
Stemmen van een generatie
Dirigent Bassem Akiki en sopraan Claron McFadden over We Are The Lucky Ones
De nieuwe opera We Are The Lucky Ones is een samenwerking tussen componist Philip Venables, regisseur Ted Huffman en toneelschrijver Nina Segal. Het is een muzikale collectieve tijdcapsule van mensen geboren in West-Europa tussen 1940 en 1949, waarin hun ervaringen, dromen en herinneringen centraal staan. Een gesprek met Bassem Akiki, die het Residentie Orkest dirigeert, en sopraan Claron McFadden, die een van de acht vocale solopartijen zingt.
We Are The Lucky Ones is een gloednieuwe opera. Wat kan het publiek van dit werk verwachten?
Claron McFadden: “Wat ik bijzonder vind, is dat de opera is gebaseerd op ware gebeurtenissen, op interviews met echte mensen. Het is in die zin dus geen pure fictie, zoals veel andere opera’s dat wel zijn. Dat geeft voor mij echt een andere dimensie aan het werk. Het wordt in een haast documentaire stijl gebracht, en bevat naast de zang op het toneel ook gesproken fragmenten. Dat vind ik heel intrigerend.”
Bassem Akiki: “Voor mij zijn er in de hedendaagse opera grofweg twee stromingen: componisten die aansluiten bij de traditie van het genre, en zij die alles afwijzen wat eerder is gemaakt en iets heel nieuws willen beginnen. Philip zit voor mij heel erg in het eerste kamp: je hoort dat hij zich bewust is van de muziekgeschiedenis, ook buiten de klassieke muziek, en daar respect voor heeft, maar wel duidelijk stappen voorwaarts zet. Bijvoorbeeld in de vorm die hij voor deze opera kiest, met de vele korte scènes en naamloze personages.”
De opera is heel duidelijk vanaf het begin een samenwerking tussen componist, regisseur en toneelschrijver. Is dat duidelijk te merken?
Claron McFadden: “Philip en Ted hebben natuurlijk al veel vaker samengewerkt. Je voelt gewoon dat ze elkaar heel goed kennen, dat ze weten wat ze willen vertellen. Dat is een geweldige basis voor een sterk stuk. In een workshop die we samen met Philip, Ted en Nina hebben gedaan, had ik ook echt het gevoel dat ze naar je luisteren, dat ze kijken naar wie jij bent en hoe jij het beste het verhaal zou kunnen overbrengen dat zij in hun hoofd hebben. Opera is natuurlijk een larger-than-life kunstvorm, waarin zij op zoek gaan naar een vorm van realiteit.”
Bassem Akiki: “Ik voer veel hedendaagse opera uit, en ik moet zeggen dat er toch heel veel werken zijn waarbij je het gevoel hebt dat er een grote afstand is tussen tekst en muziek, of dat de muziek als het ware gedwongen wordt een tekst te dienen die niet natuurlijk aanvoelt. In dit geval is dat anders. Door het proces van samen schrijven, ideeën uitwisselen en het betrekken van de regisseur heb je meteen een verbinding tussen de drie dimensies waaruit opera bestaat: tekst, muziek en de theatrale interpretatie daarvan.”
Bassem Akiki
“Je hoort dat Philip Venables zich bewust is van de muziekgeschiedenis, ook buiten de klassieke muziek”


Je zou de opera kunnen zien als een mozaïekvertelling, met veel verschillende verhalen, gebaseerd op interviews. Hoe passen die in elkaar? Is er een rode draad?
Claron McFadden: “Je zou het kunnen zien als een verzamelde kroniek van een leven, het leven van mensen die in een bepaald tijdperk in Europa zijn geboren. Die allemaal de nasleep van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en hebben ervaren hoe de wereld zich daarna heeft ontwikkeld. Het is ook het verhaal van volwassen worden, van puberen, je eerste kus en je eerste liefde, maar ook het verhaal van pijn en verlies. Er zit zoveel in. Het zijn soms maar een paar zinnen, die verder geen context hebben maar daardoor juist zoveel kunnen zeggen. Er wordt heel veel niet gezegd, maar daardoor kan het publiek er zelf betekenis aan geven.”
Bassem Akiki: “Uit al die interviews is inderdaad een soort ‘van-wieg-tot-graf’- narratief ontstaan, dat voor een natuurlijke spanningsboog zorgt. Maar de grote kracht schuilt in de boeiende muziek van Philip. Het bijzondere is dat de opera, door zijn vorm, voor verschillende publieksgroepen aantrekkelijk is: zowel voor mensen die gewoon een avond uit willen en een verhaal willen volgen, als voor gevorderde luisteraars die dieper willen graven in de betekenis van het libretto en de muziek.”
Hoe zou je de muziek van Philip Venables beschrijven?
Claron McFadden: “Toegankelijk lijkt tegenwoordig een vies woord geworden, maar dat woord zou ik toch wel voor zijn werk willen gebruiken. Zijn muziek is toegankelijk in de zin dat die het verhaal ondersteunt, dat er geen voelbaar conflict is tussen de muziek en het verhaal. De muziek geeft de tekst een andere dimensie. Zelfs als die een bepaalde situatie beschrijft, weet Philip er een bijzondere twist aan te geven.”
Bassem Akiki: “Dit is zijn eerste opera voor groot orkest, maar ik denk dat je heel duidelijk kunt merken dat Philip goed nadenkt over de kleuren van het orkest, en wat die kunnen toevoegen aan de tekst. Daarnaast geeft hij alles ook een bepaalde mathematische logica die in het begin misschien niet eens opvalt. Zo dacht ik bij de eerste blik op de partituur dat bijvoorbeeld het begin van de opera heel vrij gespeeld kon worden, maar daarna viel me op hoe goed alles gestructureerd en uitgedacht was. Dat geeft een belangrijke dramatische dimensie aan de tekst en geeft het verhaal echt een voelbare puls.”
Wat is de rol van de zangers in het geheel? Moeten jullie steeds in en uit personages stappen, met zoveel scènes in de opera?
Claron McFadden: “Wij als zangers spelen geen rollen in de traditionele zin van het woord. We spélen de mensen van de interviews niet, we vertellen hun verhalen, op een vrij neutrale manier. Natuurlijk geven we sfeer en energie aan de tekst, maar er is ook een bepaalde afstand. Sommige teksten zingen we ook in groepjes die wisselen van omvang, waarbij soms de nadruk ligt op de hoge stemmen of juist de lage stemmen. Het is wat dat betreft echt een ensemblewerk. Dat gevoel van afstand maakt het ook makkelijker om verschillende soorten teksten te vertolken, die soms duidelijk van mensen met verschillende achtergronden en van verschillende geslachten afkomstig zijn.’
Claron McFadden
“Je zou het werk kunnen zien als een kroniek van een mensenleven”
De opera gaat specifiek over de ervaringen van een generatie geboren tussen 1940 en 1949. Wat biedt die terugblik het operapubliek van nu?
Claron McFadden: “Ik heb op de middelbare school in de VS het vak Europese Studies gevolgd, en het eerste wat de docent zei, was: ‘History repeats itself because no one listened the first time.’ Soms doen we net alsof er nooit iets vóór ons is geweest en dat dingen nooit weer zullen gebeuren. Maar onze levens zijn volledig gekleurd door het verleden. Kinderen nemen denkbeelden, positieve maar soms ook negatieve, over van hun ouders of grootouders, en geven die op hun beurt weer door aan hun nakomelingen. Wij leven in Europa nog steeds met de nalatenschap van de generatie die in de opera aan het woord is. In die zin is hun verhaal ook tijdloos.”
Bassem Akiki: “Het wrange is dat we maar geen lering lijken te trekken uit wat deze generatie heeft doorleefd, uit de geschiedenis. Oorlog is dichterbij dan ooit, maar we doen eigenlijk alsof er niets aan de hand is. We zouden vooruit moeten gaan en van de wereld een betere plek moeten maken.”
Generatie van groei
De verschillen tussen generaties lijken groter dan ooit. In 2019 werd ‘boomer’ – volgens de Van Dale-definitie een “persoon, m.n. van gevorderde leeftijd, met ouderwetse denkbeelden of conservatieve opvattingen, synoniem: fossiel” – uitgeroepen tot ‘woord van het jaar’. De term is, anders dan winnaars uit andere jaren, blijvend tot de Nederlandse taal doorgedrongen.
Boomers. Alleen het woord ontketent al een stortvloed aan verwijten. Zijn de mensen die geboren werden en opgroeiden in het Nederland van de wederopbouw niet de veroorzakers van de maatschappelijke crises van vandaag? Zij hadden alles: een vaste baan, een betaalbaar huis, toegankelijk kwalitatief onderwijs én een riante pensioenregeling, waardoor ze nu ongestoord twee keer per jaar op cruisevakantie kunnen gaan en hun dagen kunnen slijten op de golfbaan.
We Are The Lucky Ones nuanceert dit beeld en stelt een aantal relevante vragen. Zoals: Hoeveel verantwoordelijkheid valt de individuen uit deze generatie echt aan te rekenen? In hoeverre zijn ze meegevoerd door de grote golven van de geschiedenis? Wat hadden ze anders kunnen doen? De opera is opgebouwd als een kaleidoscoop, en biedt door die vorm de mogelijkheid voor een grote diversiteit aan verhalen en perspectieven.
Tekst: Benjamin Rous
We Are The Lucky Ones is van 14 tot en met 30 maart te zien in Nationale Opera & Ballet