sprookjesachtige element van de schaduw als symbool van vruchtbaarheid naar een heel realistisch gegeven: echoapparatuur waarmee wordt vastgesteld of er sprake is van een zwangerschap.

in het hoedenatelier
Ton Joling, afdelingshoofd van het Hoedenatelier, aan het werk met de maskers ontworpen door Naomi Dawson | Foto: Hugo Thomassen

Drie werelden

Decor- en kostuumontwerper Naomi Dawson heeft de drie verschillende werelden, waar het verhaal van de opera zich in afspeelt, op filmisch-realistische wijze vormgegeven. De klinische, moderne wereld van het keizerskoppel en de grimmige en gewelddadige wereld van de mensen vormen twee etages in hetzelfde enorme bouwwerk. In de derde akte verplaatsen we ons vervolgens naar de laboratoriumachtige, grauwe onderwereld waarover Keikobad regeert, en waaronder zich een nog duisterdere benedenverdieping bevindt. Hier zijn de mens-dierfiguren uit het rijk van de geesten thuis, voor wie Dawson indrukwekkende dierenmaskers ontwierp.

Repetitie Die Frau ohne Schatten - DNO (2025) | Foto: Michel Schnater
Die Frau ohne Schatten - Daniela Köhler (Die Kaiserin) en Michaela Schuster (Die Amme) tijdens een repetitie | Foto: Michel Schnater

Het verhaal

Tijdens de jacht heeft een keizer een gazelle neergeschoten, die veranderd is in een vrouw. Zij is de dochter van Keikobad, koning van de geesten. Hoewel zij nu in een menselijk lichaam leeft, heeft zij nog geen schaduw, wat betekent dat zij geen kinderen kan krijgen. Keikobad heeft zijn dochter een jaar gegeven om een schaduw te verwerven, maar ze is nog niet zwanger. Het jaar verstrijkt over drie dagen.

Het verhaal

Tijdens de jacht heeft een keizer een gazelle neergeschoten, die veranderd is in een vrouw. Zij is de dochter van Keikobad, koning van de geesten. Hoewel zij nu in een menselijk lichaam leeft, heeft zij nog geen schaduw, wat betekent dat zij geen kinderen kan krijgen. Keikobad heeft zijn dochter een jaar gegeven om een schaduw te verwerven, maar ze is nog niet zwanger. Het jaar verstrijkt over drie dagen.

Een bode deelt de voedster Keikobads laatste waarschuwing mee: als de keizerin geen schaduw verwerft, zal Keikobad de keizer laten verstenen (in coma laten raken, in deze productie). De voedster stelt voor samen met de keizerin naar de grauwe mensenwereld te gaan, waar zij een geschikte draagmoeder denkt te hebben gevonden in de vrouw van Barak, die wel een schaduw heeft. Het echtpaar woont samen met de drie broers van Barak. Barak en zijn vrouw hebben nog geen kinderen, wat tot spanningen in hun relatie leidt. De voedster probeert Baraks vrouw met een verzameling mooie beloftes te overtuigen om het kind van de keizerin te dragen.

II 

De voedster dwingt een jongeman om seks te hebben met Baraks vrouw. Tegelijkertijd begint de keizerin te twijfelen of dit wel de manier is om een kind te krijgen. Ze voelt zich schuldig tegenover het echtpaar. Er ontstaat een dilemma: ze wil zowel hun huwelijk als haar eigen man redden. Wanneer Baraks vrouw tijdens de zoveelste ruzie aan haar man opbiecht dat ze hem heeft bedrogen door haar vruchtbaarheid te verkopen, poogt Barak zijn vrouw te doden. Keikobad verschijnt en neemt Barak en zijn vrouw mee naar de onderwereld van de geesten. 

III 

Doordat zij in een onderaardse wereld van elkaar worden gescheiden, realiseren Barak en zijn vrouw zich dat ze toch samen willen zijn. Wanneer ook zij in de onderwereld aankomt, breekt de keizerin met de voedster, die door Keikobad wordt verbannen omdat ze de keizerin naar de mensenwereld heeft gebracht. De keizerin krijgt nog één kans om de vruchtbaarheid van Baraks vrouw te verkrijgen, maar zelfs wanneer ze haar man in coma ziet, weigert ze. Deze daad van zelfopoffering beweegt haar vader, Keikobad, ertoe haar alsnog in staat te stellen kinderen te krijgen. Keikobad wekt de keizer uit zijn coma, en Barak en zijn vrouw worden herenigd. In de verte klinken de stemmen van de ongeboren kinderen van beide koppels.

Drie mensen in gesprek
AJ Glueckert (Der Kaiser) en acteurs Thespis Athineus (links) en Alicia Verdú Macián (rechts) tijdens een repetitie | Foto: Michel Schnater
Hugo von Hofmannsthal en Richard Strauss samen in een tuin in gesprek
Hugo von Hofmannsthal en Richard Strauss | Foto: Richard Strauss Institut
Van 1864 tot 1949

Tijdlijn

De samenwerking tussen Strauss en Hofmannsthal

1864 

Richard Strauss wordt geboren in München. Zijn vader, Franz Strauss, is componist en solohoornist in het orkest van de hofopera van München. Daar speelt Franz de eerste hoornpartij tijdens de premières van onder meer Wagners Tristan und Isolde en Die Walküre

1874 

Hugo von Hofmannsthal wordt geboren als kind van een bankdirecteur. Hij groeit op in een beschermd milieu en krijgt privé-onderwijs. 

1882 

In de zomer reist Richard met zijn vader mee naar Bayreuth, die daar de eerste hoornpartij zal invullen tijdens de première van Parsifal. Niet veel later breekt hij zijn universitaire studies filosofie en kunstgeschiedenis af om een carrière in de muziek na te streven. Al snel verwerft hij in verschillende Duitse theaters posities als (assistent-) dirigent.

1890 

Hofmannsthal publiceert zijn eerste gedichten en verwerft aanzien in Weense literaire kringen. 

1899 

Richard Strauss, die zijn naam als componist inmiddels heeft gevestigd met symfonische gedichten als Tod und Verklärung en Also sprach Zarathustra, vertrekt naar Berlijn en wordt dirigent bij de Berlijnse Hofopera. Hij stort zich in het bloeiende culturele leven en ontmoet daar onder anderen Hugo von Hofmannsthal. 

1905 

Strauss’ derde opera Salome gaat in première in Dresden en is zijn eerste grote succes in het operagenre. In datzelfde jaar ziet Strauss Hofmannsthals toneelbewerking van Elektra. Deze inspireert hem zozeer dat hij besluit het stuk als uitgangspunt te nemen voor zijn volgende opera.

1911 

Nadat Strauss het libretto voor Elektra zelf samenstelde uit de toneeltekst van Hofmannsthal, gaat met Der Rosenkavalier de eerste echte samenwerking tussen de twee in première. Een maand nadien tekent Hofmannsthal de eerste ideeën op voor Die Frau ohne Schatten

1912-1916 

Door de moeite die Hofmannsthal heeft om het libretto van Die Frau ohne Schatten te vervaardigen, loopt het project flinke vertraging op. Het zal het langstlopende project van Strauss ooit worden. In afwachting van nieuwe delen van het libretto componeert Strauss gelijktijdig maar liefst vier grote werken, waaronder de opera Ariadne auf Naxos (1913, herwerking in 1916) en het symfonische gedicht Eine Alpensinfonie (1915).

Strauss dirigeert zijn opera Arabella in de  Stadsschouwburg Amsterdam
Strauss dirigeert zijn opera Arabella in de Stadsschouwburg Amsterdam, 1934

1917-1919 

In 1917 rondt Strauss de partituur van Die Frau ohne Schatten af. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) vindt de première plaats in de Weense Staatsopera, waar Strauss op dat moment net benoemd is tot co-directeur. De opera wordt met gemengde reacties ontvangen: de muzikale pracht wordt bewonderd, maar het complexe libretto en de technische uitdagingen roepen ook verwarring en kritiek op. 

1928 

Op 6 juni 1928 gaat Die ägyptische Helena in première. Nadat Hofmannsthal eerder de samenwerking aan de burgerlijke komedie Intermezzo (1924) had afgeslagen, wordt met deze opera, die uit mythische verhaalstof put, de samenwerking tussen Strauss en Hoffmansthal hersteld. 

1929 

Vlak na de zelfmoord van zijn zoon overlijdt Hofmannsthal zelf aan een hartaanval. In een brief aan Hofmannsthals vrouw schrijft Strauss dat niemand hem zal kunnen vervangen, “noch voor mij, noch voor de gehele muziekwereld.” 

1933 

Ten tijde van zijn overlijden werkte Hofmannsthal met Strauss aan Arabella. Hoewel Hofmannsthal tot vlak voor zijn overlijden nog flink aan het libretto aan het sleutelen was, besluit Strauss Hofmannsthals werk niet door te geven aan een andere librettist, maar de beschikbare versie op muziek te zetten. 

1949

Strauss overlijdt op 8 september 1949 in zijn buitenhuis in Garmisch-Partenkirchen.

 

Katie Mitchel
Katie Mitchel | Foto: Stephen Cummiskey
“Van een traag sprookje naar een gewelddadige thriller”

In gesprek met regisseur Katie Mitchell

Nadat Katie Mitchell Strauss’ Ariadne auf Naxos onderwierp aan een update voor het Festival d’Aix-en-Provence, buigt ze zich nu over een van Richard Strauss’ meest ambitieuze opera’s. Daarbij staat het voor haar buiten kijf dat ze in haar enscenering iets tegenover de misogynie moet stellen die ze in het libretto terugvindt. Hoe geeft Mitchell een hedendaagse vorm aan dit ruim honderd jaar oude werk?

In gesprek met regisseur Katie Mitchell

Nadat Katie Mitchell Strauss’ Ariadne auf Naxos onderwierp aan een update voor het Festival d’Aix-en-Provence, buigt ze zich nu over een van Richard Strauss’ meest ambitieuze opera’s. Daarbij staat het voor haar buiten kijf dat ze in haar enscenering iets tegenover de misogynie moet stellen die ze in het libretto terugvindt. Hoe geeft Mitchell een hedendaagse vorm aan dit ruim honderd jaar oude werk?

Tekst: Jasmijn van Wijnen

“De manier waarop misogynie op elk niveau in het libretto van Die Frau ohne Schatten zit ingebakken, is de grootste uitdaging voor het creëren van een nieuwe regie van dit werk,” vertelt Mitchell. De Britse theater- en operaregisseur staat bekend om haar innovatieve en vaak feministische benaderingen van het klassieke repertoire. Haar ensceneringen kenmerken zich door een psychologisch gedetailleerde en filmische aanpak. 

Feministische sci-fi thriller

Haar regie van Die Frau ohne Schatten beschrijft ze als een feministische sci-fi thriller. “Het originele verhaal gaat over een bovennatuurlijk vrouwelijk personage (de keizerin) dat geen kinderen kan krijgen en een menselijke vrouw zo ver probeert te krijgen om haar vruchtbaarheid op te geven en aan de keizerin af te staan. In het regieconcept heb ik extra spanning en gevaar toegevoegd aan het drama, waardoor de opera is getransformeerd van een wat traag sprookje naar een snelle en gewelddadige thriller,” vertelt Mitchell. De vrouwonvriendelijkheid schuilt in verschillende aspecten van de opera. Mitchell: “Het libretto legt de schuld voor kinderloosheid bijvoorbeeld volledig bij de vrouwelijke partner, zonder enige wetenschappelijke onderbouwing. Er is daarnaast sprake van validisme [discriminatie tegenover mensen met een fysieke, mentale, of cognitieve beperking, red.] in de manier waarop de drie broers van Barak ten tonele worden gevoerd.” 

De vertaalslag van de regisseur 

Om de opera kritisch te benaderen, maakte Mitchell een aantal bepalende artistieke keuzes. Allereerst koos ze ervoor haar regieconcept te centreren rond de vader en de dochter: Keikobad en de keizerin. In de oorspronkelijke opera verschijnt Keikobad niet fysiek, maar is hij slechts aanwezig via de bovennatuurlijke invloed die hij uitoefent op de gebeurtenissen en in de verwijzingen die andere personages naar hem maken. Mitchell kiest er echter voor om het conflict tussen vader en dochter centraal te stellen en laat Keikobad al vanaf het begin van de voorstelling fysiek aanwezig zijn op het podium, om zijn ultimatum in levenden lijve te stellen: als zijn dochter niet binnen drie dagen een schaduw (symbool voor vruchtbaarheid) weet te verwerven, zal haar man, de keizer, verstenen. In Mitchells productie aanschouwt Keikobad gedurende de rest van de voorstelling het verloop van de gebeurtenissen en de pogingen van zijn dochter en haar voedster om de vruchtbaarheid van een andere vrouw te stelen, om ze hier vervolgens hardhandig voor te straffen. Door Keikobads aanwezigheid op het toneel is zijn – letterlijk – patriarchale macht uitdrukkelijker aanwezig dan middels zijn magische, niet-fysieke verschijningsvorm in het oorspronkelijke werk.

Kostuum Guardian of threshold
Kostuumontwerpen van Naomi Dawson
Kostuum Spirit female smart black

In het originele libretto wordt het personage van Barak geportretteerd als een goedzak en zijn naamloze vrouw als een lastig mens. In haar benadering brengt Mitchell de genderrollen weer in balans en laat ze zien hoe beide personages verantwoordelijk zijn voor de problemen in hun huwelijk, waaronder onvruchtbaarheid. Ze verandert ook hun sociaal-politieke context door van de echtgenoot een verpauperde en depressieve drugsdealer te maken.

Ook Mitchells omgang met Baraks broers past binnen de grimmige mensenwereld die de regisseur creëerde: een omgeving doordrenkt van drugs, geweld en maatschappelijke ongelijkheid. In plaats van hen te definiëren door hun fysieke beperking, zoals hun personagenamen suggereren (‘de eenogige’, ‘de eenarmige’, ‘de gebochelde’), verschijnen zij gehavend en in verband, omdat zij als drugsdealers net uit een gevecht komen.

“Er gaat niets verloren, er wordt alleen gewonnen”

Voor Mitchell is het cruciaal om canonieke operawerken met een kritische, hedendaagse blik te blijven benaderen. “Wanneer we een opera door de tijd heen sleuren, nemen we niet alleen de prachtige muzikale bladeren en takken mee, maar ook de giftige wortels van de misogynie, het racisme of het validisme uit de tijd waarin de opera werd gecomponeerd,” stelt Mitchell. “Als we deze giftige wortels niet aanpakken bij het ensceneren, riskeren we de oorspronkelijke misogynie niet alleen te laten voortbestaan – maar, nog erger, haar actief uit te dragen.” 

Katie Mitchell

“Wanneer we een opera door de tijd heen sleuren, nemen we niet alleen de prachtige muzikale bladeren mee, maar ook de giftige wortels”

Volgens Mitchell is die populariteit van de opera vooral te danken aan de prachtige muziek van Strauss. Mitchell: “Het libretto van deze opera wordt doorgaans niet zo geroemd als de muziek. De dramatische opbouw is vrij onevenwichtig. Zonder de spectaculaire muziek zou de tekst op zichzelf nooit overeind blijven als toneelstuk. Het aanpassen van de enscenering om het libretto te moderniseren is essentieel om de opera relevant te houden. Er gaat daarmee niets verloren, er wordt alleen gewonnen.” 

Al haar artistieke ingrepen liggen op het gebied van vormgeving en regie. Ze werkt daarbij regelmatig tegen het libretto in, maar nooit tegen de muziek: “Ik verbind bij het regisseren de handelingen met de muzikale textuur van de opera. Goede muziek zal altijd openstaan voor verschillende emotionele interpretaties.” 

De vrouw zonder schaduw

 Daarbij kiest Mitchell voor een concrete interpretatie van de schaduw die de keizerin moet verkrijgen. “Het centrale beeld van de schaduw wordt door Hofmannsthal inconsequent gebruikt. Soms wordt de letterlijke schaduw bedoeld, die ieder mens kan werpen, terwijl de schaduw op andere momenten wordt gekoppeld aan vruchtbaarheid. Ik maak een eenduidige keuze in deze productie: in alle gevallen representeert de schaduw vruchtbaarheid.” In plaats van de schaduw (of de afwezigheid daarvan) als zodanig te verbeelden, toont Mitchell echoapparatuur, waarmee heel concreet de baarmoeder in beeld kan worden gebracht.

Decor- en kostuumontwerper Naomi Dawson creëerde voor Die Frau ohne Schatten een indrukwekkend groot en gedetailleerd decor met appartementen verdeeld over verschillende etages. De bovenste etage verbeeldt de wereld van de keizer en de keizerin en heeft een moderne, klinische, science fiction-achtige uitstraling. De etage daaronder geeft de schimmige, van drugs en geweld doordrenkte wereld van de mensen weer. In de derde akte bevinden we ons in de duistere onderwereld waarover Keikobad regeert. Onder de laboratoriumachtige ruimte bevindt zich nog een grimmige kelderverdieping met cellen en een ondergrondse gracht. Keikobad en zijn volgelingen uit het rijk der geesten verschijnen als menselijke figuren met dierenkoppen – verwijzend naar hun vermogen om zowel een menselijke, als een dierlijke gedaante aan te kunnen nemen. 

Door Die Frau ohne Schatten te presenteren als een feminstische sci-fi thriller, ontdoet Mitchell de opera van de sprookjesachtige sluier waarmee de problematische ideeën in het oorspronkelijke werk werden afgedekt. Wat ze daarvoor in de plaats stelt, is een spannende, filmische beeldtaal die de hedendaagse toeschouwer directer aanspreekt.

repetitie
Repetitie Die Frau ohne Schatten | Foto: Michel Schnater
Het verlangen om anders te zijn

De gelaagde symboliek van Die Frau ohne Schatten

Dramaturg Klaus Bertisch duikt in de diepere lagen van Strauss’ en Hofmannsthals meesterwerk. Die Frau ohne Schatten is meer dan een sprookje – het is een verhaal over identiteit, transformatie en de zoektocht naar menselijkheid. Met rijke muziek en complexe personages confronteert het werk ons met morele keuzes en diepgewortelde verlangens.

De gelaagde symboliek van Die Frau ohne Schatten

Het verlangen om anders te zijn

Dramaturg Klaus Bertisch duikt in de diepere lagen van Strauss’ en Hofmannsthals meesterwerk. Die Frau ohne Schatten is meer dan een sprookje – het is een verhaal over identiteit, transformatie en de zoektocht naar menselijkheid. Met rijke muziek en complexe personages confronteert het werk ons met morele keuzes en diepgewortelde verlangens.

Tekst: Klaus Bertisch 
Vertaling: Jasmijn van Wijnen

De correspondentie tussen de componist Richard Strauss en de dichter Hugo von Hofmannsthal, die samen talrijke opera’s schreven, is van groot belang in de muziekgeschiedenis. De correspondentie getuigt zowel van de creatie van hun respectievelijke werken als van het persoonlijke contact tussen de twee kunstenaars. Het is vooral de ontstaansgeschiedenis van Die Frau ohne Schatten, die veel ruimte inneemt binnen de indrukwekkende verzameling brieven. Misschien is dit deels te wijten aan de lange periode die de ontstaansgeschiedenis van dit ‘zorgenkindje’ – zoals Strauss het werk zelf ooit omschreef – kenmerkte. 

De eerste ideeën ontstonden al in 1911, een vroege versie van het libretto en schetsen voor het gezamenlijke ontwerp volgden in 1913, maar het werkproces sleepte zich door de Eerste Wereldoorlog heen tot de voltooiing in 1917 en de première in Wenen in 1919. Aan de andere kant waren er ook verhitte discussies tussen de de twee over aspecten van de inhoud. De componist zelf stelde ooit dat “Schatten zu werfen, beide erwählt” (“Beiden verkozen om een schaduw te werpen”, laatste scène van Die Frau ohne Schatten) moeilijk op een vergelijkbare manier gecomponeerd kon worden als “Hab mir’s gelobt, ihn lieb zu haben” (“Ik heb mij gezworen hem lief te hebben”, slot van Der Rosenkavalier).

Andere tijden 

De technische mogelijkheden zijn vandaag de dag, meer dan 100 jaar na de première van de opera, radicaal anders. Strauss en Hofmannsthal zouden in de 21ste eeuw waarschijnlijk voornamelijk informatie hebben uitgewisseld met behulp van e-mails, die dan waarschijnlijk verloren zouden zijn gegaan. Zo is het onwaarschijnlijk dat we een briefwisseling tussen componist Hans Werner Henze en librettist Hans-Ulrich Treichel of George Benjamin en Martin Crimp ooit in boekvorm zouden kunnen lezen. 

Ook op wetenschappelijk en medisch gebied is de wereld veranderd. Een sprookjesachtige zwangerschap inclusief bevruchting was ook ten tijde van Hofmannsthal en Strauss vooral een literair fenomeen. Maar zeker anno nu vraagt een geënsceneerde uitvoering van de opera om een nieuw soort realisme, van het soort dat in producties sinds de première meestal is vermeden. Het idee van een schaduw als symbool van vruchtbaarheid heeft zich in ieder geval nooit echt gevestigd in de literaire canon. Daarom is het vandaag de dag belangrijk om het sprookjesachtige en mystieke concreet te maken, zeker als men een publiek wil bereiken dat de ingewikkelde, maar gelaagde handeling van de opera – met al haar uiteenlopende ontwikkelingen, die bovendien doorspekt zijn met sterk geseksualiseerde elementen – kan begrijpen.

Sprookjesachtige onbepaaldheid

Bovenal is het belangrijk om in gedachten te houden dat het werk geen heldere situering in de tijd kent. Als je Hofmannsthals informatie aan het begin van zijn tekstboek bekijkt, zul je alleen een ‘plaats van handeling’ ontdekken, maar geen antwoord op de vraag ‘wanneer’? Er zijn hiërarchische structuren, maar geen concrete politieke achtergrond. Wie zijn deze mensen die we hier ontmoeten? Terwijl het titelpersonage en haar partner alleen worden beschreven aan de hand van hun status (‘de keizerin’, ‘de keizer’), heeft de mannelijke figuur van het contrasterende koppel tenminste een naam (‘Barak’). Zijn vrouw wordt alleen beschreven als ‘zijn vrouw’. Hoe centraal en dramatisch haar rol ook is, ze blijft ongedefinieerd. 

In de tweede akte spreekt het personage Barak over ‘vandaag’ en maakt daarmee de enige concrete tijdsallusie in het hele stuk. Maar van een regisseur verwacht je een meer gedefinieerde tijdindeling van de gebeurtenissen. Het zijn deze gebeurtenissen namelijk, die de toestand van de personages bepalen. Uiteindelijk gaat het om hun emotionele toestand en om menselijk begrip voor hun omstandigheden. De sprookjesachtige omstandigheden van de plot op een gegeneraliseerde manier beschrijven of in een vaag nirwana situeren, zou leiden tot misverstanden en afstandelijkheid.

Die Frau ohne Schatten repetitie met rendier en roofvogel in menselijke gestalte
Repetitie Die Frau ohne Schatten | Foto: MIchel Schnater

Hogere machten in het spel 

De opera behandelt een oud sprookjesthema dat we door de eeuwen heen in talloze vormen tegenkomen, van Het Zwanenmeer tot Rusalka: personages verlangen ernaar ‘anders’ te zijn omdat hun eigen bestaan niet langer genoeg voor hen is. Daarbij hoort een andere figuur die hun een vrijheid belooft die de personages in de plot zich niet konden voorstellen in hun eigenlijke maatschappelijke beperkingen. Een prins verlangt naar de vrijheid van de zwaan omdat hij niet onderworpen wil zijn aan de beperkingen die zijn familie hem heeft opgelegd. De waternimf wil mens worden en blijven omdat ze op bedrieglijke wijze ten prooi is gevallen aan de liefdesgeloften van een prins. In Die Frau ohne Schatten is het de witte gazelle die mens is geworden en uit liefde bij haar keizer wil blijven, maar dit alleen kan bereiken als ze zwanger wordt. Dit zijn allemaal ongeloofwaardige gebeurtenissen. Stel je voor onder welke druk zo’n vrouw staat.

Maar juist dit verlangen om anders te zijn lijkt nu, in de eerste helft van de 21ste eeuw, uiterst modern als we denken aan de zoektocht naar identiteit onder jongeren van dit moment. “Übermächte sind im Spiel” (“Er zijn hogere machten in het spel”) lijkt bijna een ontwijkend excuus van de voedster aan het einde van de tweede akte. Maar wat zijn deze ‘hogere machten’? Ook in heel concrete situaties is er soms iets onverklaarbaars dat we moeten accepteren. De hele sciencefictionindustrie draait vandaag de dag op dat principe. 

De maatschappelijke positie van de makers 

Het is zeker zinvol om de privé-situatie van de auteurs in ogenschouw te nemen. Strauss zou omschreven kunnen worden als een nuchter en geaard mens, deels omdat zijn moeder uit een dynastie van Beierse bierbrouwers kwam en hij, hoe muzikaal hij ook was, deze achtergrond nooit echt helemaal heeft kunnen afwerpen. 

Hugo von Hofmannsthal daarentegen was een estheet die veel meer bezig was met zijn sociale status. In overeenstemming met zijn status trouwde hij met een vrouw uit zijn eigen kringen. Gerty von Hofmannsthal was, net zoals Hofmannsthal zelf, kind van een bankdirecteur. Het huwelijk gold voor de dichter als de hoeksteen van de maatschappelijke orde, maar al kort na zijn huwelijk toonde Hofmannsthal meer belangstelling voor zijn mannelijke vrienden dan voor zijn vrouw. Eenmaal gesmeed was de band lang niet meer zo interessant en het is zeer waarschijnlijk dat Hofmannsthal verschillende liefdesaffaires had. Ook zijn vriendschap met Strauss was in wezen een echte mannenrelatie. 

De dichter was een traditiebewuste, conservatieve vertegenwoordiger van de Oostenrijks-Habsburgse monarchie en leed enorm tijdens de Eerste Wereldoorlog en de val van ‘zijn’ rijk. Beide kunstenaars hadden nakomelingen: Strauss had een zoon, Franz, geboren in 1897, terwijl Hofmannsthal drie kinderen had, waarvan de middelste zoon 10 jaar na de première van Die Frau ohne Schatten zelfmoord pleegde. Dat het overheersende voorbeeld van zijn vader een negatieve invloed had op zijn zoon, zou in verband gebracht kunnen worden met diens ingrijpende beslissing om een einde aan zijn leven te maken. De zelfmoord was voor Hofmannsthal zo’n dramatische gebeurtenis dat hij kort daarna zelf een hartaanval kreeg en slechts twee maanden na de dood van zijn zoon overleed. Het zelfmoordcijfer was in die tijd sowieso relatief hoog. Het was een tijd die gekarakteriseerd werd door ontwikkelingen in de psychoanalyse. Het verwerken van dergelijke inzichten in de literatuur was dan ook een van Hofmannsthals artistieke doelen.

Innige omhelzing van Barak en Sein Weib
osef Wagner (Barak) en Aušrinė Stundytė (Sein Weib) tijdens een repetitie | Foto's: Bart Grietens
Die Amme  - Michaela Schuster, rokend voor een volle asbak
Repetitie Die Frau ohne Schatten - Michaela Schuster (Die Amme ) | Foto: Bart Grietens

Eindtijdfase

Alle handelingen in Die Frau ohne Schatten, die gekenmerkt worden door een sterke fantasie en overlopen van sprookjesachtige tot duidelijk seksuele toespelingen, zijn zeker gebaseerd op een diepe psychologische betekenis. Je zou hier ook kunnen denken aan Traumnovelle van Hof-
mannsthals literaire vriend en collega Arthur Schnitzler of diens drama Liebelei, waarin het spel tussen ernst en lichtvoetigheid eindigt in zelfmoord.

Maar ook al lijken vergelijkbare gebeurtenissen ons in onze empirische tijd onwaarschijnlijk, we moeten ons realiseren dat we ons vandaag de dag ook in een soort eindtijdfase bevinden, net als voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. De afstand tussen arm en rijk – zoals duidelijk te zien is in Die Frau ohne Schatten met de contrasterende echtparen – is zelden zo groot geweest als nu. Wij kunnen vandaag de dag echter wetenschappelijk duiden wat in de tijd van de totstandkoming van de opera nog in de ontwikkelings- of onderzoeksfase was. Misschien kunnen we op deze manier de dubbelzinnigheden verklaren waar het werk vol mee zit en die de auteurs misschien intuïtief aanvoelden zonder deze echt rationeel te kunnen onderbouwen. 

En juist daarvoor is muziek meer dan nodig. Strauss geeft het personage van Barak in zijn compositie misschien wel de mooiste, meest harmonieuze muziek. Of dit hem ook tot een positief personage maakt, valt nog te bezien. Aan het einde van het werk is er een uitgestrekt, bijna eindeloos kwartet van de vier hoofdpersonen, waarin menselijk lijden wordt verdrongen en overwonnen door uitbundig geluk. Strauss en Hofmannsthal wilden met hun opera een nieuwe Zauberflöte creëren. Met de vraag naar zwangerschap of kinderloosheid creëerden ze beproevingen die eindigden met een zoektocht naar menselijkheid. Gezuiverd vieren de beide paren aan het slot, in het stralendste C-groot, respect en naastenliefde – een ideaal van liefde en menselijkheid, dat echter, gezien alles wat eraan voorafging, verrassend zwaar bevochten lijkt

Marc Albrecht
Marc Albrecht | Foto: Marco Borggreve
Een opera van tegenstellingen en transformaties

In gesprek met dirigent Marc Albrecht

In 2025 keert Marc Albrecht, voormalig chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch, terug naar Amsterdam voor een productie van Strauss’ meesterlijke sprookjesopera, hetzelfde stuk waarmee hij er in 2008 zijn debuut maakte.

In gesprek met dirigent Marc Albrecht

In 2025 keert Marc Albrecht, voormalig chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch, terug naar Amsterdam voor een productie van Strauss’ meesterlijke sprookjesopera, hetzelfde stuk waarmee hij er in 2008 zijn debuut maakte.

Tekst: Benjamin Rous

“Voor mij is Die Frau ohne Schatten vooral een wereld op zich. Het is een wonderbaarlijk werk, zowel in puur muzikaal opzicht als in de wijze waarop die muziek dramaturgisch samengaat met het libretto van Hofmannsthal. Er zit in deze opera een ongelooflijke hoeveelheid nieuwe vondsten, nieuwe texturen die Strauss alleen voor dit stuk ontwikkelde.”

“Natuurlijk zijn er momenten waarin de intensiteit van het enorme orkest overweldigend is, met name in sommige van de magnifieke tussenspelen, maar Strauss weet in dit werk ook uiterst verfijnde, kamermuzikale momenten te creëren. Delicate texturen en kleuren komen hier prachtig aan het licht, meer dan in zijn eerdere opera’s. In puur harmonisch opzicht waagde Strauss in zijn eerdere opera Elektra zeker nog een extra stap vooruit op het gebied van verregaande dissonanten en polytonaliteit, maar zijn nieuwe stijl van verfijning in Die Frau ohne Schatten is net zo goed een prestatie van formaat.” 

Een opera als een caleidoscoop

Net als in de twee opera’s die Strauss direct voor Die Frau ohne Schatten componeerde, Der Rosenkavalier en Ariadne auf Naxos, lijkt hij de blik geregeld achterom op de muziekgeschiedenis gericht te hebben. “Soms herkennen we muziek van eerdere eeuwen die als door een venster naar binnen schijnt, zonder dat Strauss echt letterlijk citeert. Het enige echte citaat in de opera is het Tristan-akkoord (F-B-D#-G#) uit Wagners opera Tristan und Isolde, dat opduikt op cruciale momenten, altijd in zijn pure vorm. Maar we horen het steeds maar heel kort, als een moment dat meteen voorbijgaat.”

“Verder zit er vrij veel Bach in dit stuk, meer dan in de andere werken van Strauss. Zo is in het gebruik van contrapunt die invloed van Bach merkbaar. Soms horen we extreem kunstig drie muzikale motieven naast elkaar geplaatst, soms zelfs vier. Ook gebruikt Strauss de typische Bach-techniek van augmentatie of vergroting van een muzikaal motief. Dan horen we een thema dat we al kennen opeens twee of zelfs vier keer zo langzaam. Die Frau ohne Schatten heeft iets weg van een caleidoscoop waarin Strauss’ zeer persoonlijke eigen toon samensmelt met die van vroeger tijden.”

Gescheiden werelden

In een vroeg stadium speelde Strauss met de gedachte om voor de wereld van de geesten en die van de mensen twee verschillende orkesten te gebruiken: een klein orkest zoals in Ariadne auf Naxos en een groter orkest. Dat idee van de verdeling in verschillende orkesten heeft de componist uiteindelijk niet doorgevoerd. “Strauss heeft een harmonische oplossing gevonden voor dat onderscheid. Er zitten veel meer chromatiek en constante veranderingen van toonaard in de duistere geestenwereld, in de muziek van Keikobad en de voedster. De voedster krijgt bijvoorbeeld een slangachtig chromatisch thema dat je moeilijk kunt meezingen en dat geen tonaal centrum lijkt te hebben. Haar bovenmenselijke natuur blijkt uit het extreem wijde bereik van de rol, dat zo ongeveer van hoogdramatische sopraan tot dramatische alt gaat. Er zijn maar weinig zangeressen in de wereld die deze uitzonderlijke rol kunnen zingen.” 

“De keizer en keizerin zijn vrijwel volledig diatonische personages, die op vaste tonale grond staan met hun mooie zanglijnen. Barak is eigenlijk een soort liedzanger, met vrijwel steeds een cantabile in zijn lijn, puur omdat Strauss hem als een door en door positief en goedhartig persoon karakteriseert. De muziek van zijn vrouw heeft dan weer erg spitse, chromatische texturen, heel modern voor die tijd. Dat komt voort uit de strijd en spanning die ze in zich draagt, haar onvervulde en ongelukkige gevoel. Strauss gebruikt voor de verschillende personages dus een heel effectieve taal van contrasterende toonaarden.” 

“Wanneer we bijvoorbeeld in de eerste akte voor het eerst in het huis van Barak belanden, horen we vrijwel meteen een soort vocaal duel tussen hem en zijn vrouw: hij met zijn lange lijnen die steeds gegrond zijn in tonale harmonie, zij met haar uiterst gespannen, beweeglijke muziek die niet zo duidelijk is vast te leggen. Ze zijn tegengesteld en passen totaal niet bij elkaar, ook muzikaal niet. En het wonder is natuurlijk dat deze twee volkomen van elkaar gescheiden lijnen aan het begin van | de derde akte, nadat de aardverschuiving heeft plaatsgevonden, elkaar opeens vinden en samenkomen. We horen dan opeens dat die twee muzikaal wel degelijk iets heel dieps delen.”

Vrouw op bed wordt onder schot genomen
Repetitiebeeld Die Frau ohne Schatten | Foto: Bart Grietens

Transformatie

Die Frau ohne Schatten is in de eerste plaats een opera over transformatie. “Dat geldt in het bijzonder voor de keizerin en de verfster, die als gevolg van hun louterende ervaring een grote ontwikkeling en groei doormaken in de derde akte. Zoals Hofmannsthal aan Strauss schreef: “denk eraan dat zelfs als de keizerin bijna niets zegt in de tweede akte, zij het hoofdpersonage blijft, zíj is de ‘Frau ohne Schatten’.” Het gaat om de ongelooflijke ontwikkeling die zij doormaakt. In het begin van de opera klinkt ze bijna als een vogel, een natuurstem, daar is niets menselijks aan. Geleidelijk wordt ze dan een menselijk wezen met een menselijke stem.” 

“Midden in de tweede akte ervaart zij het lijden van Barak, ze begrijpt het conflict en begrijpt ook wat het betekent om medeleven te voelen. Zo ontdekt ze een hogere vorm van liefde. Op dat moment gebeurt er muzikaal iets ongelooflijks: we horen kort het Tristan-akkoord en betreden daarna een Bach-achtige wereld, de wereld van de Matthäuspassion. Strauss geeft de keizerin ineens een menselijke toon en maakt haar groei door loutering en medeleven op deze manier symbolisch volkomen duidelijk. Ze verandert van een wat oppervlakkige ‘happy housewife’ in iemand met spirituele kracht en een sterk moreel kompas. Dat is voor mij de kern van de hele opera.” 

Een jubelend slot

 Gezien de lengte van de opera en de veeleisende zangpartijen, zijn in het verleden nogal eens coupures in de partituur aangebracht. “In deze nieuwe productie heb ik veel met regisseur Katie Mitchell overlegd om manieren te vinden om zoveel mogelijk van de partituur te kunnen spelen. Dat is echt winst, vooral in de derde akte met zijn complexe structuur, waarin alles een beetje door elkaar lijkt te zweven en vele lagen elkaar afwisselen en kruisen, en waarin niets duidelijk van elkaar te scheiden is. Er zit ook eigenlijk geen zwakke muziek in deze opera. Ik begrijp bijvoorbeeld totaal niet dat dirigenten nog geen dertig of veertig jaar geleden nog flink sneden in de finale van de opera. Daarin zit voor mij geen enkele noot die vervangen of weggelaten kan worden. Het is juist prachtig om te merken hoe Strauss de opera muzikaal afrondt, zo ongelooflijk gedetailleerd.” 

“Je zou kunnen zeggen dat de finale op het eerste gezicht een beetje naïef aandoet, met zijn stralende C-groot en kinderstemmen, maar er zitten volop nuances in, de jubel die we horen is heel rijk en veelzijdig. Er zijn ook schaduwmomenten en de vier personages die samen jubelen doen dat elk op eigen wijze. Opeens zingen dan de keizerin en de verfster unisono samen, woord voor woord en noot voor noot. Ze ontmoeten elkaar en dat is ongelooflijk mooi en ontroerend gecomponeerd. En dan geeft Strauss hier tot besluit geen fortissimo C-groot akkoord, maar een pianissimo einde, na allerlei motieven nog eens te hebben laten klinken. En op het allerlaatst, wanneer niemand meer zingt, klinkt in de lage strijkers nog een keer zacht het motief met het doodsvonnis van de keizer – “Er wird zu Stein!” [“Hij zal verstenen”, red.]. De dreiging is misschien gesublimeerd, maar is niet verdwenen. De gelaagdheid van Die Frau ohne Schatten klinkt door tot in de allerlaatste maten.”

Richard Strauss
Foto: Richard Strauss
Een libretto tot leven wekken

Een muzikale analyse van Strauss’ meesterwerk

Die Frau ohne Schatten is misschien wel Strauss’ meest ambitieuze opera. Hofmannsthals betoverende maar complexe libretto bood de componist een overvloed aan beelden en symboliek. Strauss zette dit om in een grootschalig muzikaal werk waarin hij technische virtuositeit combineerde met diepe aardse menselijkheid.

Een muzikale analyse van Strauss’ meesterwerk

Een libretto tot leven wekken

Die Frau ohne Schatten is misschien wel Strauss’ meest ambitieuze opera. Hofmannsthals betoverende maar complexe libretto bood de componist een overvloed aan beelden en symboliek. Strauss zette dit om in een grootschalig muzikaal werk waarin hij technische virtuositeit combineerde met diepe aardse menselijkheid.

Tekst: Bryan Gilliam 
Vertaling: Jasmijn van Wijne

Die Frau ohne Schatten kan met recht Hofmannsthals en Strauss’ meest extravagante opera genoemd worden. De variëteit in klanken is makkelijker te ervaren dan te beschrijven, omdat we in het werk van de meest diatonische muziek (de pantomime tussen Barak en zijn vrouw in de eerste akte in een statische D majeur), naar de meest dissonante (Keikobads verbanning van de voedster), en van de meest luide (aan het eind van de tweede akte) naar de meest verstilde (nadat de keizerin de schaduw van de verfster afslaat) passages bewegen. Vocale en instrumentale bezettingen zijn door de drie aktes heen even divers: van kamerorkestrale tot symfonische bezettingen in de intermezzi; uitgebreide solopartijen voor cello, viool en fagot; en aria’s, duetten, trio’s en kwartetten, evenals koren op en achter het toneel. 

Complex maar persoonlijk

Die Frau ohne Schatten is Strauss’ meest complexe opera, en tegelijkertijd is het een van zijn meest persoonlijke werken. Hoewel het verhaal draait om de keizerin, die op zoek is naar haar menselijkheid, raakte vooral de nevenplot over de vervelende relatie tussen de verver en zijn vrouw Strauss persoonlijk. Zijn eigen huwelijk kende op dat moment spanningen, en Hofmannsthal suggereerde in een brief aan de componist mogelijk niet zonder reden dat de verfster “met discretie” gemodelleerd kon worden naar Strauss’ echtgenote.

De opera onderscheidt zich door zijn verhaalstructuur, die draait om twee huwelijken en drie verschillende werelden: het onzichtbare, spirituele rijk van Keikobad; het schitterende, half-menselijke rijk van de keizer; en de aardse, alledaagse wereld van Barak en zijn gezin. Volgens Hofmannsthal bevindt de keizerin zich “tussen twee werelden, door de ene niet vrijgelaten, door de andere niet geaccepteerd.” Als dochter van de almachtige Keikobad werd ze eerst gevangen door de keizer terwijl ze de vorm van een gazelle had en verloor ze vervolgens haar magische talisman, waardoor ze voorgoed mens werd. Haar relatie met de keizer is kil en afstandelijk; ze is niet meer dan een trofee, “de prooi der prooien”, zoals de voedster opmerkt: “Bij het eerste ochtendlicht verdwijnt hij, bij de sterren keert hij terug. Zijn nachten zijn haar dagen, zijn dagen haar nachten.” 

De onsterfelijke wereld van de keizerin kent eeuwige vreugde, maar mist menselijke passie. Om echt mens te worden – om liefde te kunnen geven en ontvangen – moet ze de menselijke conditie volledig omarmen: pijn, dood en opoffering. Ze kan pas de warmte van menselijke liefde voelen als ze ook de schaduw van het leven accepteert, met alle risico’s van dien. Uiteindelijk weigert ze echter de schaduw (en daarmee de menselijkheid) van de sterfelijke verfster af te nemen, waardoor ze het leven van de keizer in gevaar brengt. Pas door ong in het onbekende verwerft ze uiteindelijk een eigen schaduw en wordt ze echt mens.

Muzikale motieven

Sinds Elektra had Strauss niet meer zo’n hoog niveau van muzikale verfijning en dramatische kracht bereikt. Ook had hij niet meer zo’n sterk netwerk van muzikale motieven gecreëerd, dit keer voor een opera in drie bedrijven. 

De motieven in Die Frau ohne Schatten zijn verdeeld in drie groepen: de geestenwereld, de wereld van de keizer en de mensenwereld. Ze hebben een duidelijke ritmische structuur en bestaan vaak uit drieklanken. Strauss begon de opera, net als Elektra, met een motief dat is gebaseerd op de ritmische klank van een naam. Hier is dat Keikobad, een personage dat [in het libretto, red.] zelf nooit op het toneel verschijnt, maar toch een grote invloed heeft op het verhaal. Het korte, krachtige ritme van dit motief (drie noten, met sprongen van een grote terts en een kwart) vormt de basis voor veel andere melodieën die zowel de positieve als negatieve krachten van de geestenwereld verklanken. Net als in Mozarts Die Zauberflöte is in het begin nog niet duidelijk waar de grens tussen goed en kwaad ligt.

Rokend aan het aanrecht
Aušrinė Stundytė (Sein Weib) tijdens een repetitie | Foto: Bart Grietens
Aan het aanrecht rokend in gesprek
Josef Wagner (Barak) en Aušrinė Stundytė (Sein Weib) tijdens een repetitie | Foto: Bart Grietens

Oorlogszorgen

Hofmannsthal gaf Strauss een overvloed aan beelden, maar de grootste uitdaging voor de componist was om zich niet volledig te laten meeslepen door zijn eigen technische virtuositeit. Toch zijn er veel momenten waarin hij zich hoorbaar verliest in muzikale pracht en praal. Voor de luisteraar en de analyticus zijn er passages vol overweldigende muziek, waarin de complexe motieven je meenemen in wat Strauss zelf zijn “Nervenkontrapunkt” (zenuwachtig contrapunt) noemde – iets waarvoor hij zelfs zijn excuses aanbood. In zijn memoires schreef Strauss voor de eerste en enige keer dat de complexe muziek misschien te maken had met zijn “oorlogszorgen”, die een zekere “nerveuze spanning” in de partituur veroorzaakten. 

Maar een andere verklaring is waarschijnlijker: Strauss was in wezen een componist die graag schilderde met muziek, en Hofmannsthals levendige taal bood hem simpelweg te veel inspiratie om te weerstaan. De opera beweegt zich razendnel tussen landschappen, rivieren en magische paleizen, bijna als in een film. Fonteinen, vogels, onzichtbare geesten, ongeboren kinderen, verschijningen, juwelen en talismannen vinden allemaal hun weg in Strauss’ muziek, met dezelfde liefde voor detail als in Salome. Maar onder al deze exotische klanken ligt een diepere muzikale betekenis, en die maakt de opera zo ontroerend. 

Het centrale thema – de tegenstelling tussen menselijkheid en onmenselijkheid – is direct hoorbaar in de muziek. De onmenselijke wereld van de geesten klinkt rusteloos, chromatisch, dissonant en harmonisch instabiel. Melodieën zijn gefragmenteerd en vaak lastig te zingen. Daartegenover staan de momenten van menselijkheid: stabiel, rustig en soms bijna stilstaand, met heldere, diatonische harmonieën en ontroerende lyriek.

Van donker naar licht

Die Frau ohne Schatten is Strauss’ meest ambitieuze werk, met een ongeëvenaarde harmonische rijkdom, die mogelijk een muzikale weerspiegeling is van Hofmannsthals symboliek. In een brief beschreef Hofmannsthal de structuur van zijn libretto in termen van ‘expositie’ (akte 1), ‘complicatie’ (akte 2) en ‘van donker naar licht’ (akte 3). Als we de partituur terugbrengen tot de basis, zien we een duidelijke beweging van donker naar licht: de opera begint in een somber As-klein (het motief van Keikobad) en eindigt met een schitterend, adembenemend C-groot in de finale van het derde bedrijf, waarin Strauss de belangrijkste motieven samenbrengt in een groots slotstuk. 

Het idee van licht en de verbinding met C-groot speelt vaker een rol in Strauss’ muziek. We zien het terug in het thema van het Ideaal in Tod und Verklärung, de Zon en de Wereld in Also sprach Zarathustra en de stralende ontknoping aan het einde van Elektra. Deze traditie gaat terug tot Haydns Die Schöpfung en is ook te vinden in andere vroeg twintigste-eeuwse werken zoals Schönbergs Gurre-Lieder. Strauss probeerde dit grootschalige effect opnieuw aan het einde van zijn latere opera Friedenstag, met een uitgebreide koorfinale die op verschillende manieren doet denken aan Beethovens Fidelio.

Van een afstand

Hofmannsthals libretto kan soms frustrerend zijn, met zijn magische wateren, betoverde vissen, zingende valk en onzichtbare kinderstemmen. Maar de kracht van dit gelaagde werk ligt in de manier waarop Strauss vaak tegen de verwachtingen van Hofmannsthals tekst in componeerde. Met zelfvertrouwen en durf nam hij de uitdaging aan om dit complexe sprookje om te zetten in muziek en geschikt te maken voor het toneel. Op een moment van frustratie gaf Strauss toe aan Hofmannsthal dat personages zoals de keizer en de keizerin “niet gevuld kunnen worden met bloed en leven zoals een Marschallin, een Octavian of een Ochs.” Maar door naar zijn eigen gevoelens te kijken, vond hij de menselijkheid die hij nodig had. Hij vertaalde Hofmannsthals filosofische ideeën over liefde naar een tastbaar menselijk conflict. Strauss brengt het verheven libretto terug naar de aarde, naar het operatoneel en de orkestbak, waarbij hij een breed scala aan muzikale klanken, stijlen en vormen gebruikt. Zo weet hij de verschillende werelden van het verhaal – de spirituele sfeer van Keikobad, de half-menselijke wereld van de keizer en de menselijke realiteit van Barak en zijn vrouw – overtuigend muzikaal vorm te geven. 

In de derde akte zegt de keizer (en daarmee misschien ook Strauss zelf): “Van een afstand was het verwarrend en verontrustend, maar als je heel goed luistert, klinkt het menselijk!” Wat vlak na de première van Die Frau ohne Schatten nog als ingewikkeld werd ervaren, is nu duidelijk: de opera behoort tot Strauss’ meest geliefde toneelwerken.

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet