Interview met artistiek directeur Ted Brandsen
Het spectrum van de danskunst in al zijn breedte tonen. Ruim baan maken voor vrouwelijke choreografen. En uitdragen hoe 29 nationaliteiten met hun taal – de dans – mensen weten te verbinden. Dat zijn voor Nationale Ballet-directeur Ted Brandsen de kernpunten van seizoen 2024 – 2025. “Als een danser hoog springt, spring je als het ware mee. Dans draait om gevoel en in dat gevoel zijn we verbonden.”
“Bestaand versus nieuw, groot naast kleinschalig, voor een breed publiek of juist voor de avonturier: in onze programmering zijn we altijd op zoek naar een goede balans tussen al die genres en smaken”, zegt Ted Brandsen. “Zo keren dit seizoen twee van onze grootste publieksfavorieten terug – Don Quichot en Notenkraker & Muizenkoning – maar brengen we ook een flink aantal premières uit. En staan meesterwerken van topchoreografen als Hans van Manen, David Dawson, Alexei Ratmansky én George Balanchines fonkelende juwelendrieluik Jewels naast gloednieuwe, spannende creaties van jonge, veelbelovende makers. Ook dit seizoen laten we weer zien dat we de grenzen van wat ballet is steeds verder oprekken.”
Gerelateerd aan de huidige tijd
Een belangrijke focus ligt daarbij op de vrouwelijke choreograaf, met een aantal nieuwe namen die hun entree bij het gezelschap én in Nederland maken. “Zoals de Amerikaanse Rena Butler, een sprankelende, buitengewoon energieke jonge maker die nu al een heel eigen stem heeft. En de eveneens Amerikaanse Helen Pickett, van wier werk ik diep onder de indruk ben, omdat ze binnen de dans momenteel een van meest interessante verhalenvertellers is. Ze heeft – net als ikzelf – een fascinatie voor sterke vrouwen en in haar nieuwe avondvullende productie voor ons gezelschap duikt ze in het brein van een van Shakespeares meest duistere creaties: de machtswellustige Lady Macbeth.”
Ted Brandsen
“We rekken de grenzen van wat ballet is steeds verder op”
Beide vrouwen – Butler en Pickett – spelen in hun werk ook overduidelijk in op ontwikkelingen in onze huidige maatschappij. Iets wat zeker ook geldt voor de Duitse Sasha Waltz, die dit seizoen terugkeert in Amsterdam met In C. Een productie die niet alleen door Het Nationale Ballet zal worden gedanst, maar – in het kader van 750 jaar Amsterdam – ook door bewoners uit alle zeven stadsdelen van de hoofdstad. Brandsen: “Met dit werk, dat inmiddels door mensen over de hele wereld wordt uitgevoerd, laat ze zien hoe we de wereld met elkaar kunnen delen, en hoe we ons, via dans, allemaal verbonden kunnen voelen.”
Een taal die we allemaal verstaan
In deze tijd, waarin de verhoudingen in ons land op scherp staan en onverdraagzaamheid de kop opsteekt, wil Brandsen nadrukkelijk het belang van die verbondenheid uitdragen. “Nationale Opera & Ballet is een multiculturele, internationale minikosmos, met ruim zeshonderd medewerkers en alleen onder de dansers al bijna dertig nationaliteiten. We hebben dansers uit Oekraïne die de oorlog zijn ontvlucht. We hebben dansers uit Rusland die zich door de politieke koers in hun land gedwongen voelden om huis en haard te verlaten. We hebben dansers die in de meest arme omstandigheden zijn opgegroeid en die met ballet een toekomst voor zichzelf hebben weten te creëren. En al die dansers werken dagelijks met eenzelfde doel en een enorme toewijding aan producties die ons – en het publiek – boven onszelf doen uitstijgen.”
Of het nu gaat om een beroemde balletklassieker als Don Quichot of om een kleurrijk familiespektakel als Hoe Anansi the stories of the world bevrijdde, dans heeft, aldus Brandsen, de kracht om mensen van alle achtergronden samen te brengen. Óp en buiten het toneel. “Bij dans zijn geen woorden nodig, dans spreekt de taal van het lichaam. Juist in een tijd waarin iedereen zich op zijn eigen ‘eiland’ lijkt terug te trekken, is het extra belangrijk om de verbindende kracht van dans te vieren. Als een taal die we állemaal verstaan en waar we állemaal door geraakt kunnen worden.”
Tekst: Astrid van Leeuwen