Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Regnum

Choreografie
Milena Sidorova
Muziek
Wolfgang Amadeus Mozart – Symfonie nr. 25 in g-mineur (1773)
Decorontwerp
Anna Dohy
Kostuumontwerp
François-Noël Cherpin
Lichtontwerp
Wijnand van der Horst
Balletmeester
Jozef Varga

 

Yugen

Choreografie
Wayne McGregor
Muziek
Leonard Bernstein – Chichester Psalms (1965)
Decorontwerp
Edmund de Waal
Kostuumontwerp
Shirin Guild
Lichtontwerp
Lucy Carter
Instudering
Amanda Eyles, met behulp van de Benesh-notatie van het ballet
Associate lichtontwerper
John-Paul Percox
Balletmeester
Sandrine Leroy
Productieleider Royal Opera House
Colin Maxwell

Koor
Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss
Solisten
Martha Bosch (sopraan)
Ludmila Schwartzwalder (alt)
Jon Etxabe Arzuaga (tenor)
Johan Vermeer (bas)

Solist Nationale Koren
Rik de Jong (jongenssolist)

Yugen is een coproductie van Het Nationale Ballet en The Royal Ballet

 

De Groene Tafel

Choreografie en libretto 
Kurt Jooss
Muziek
F. A. Cohen – The Green Table (1932)
Piano
Olga Khoziainova
Mikhail Murach
Decor- en kostuumontwerp
Hein Heckroth
Masker- en lichtontwerp
Hermann Markard
Licht supervisor
Berry Claassen
Instudering en supervisie
Jeanette Vondersaar
Co-instudeerder en repetitor
Claudio Schellino
Assistent-repetitor
Freek Damen
Balletmeester
Judy Maelor Thomas
Originele instudering (samen met Kurt Jooss en na diens overlijden)
Anna Markard
Oorspronkelijke productie gecreëerd door
Deutsche Oper am Rhein Düsseldorf Duisburg

U wordt vriendelijk verzocht pas aan het einde van De Groene Tafel te applaudisseren en niet tussen de verschillende delen door.

Dank u voor uw medewerking.

 


 

Muzikale begeleiding
Het Balletorkest o.l.v. Matthew Rowe

Decors, rekwisieten, kap en grime, belichting en geluid
De Techniek Nationale Opera & Ballet

Productieleiding
Anu Viheriäranta
Voorstellingsleiding
Wolfgang Tietze
Kees Prince
Productievoorbereider
Puck Rudolph
Eerste toneelmeester
Peter Brem
Eerste belichter
Michel van Reijn
Angela Leuthold
Licht supervisor
Wijnand van der Horst
Geluidstechnicus 
Florian Jankowski
Volgspotters
Panos Mitsopoulos
Carola Robert
Marleen van Veen
Titus Franssen
Coördinator volgspotters
Ariane Kamminga
Vervaardiging kostuums
Kostuumafdeling Het Nationale Ballet in samenwerking met Martine Douma
Assistent kostuumproductie
Michelle Cantwell
Eerste kleder
Andrei Brey
Eerste grimeur
Isabel Ahn
Special effects en rekwisieten
Ruud Sloos
Koen Flierman

Inleiding
Jacq. Algra
Mirjam Midderham

Castlijst

Castlijst

Woensdag 28 september

REGNUM

Deel II

Chloë Réveillon
Jakob Feyferlik
Victor Caixeta

Deel I - III - IV

Alexandria Marx, Mila Nicolussi Caviglia, Emma Mardegan, Arianna Maldini, Laura Rosillo, Khayla Fitzpatrick, Hannah de Klein, Sandra Quintyn, Claire-Tjoe Fat, Sebia Plantefève-Castryck

Jakob Feyferlik, Dustin True, Sho Yamada, Rémy Catalan, Bela Erlandson, Sander Baaij, Giovanni Princic, Leo Hepler, Guillermo Torrijos, Pascal Johnson

 

YUGEN

Lamb
Anna Ol
Hayward
Riho Sakamoto
Takada
Jessica Xuan
Hamilton
Floor Eimers
Katsura
Connie Vowles

Bonelli
Artur Shesterikov
Richardson
Timothy van Poucke
Sissens
Edo Wijnen
Kay
James Stout
Bracewell
Joseph Massarelli
Serrano
Dingkai Bai

 

DE GROENE TAFEL

Dood
Giorgi Potskhishvili
Standard Bearer 
Martin ten Kortenaar
Jonge soldaat
Jan Spunda
Jong meisje
Qian Liu
Vrouw
Anna Tsygankova
Oude soldaat
Artur Shesterikov
Oude moeder
Kira Hilli
Profiteur
Edo Wijnen
Soldaten
Giovanni Princic, Dingkai Bai, Rafael Valdez
Vrouwen
Sebia Plantefève-Castryck, Alexandria Marx, Arianna Maldini, Wendeline Wijkstra, Connie Vowles

Korte inhoud

In deze bijdrage lees je de korte inhoud van RegnumYugen en De Groene Tafel.

Korte inhoud

Regnum

Krachtige choreografie op tijdloze Mozartcompositie

Shadows opent met een wereldpremière van Young Creative Associate Milena Sidorova. Nadat ze in september 2020 Reset maakte is Regnum – Latijn voor heerschappij – haar tweede werk voor het reguliere programma van Het Nationale Ballet. Geïnspireerd door Mozarts tijdloze Symfonie Nr. 25 creëerde ze een krachtige choreografie voor 22 dansers over macht en de middelen die mensen, zowel binnen persoonlijke relaties als binnen de maatschappij als geheel, inzetten om deze te verkrijgen. Leiden deze middelen tot macht of is het juist andersom? Welke middelen zijn het belangrijkst? Hoe zet je deze in, en tegen welke prijs?

Waar ze voor het concept van Regnum inspiratie putte uit de muziek van Mozart, is de uiteindelijke choreografie vooral gebaseerd op de afzonderlijke kwaliteiten van de 22 dansers die het werk uitvoeren. De meeste bewegingen creëerde Sidorova dan ook pas tijdens de studiorepetities met de dansers, met experiment als belangrijk onderdeel van het creatieproces.

Net als met haar eerdere balletten wilde Sidorova met Regnum een origineel werk maken dat niet alleen balletliefhebbers intrigeert, maar dat door iedereen kan worden begrepen en gewaardeerd. Om een dergelijke unieke publiekservaring te realiseren, ging ze een samenwerking aan met gamedesigner Anna Dohy, die hiermee haar debuut maakt als decorontwerper. De kostuums voor het ballet zijn ontworpen door François-Noël Cherpin.

 

Yugen

In coproductie met The Royal Ballet presenteert Het Nationale Ballet de Europese première van Wayne McGregors Yugen (Japans voor sublieme schoonheid).

McGregor liet zich voor dit ballet, dat begin 2018 met veel gejuich in Londen werd ontvangen, inspireren door Leonard Bernsteins Chichester Psalms, een eclectische mix van Hebreeuwse tekst, christelijke koormuziek en Broadway-jazz. McGregor geeft aan deze monumentale compositie een indrukwekkende en uitzonderlijk muzikale invulling, waarbij prachtige lyrische dansscènes en krachtige, dynamische groepsdelen elkaar afwisselen. “One of the most rich and accomplished classical works of McGregor’s career”, aldus The Guardian. The Times schreef: “The choreography, multifaceted, effervescent and elusive, is suffused with passion – romantic and religious, secular and biblical – and delivered with an unfussy embrace of the classical language.”

McGregor werkte voor Yugen onder meer samen met de Britse keramisch kunstenaar Edmund de Waal, die het decorontwerp voor zijn rekening neemt, en de beroemde Brits-Iraanse modeontwerpster Shirin Guild, die de kostuums verzorgt.

Yugen is de tweede choreografie van McGregor die Het Nationale Ballet op het repertoire neemt, nadat het gezelschap in 2015 en 2018 al zijn – uiterst succesvol ontvangen – meesterwerk Chroma danste.

 

De Groene Tafel

Een aangrijpend anti-oorlogsballet

Als een van de meesterwerken van de Duitse Ausdruckstanz behoort De Groene Tafel tot de canon van de internationale dansgeschiedenis. Hoewel het niet Jooss’ vooropgezette bedoeling was, is de choreografie een van de eerste voorbeelden van maatschappijkritiek binnen de dans. Het werk, dat bij de première in Parijs in 1932 insloeg als een bom, is een aanklacht tegen oorlogsvoering en een demonstratie van de zinloosheid ervan.

Jooss liet zich voor De Groene Tafel inspireren door de middeleeuwse dodendans, vaak uitgevoerd na pestepidemieën. In deze dans wordt de macht van de dood over de levenden geïllustreerd. Jooss zag in de jaren twintig van de vorige eeuw de beroemde ‘Lübecker Totentanz’. Hij was hierdoor gefascineerd en gebruikte de ervaring als inspiratiebron voor De Groene Tafel. Ongeveer tien jaar werkte hij aan de uitwerking van zijn idee en over de totstandkoming van zijn choreografie zei hij: “Dit werk is ontstaan uit verschillende bronnen die uiteindelijk, op een manier waar ik geen vat op had, naar elkaar toe groeiden en een nieuw geheel vormden.”

Ook al was het niet zijn opzet, De Groene Tafel is duidelijk te koppelen aan de tijd waarin het werk gemaakt is. De Eerste Wereldoorlog, waarin miljoenen soldaten stierven, was pas veertien jaar voorbij en de spanningen rond de opkomst van het Nationaal Socialisme in Duitsland waren duidelijk voelbaar.

De Groene Tafel begint en eindigt met een groteske pantomime die een satirische weergave lijkt te zijn van het onderhandelingsspel van politici en diplomaten aan een conferentietafel. Zelf heeft Jooss altijd gezegd niet precies te weten wie de mannen zijn. “Er zitten misschien een paar diplomaten tussen, maar ik denk dat ik vooral de machten wilde symboliseren die door hun machinaties een oorlog veroorzaken.”

De tussenliggende dansscènes schilderen op een subtiele, vaak ontroerende manier het lot van onder anderen een jonge en een oude soldaat, een vaandeldrager, een verzetsstrijdster, een jong meisje, een oude moeder en een oorlogsprofiteur. Stuk voor stuk worden zij van het leven beroofd door De Dood, gesymboliseerd door een personage dat het midden houdt tussen een soldaat en een skelet. Een dramatisch hoogtepunt is de aangrijpende, verstilde reidans waarbij De Dood (in 1932 door Jooss zelf geportretteerd), als in een middeleeuwse dodendans, triomfantelijk de stoet van slachtoffers aanvoert.

Naast het feit dat De Groene Tafel beroemd is geworden vanwege zijn thematiek, speelt ook de choreografie een rol in het verwerven van de status van ‘klassieker’ binnen de moderne dans. De expressionistische Ausdruckstanz, gecombineerd met de verstilde pantomime, geven de dans een bijzonder karakter. Vanuit zijn ‘essentialisme’ heeft Jooss alle overbodige bewegingen weggelaten, terwijl tegelijkertijd elke beweging een gedachte moet uitdrukken en bezield moet zijn door een emotie.

Aan De Groene Tafel is in de loop der jaren vrijwel niets veranderd. Anna Markard, Jooss’ dochter, heeft erop toegezien dat er geen enkel element sinds de dood van haar vader meer gewijzigd werd.

Tekst: Astrid van Leeuwen

Interview met Milena Sidorova over Regnum

Milena Sidorova maakte al tijdens haar zeventienjarige danscarrière bij Het Nationale Ballet meer dan twintig choreografieën. We spraken haar over haar nieuwste werk Regnum. Sidorova: ‘Regnum is een duisterder stuk geworden dan ik oorspronkelijk voor ogen had’.

‘Regnum is een duisterder stuk geworden dan ik oorspronkelijk voor ogen had’

De Oekraïens-Nederlandse Milena Sidorova maakte al tijdens haar zeventienjarige danscarrière bij Het Nationale Ballet meer dan twintig choreografieën, en is inmiddels bijna anderhalf jaar als Young Creative Associate aan het gezelschap verbonden. Nadat ze onlangs besloot verder te gaan als fulltime choreograaf, is het nu aan haar om seizoen 2022/2023 te openen met haar nieuwste werk Regnum, op Mozarts Symfonie nr. 25.

Wat is het verhaal dat je wilt vertellen met Regnum?
Regnum gaat over macht; over machtige en machteloze mensen en iedereen daartussen. En vooral over het nastreven van de middelen die je kunnen helpen om macht te verkrijgen. In het ballet zie je verschillende verhaallijnen rondom deze thema’s. De 22 dansers belichamen in diverse samenstellingen – solo’s, duetten, trio’s en groepsdelen – de karakters en relaties binnen deze verhalen. Sommige van deze verhaallijnen zijn duidelijker aanwezig dan andere, en het publiek hoeft ze ook niet allemaal te volgen. Het is voor mij het belangrijkste dat je als kijker helemaal opgaat in het werk en ervan geniet.”

Voordat je je fulltime ging bezighouden met choreografie was je al lange tijd danseres bij Het Nationale Ballet. Hoe is het om nu vóór in plaats van tussen je voormalige collega-dansers in de studio te staan?
“Met de meeste dansers uit het gezelschap heb ik als choreograaf al eerder samengewerkt – Regnum is na Reset (september 2020 – red.) mijn tweede werk voor het reguliere programma van ‘de main company’ – en ik geniet hier heel erg van. Iedereen is enorm getalenteerd en ik denk dat het juist in mijn voordeel werkt dat ik ook als danser al met veel van hen heb samengewerkt. Hierdoor ken ik ze goed en weet ik precies waar hun sterke punten liggen en hoe ik die het beste in hen naar boven kan halen. Wel is Regnum mijn eerste werk met een volledig orkest en een decorontwerper, en is de groep dansers deze keer groter: 22 per cast. Met twee casts en een gedeeltelijke derde bezetting, betekent dat dat je soms met bijna vijftig mensen tegelijk in de studio staat. Dat was in het begin wel even wennen.”

Welke rol speelde Mozarts Symfonie nr. 25 in dit creatieproces?
“Ik wilde al langer een werk maken met macht als onderwerp, en toen ik Mozarts Symfonie nr. 25 – een absoluut meesterwerk – voor het eerst hoorde, voelde ik meteen hoe goed deze compositie bij het thema zou passen. Ik vind de dramatiek, intensiteit, melodische lijnen, emotionele extremen en plotselinge veranderingen in tempo en dynamiek in dit werk geweldig. Het is de perfecte compositie voor een balletchoreografie en was een belangrijke inspiratiebron voor het concept van Regnum.”

De oorspronkelijke seizoensopener Celebrate! is vervangen door het huidige programma Shadows; hoe heb jij dit ervaren?
“Ik ben blij met deze verandering en ik denk dat Shadows beter past bij de huidige situatie. Ik ben geboren in Kiev en leef heel erg mee met de mensen in Oekraïne die lijden onder de onrechtvaardige oorlog met Rusland. Je kunt je bijna niet voorstellen dat er op dit moment zo’n vreselijke oorlog woedt in Europa. Dit alles heeft de afgelopen maanden een grote invloed op mij gehad, en daardoor ook op mijn choreografieën.”

Op welke manier?
“Mijn balletten zijn meestal vrij licht en hoopvol, maar nu de wereld een donkerdere plek is geworden, is het onvermijdelijk dat je dit terugziet in mijn werk. Regnum is daarom een duisterder stuk geworden dan ik oorspronkelijk voor ogen had. Als je me zou vragen hoe het eruit zou hebben gezien als de oorlog in Oekraïne er niet was geweest, dan zou ik daar geen antwoord op hebben. Want de situatie is zoals hij is: de wereld is veranderd.”

Tekst: Rosalie Overing

Edmund de Waal over zijn decorontwerpen voor Yugen

Eind 2016 ontving decorontwerper Edmund de Waal een bericht van Wayne McGregor: “Ik ben bezig met een project waar ik het graag met je over zou willen hebben.” De Waal: “Of ik geïnteresseerd was in het meewerken aan een stuk op basis van psalmen?”

Poëzie in beweging: Edmund de Waal over zijn decorontwerpen voor Yugen

Bijna achttien maanden geleden (eind 2016 – red.) ontving ik een bericht van Wayne McGregor: “Ik ben bezig met een project waar ik het graag met je over zou willen hebben.” Of ik geïnteresseerd was in het meewerken aan een stuk op basis van psalmen?

Ik hou van Wayne’s werk. Hij is iemand die lijkt te gedijen bij samenwerking met een haast caleidoscopische reeks aan mensen; muzikanten, architecten, wetenschappers, schrijvers en beeldend kunstenaars. Zijn Woolf Works in The Royal Opera House, gebaseerd op fragmenten van Virginia Woolf, had me eerder diep geraakt.

Zijn vraag aan mij leek echter uit het niets te komen. Ik had nog nooit met een choreograaf samengewerkt, laat staan iets voor het toneel ontworpen. Maar ik was wél opgegroeid met de psalmen, die ook als basis zouden dienen voor een door mij nieuw te ontwikkelen installatie voor het Ghetto in Venetië. Ik zei ja en las het contract. Vervolgens schreef ik in mijn notitieboekje dat echt goede samenwerkingen altijd risicovol zijn.

 

IDEEËN IN BEWEGING

Zo belandde ik op een maandagmorgen in februari in de Ashton-studio van The Royal Opera House, een van boven verlichte ruimte met grijze vloeren, spiegels en een diepe stilte. Een raam in de studio kijkt uit op een gang, waardoor regelmatig verschillende gezichten naar binnen kijken. Op deze bewuste dag zijn er drie dansers, Sarah, Matt en Olivia. Het hadden er eigenlijk vier moeten zijn, maar eentje ontbreekt vanwege een blessure – een teken van het fysiek belastende bestaan van dansers. Amanda maakt op wonderbaarlijke wijze notities van de zich ontvouwende bewegingen. Wayne is er ook. Ik zit op de grond met een notitieboek en probeer mezelf onzichtbaar te maken. Ik doe een poging op te schrijven wat ik zie en hoor, maar dat voelt opdringerig. Dus ik blijf stil zitten.

Wayne begint met een bepaalde beweging. Dan zegt hij: “Kun je hier naartoe bewegen?” Hij toont, omschrijft en suggereert –  een lange, lenige zwarte vorm die altijd in beweging is rond het danspaar. Het is een reeks aanrakingen, een uitwisseling van energie, een puls. Een interactie tussen verzoek en onderzoek, tussen grote aspiraties en de concrete eigenheid van deze twee mensen en hun kunde. Ik hou hiervan. Ik had een meer didactisch werkproces verwacht; dit is vooral verkennend en onderzoekend. “Houd de lucht vast,” zegt hij. “Houd de negatieve ruimte tussen jullie lichamen in stand.” “Jullie handen zouden als het ware kinderhoofden moeten aanraken.” “Dit moet eruitzien alsof jullie door zand lopen.” “Geef de vloer hier een zegening.”

Na een uur repetitie is er een minuut dans ontstaan.

Ik zie ideeën in beweging, een verandering van vorm, een ademhaling door een stroom van beelden, gericht op een taal voor dit nieuwe werk, Chichester Psalms.

EDMUND DE WAAL | FOTO: TOM JAMIESON
EDMUND DE WAAL | FOTO: TOM JAMIESON
SARAH LAMB (THE ROYAL BALLET) IN YUGEN (2018) | FOTO: ROYAL OPERA HOUSE/ANDREJ USPENSKI
SARAH LAMB (THE ROYAL BALLET) IN YUGEN (2018) | FOTO: ROYAL OPERA HOUSE/ANDREJ USPENSKI

BERNSTEIN

Mijn werkpraktijk is gegrond in het eenzame vak van potten maken, maar de vele verschillende projecten die ik doe zorgen voor een vrolijk komen en gaan van mensen in mijn atelier. Op vrijdagen heb ik de ruimte echter altijd voor mezelf alleen. Het is een essentiële dag waarop ik de dingen waar ik mee bezig ben verder uitwerk. Sinds ruim een jaar schallen op deze dag de Chichester Psalms uit mijn luidsprekers en werk ik aan de enscenering. Hoe creëer ik een passend decor voor dans en stem, dat daadwerkelijk aansluit op de betoverend mooie teksten van de psalmen?

Chichester Psalms werden in 1965 gecomponeerd door Leonard Bernstein, in opdracht van Walter Hussey, de deken van de kathedraal van Chichester. Hij was een vreemde vogel onder de geestelijken, een gepassioneerd pleitbezorger van hedendaagse kunsten in de kerk. Volgens hem was het noodzakelijk om de meest radicale kunstenaars, dichters en componisten in verbinding te brengen met het christendom. In zijn parochie in Northampton had hij in de jaren veertig beeldhouwer Henry Moore overgehaald om een Madonna met Kind te maken en componist Benjamin Britten om een hymne te schrijven. In Chichester initieerde hij opdrachten voor schilderijen van Graham Sutherland en een glas-in-lood-raam door Marc Chagall. Het was visionair.

Bernstein was, net als Chagall, beroemd en joods. Zijn Young People’s Concerts, waarin hij de innerlijke betekenis van muziek vol directheid onder woorden bracht, hadden hem een buitengewoon platform bezorgd. West Side Story was een groot succes. Hij had het pre-inaugurele gala van president Kennedy gedirigeerd en de dag na diens overlijden Mahlers Tweede symfonie Auferstehung’. Later componeerde hij zijn Kaddish symfonie ter nagedachtenis aan Kennedy, een treurzang voor de verloren hoop. Het persoonlijke en het nationale waren hierin nauw verweven. Voor Chichester zette Bernstein zes psalmen op muziek, in drie delen, te zingen in het Hebreeuws. Met de solo van een jongenssopraan naast het koor, benadrukte Bernstein de oorsprong van de psalmen als ‘Liederen van David’. Het werk begint met een krachtige, declamatorische opening. Pauken en een harp brengen een explosie van de eerste dramatische klanken. De psalmen verklanken zowel onrust (“Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de Heer en zijn gezalfde”) als rust en veiligheid (“Ik keer terug in het huis van de Heer tot in lengte van dagen”). Deze psalmen zijn steeds in beweging tussen het enkelvoud en het meervoud, tussen de eenzame stem en die van de groep. Deze contradicties waren de sleutel voor mijn ontwerp.

 

PLEKKEN VOOR TOEVLUCHT EN RUST

Dit werk is voor mij persoonlijk. Ik ben opgegroeid in kathedralen, eerst in die van Lincoln en daarna in die van Canterbury, als onderdeel van een familie van anglicaanse geestelijken. Ik hoorde de psalmen als onderdeel van de kerkdiensten: ze waren onderdeel van de matins in de ochtend en de evensong aan het eind van de middag. Deze diensten waren op hun beurt ook weer post-reformatorische echo’s van wat daarvoor was geweest; de maar liefst acht dagelijkse en nachtelijke gebedsdiensten die het ritme van het kloosterleven voor de reformatie bepaalden.

Mijn broers en ik ‘leenden’ regelmatig ’s nachts een sleutel en gingen dan op verkenningstocht door de kathedraal. Door de verlichting werden vreemde bewegende schaduwen op de muren geworpen. Op een gedenkwaardige nacht, veertig jaar geleden, hoorden we de monniken van de Abdij van Bec in Normandië voor het eerst sinds vijfhonderd jaar de psalmen weer zingen in Canterbury Cathedral.

Hoe muziek in ruimtes werkt, hoe het licht beweegt, werd door deze ervaringen een deel van mijn leven. Ik heb met porseleinen objecten veel installaties gemaakt – gegroepeerd in huiselijke ruimtes, museumkoepels en galerijen. De choreografie van objecten, hoe objecten werken in het ritme en met de dynamiek van pauze en loslaten, dat is wat ik doe. Maar bij de gedachte aan lichamen in de ruimte keerde ik steeds weer terug naar beelden van lichamen die bevroren lijken te zijn – foto’s uit de jaren vijftig van de jonge radicale choreograaf Merce Cunningham op Black Mountain College in North Carolina. Daarop lijkt hij haast tot een soort beeldmerk te verworden, als een Chinese penseelstreek op een rol papier. Ik vroeg me af of het mogelijk was om structuren voor de dansers te creëren, plekken voor toevlucht en rust. Deze plekken moesten er buitengewoon mooi uitzien. Ik wilde dat ze op zouden vlammen met licht – dat ze als lichtbakken zouden fungeren op een toneel dat verder tot een uitgestrekte zwartheid teruggebracht is. Deze lichte structuren zouden altijd zichtbaar moeten zijn vanuit de zaal, ook met complexe zichtlijnen. Ook moesten ze verplaatsbaar zijn – het is immers een coproductie met Het Nationale Ballet in Amsterdam – en betaalbaar. En op tijd klaar voor de première.

THE ROYAL BALLET - YUGEN (2018) | FOTO: ROYAL OPERA HOUSE/ANDREJ USPENSKI
THE ROYAL BALLET - YUGEN (2018) | FOTO: ROYAL OPERA HOUSE/ANDREJ USPENSKI

SAMENWERKINGEN

In het jaar voorafgaand aan de Londense première heb ik veel tijd doorgebracht met Wayne, zowel in zijn buitengewone ruimte in het Queen Elizabeth Olympic Park als in The Royal Opera House. Dat laatste gebouw lijkt wel afkomstig uit een verhaal van Jorge Luis Borges en is een waar labyrint van vaardigheden en kennis. Op een dwaaltocht kun je zomaar in de wapenkamer belanden; of in de ververij, waar in grote vaten verf wordt geroerd; of, zoals mij een keer tot mijn schaamte overkwam, middenin een repetitie voor Carmen. De ene gang komt uit op barokke toga’s, de andere op rekkende en strekkende dansers. De lift vormde het decor voor verschillende gesprekken met Koen Kessels, de  muzikaal directeur van The Royal Ballet, over de partituur. Het werken met productiemanager Colin Maxwell en lichtontwerper Lucy Carter was van belang om het ‘morsen’ van licht te begrijpen en te voorkomen. De samenwerking met Catherine Smith bij het maken van een maquette in precieze, nauwkeurige proporties, was eveneens van groot belang op mijn ontdekkingstocht naar het laten werken van mijn ideeën. Het was fascinerend om met kostuumontwerper Shirin Guild, al meer dan twintig jaar een goede vriendin van me, over de kleuren na te denken. Alhoewel de psalmen regelmatig hartverscheurend zijn – het zijn immers liederen van ballingschap – keerden we steeds weer terug naar de levensbevestigende energie die eruit spreekt. Het spectrum van granaatappelkleuren (rood, oranje en kastanjebruin), gecreëerd met natuurlijke kleurstoffen uit verschillende dorpen in Iran, verleende diepgang aan dit aspect.

Nu gaat het dan gebeuren. Deze dansers, dit koor en een enkel jongetje. De muziek en de ruimte. Ideeën in beweging – eindelijk. 

Decorontwerper Edmund de Waal (beeldend kunstenaar, meesterpottenbakker en auteur) schreef deze bijdrage voor het programmaboek van The Royal Opera House, waar Yugen in maart 2018 in première ging.

©Edmund de Waal/Telegraph Media Group Limited 2018

Chichester Psalms

Wayne McGregor liet zich voor Yugen inspireren door Leonard Bernsteins monumentale Chichester Psalms, een eclectische mix van Hebreeuwse tekst, christelijke koormuziek en Broadway-jazz. Hier lees je de originele tekst en de Engelse vertaling van de psalmen.

Chichester Psalms

Psalm 108:2 and psalm 100

Psalm 108:2 Psalm 108:2
Urah, hanevel, v’chinor! Awake, psaltery and harp!
A-irah shahar! I will rouse the dawn!

Psalm 100

Psalm 100

Hariu l’Adonai kol haarets. Make a joyful noise unto the Lord all ye lands.
lv’du et Adonai b’simha Serve the Lord with gladness.
Bo-u l’fanav bir’nanah. Come before his presence with singing
D’u ki Adonai Hu Elohim Know ye that the Lord, He is God.
Hu asanu, v’lo anahnu. It is He that hath made us, and not we ourselves.
Arno v’tson mar’ito. We are His people and the sheep of His pasture.
Bo-u sh’arav b’todah, Enter into His gates with thanksgiving,
Hatseirotav bit’hilah, And into His courts with praise.
Hodu Io, bar’chu sh’mo. Be thankful unto Him, and bless His name.
Ki tov Adonai, l’olam has’do, For the Lord is good, His mercy is everlasting.
V’ad dor vador emunato. And His truth endureth to all generations.

 

LI. PSALM 23 AND PSALM 2:1-4

 

Psalm 23:1-4 Psalm 23:1-4
Adonai ro-i, lo ehsar. The Lord is my shepherd, I shall not want.
Bin'ot deshe yarbitseini, He maketh me to lie down in green pastures,
Al mei m'nuhot y'nahaleini, He leadeth me beside the still waters,
Naf'shi y'shovev, He restoreth my soul,
Yan'heini b'ma'aglei tsedek, He leadeth me in the paths of righteousness,
L'ma'an sh'mo. For His name's sake.
Gam ki eilech Yea, though I walk
B'gei tsalmavet, Through the valley of the shadow of death,
Lo ira ra, I will fear no evil,
Ki Atah imadi. For Thou art with me.
Shiv't'cha umishan'techa Thy rod and Thy staff
Hemah y'nahamuni. They comfort me.
Lamah rag'shu goyim Why do the nations rage,
Ul'umim yeh'gu rik? And the people imagine a vain thing
Yit'yats'vu malchei erets, The kings of the earth set themselves,
V'roznim nos'du yahad And the rulers take counsel together
Al Adonai v'al m'shiho. Against the Lord and against His annointed.
N'natkah et mos'roteimo, Saying, let us break their bonds asunder,
Yoshev bashamayim He that sitteth in the heavens
Yis'hak, Adonai Shall laugh, and the Lord
Yil'ag lamo! Shall have them in derision!

 

Psalm 23:5-6

 

Psalm 23:5-6

Ta'aroch l'fanai shulchan Thou preparest a table before me
Neged tsor'rai In the presence of mine enemies,
Dishanta vashemen roshi Thou annointest my head with oil,
Cosi r'vayah. My cup runneth over.
Ach tov vahesed Surely goodness and mercy
Yird'funi kol y'mei hayai Shall follow me all the days of my life,
V'shav'ti b'veit Adonai And I will dwell in the house of the Lord
L'orech yamim. Forever.

 

LLI. PSALM 131 AND PSALM 133:1

Psalm 131 Psalm 131
Adonai, Adonai, Lord, Lord,
Lo gavah libi, My heart is not haughty,
V'lo ramu einai, Nor mine eyes lofty,
V'lo hilachti Neither do I exercise myself
Big'dolot uv'niflaot In great matters or in things
Mimeni. Too wonderful for me to understand.
Im lo shiviti Surely I have calmed
V'domam'ti, And quieted myself,
Naf'shi k'gamul alei imo, As a child that is weaned of his mother,
Kagamul alai naf'shi. My soul is even as a weaned child.
Yahel Yis'rael el Adonai Let Israel hope in the Lord
Me'atah v'ad olam. From henceforth and forever.

 

Psalm 133:1

 

Psalm 133:1

Hineh mah tov, Behold how good,
Umah nayim, And how pleasant it is,
Shevet ahim For brethren to dwell
Gam yahad. Together in unity.

Interview met Jeanette Vondersaar over De Groene Tafel

Ze vindt het in en in triest, maar Kurt Jooss’ De Groene Tafel is helaas nog altijd, en nu zelfs extra actueel. Het is volgens Jeanette Vondersaar dan ook uitermate belangrijk dat Het Nationale Ballet Jooss’ ‘anti-oorlogsballet’ juist op dit moment uitvoert.

De Groene Tafel: het levend houden van een meesterwerk

Ze vindt het in en in triest, maar Kurt Jooss’ De Groene Tafel is helaas nog altijd, en nu zelfs extra actueel. Het is volgens Jeanette Vondersaar dan ook uitermate belangrijk dat Het Nationale Ballet Jooss’ ‘anti-oorlogsballet’ juist op dit moment, nu er een afschuwwekkende oorlog in Europa woedt, uitvoert.

Als voormalig soliste van Het Nationale Ballet vertolkte ze in de choreografie meermalen de rol van de partizane. Later assisteerde ze Jooss’ dochter, Anna Markard, bij de instudering van de choreografie en sinds Markards dood in 2010 draagt Vondersaar de verantwoordelijkheid voor het ‘levend houden’ van dit meesterwerk.

Jeanette Vondersaar, geboren in het Amerikaanse Indianapolis, was zestien toen ze, als balletstudent in New York, De Groene Tafel voor het eerst zag. “De choreografie maakte diepe indruk op mij. Vooral de rol van De Dood, die in het stuk de levens van burgers en soldaten neemt. De kracht van zijn optreden is bijna beangstigend, als een oorlogstanker die over het toneel naar voren komt. Als iemand mij destijds had verteld dat ik dit werk ooit zelf aan volgende generaties zou overdragen, had ik het niet geloofd.”

Vondersaar danste van 1976 tot 1997 bij Het Nationale Ballet, vanaf 1977 als eerste soliste. Ze danste er regelmatig de rol van partizane in De Groene Tafel. “Een fantastische rol, passend bij mijn energie en temperament.” Eén keer werkte ze met Kurt Jooss zelf. “We idoliseerden hem. Om de discipline en precisie die zijn choreografie vereist, waardoor elk detail betekenis krijgt. Maar evenzeer omdat hij tussen twee wereldoorlogen in een dergelijk sterk statement heeft durven maken.” Meestentijds werkte Vondersaar echter met Anna Markard, de oudste dochter van de Duitse choreograaf, aan het ballet.

‘Dit is een enorme eer, maar ook een immense verantwoordelijkheid’

EEN STIMULANS TOT REFLECTIE

Toen Het Nationale Ballet De Groene Tafel in 1996 voor televisie opnam, stelde Markard haar voor de keuze: ze kon nog eenmaal de rol van partizane in het ballet dansen, of ze kon Markard assisteren. “Hoe lastig die keuze ook was, uiteindelijk besloot ik om het laatste te doen. Een keuze die een keerpunt bleek te zijn voor mijn lot en de reden waarom ik mij tot op de dag van vandaag inspan om dit meesterwerk, dat zo belangrijk is voor de dansgeschiedenis, te bewaren. Anna had in de loop der jaren ook andere assistenten, maar anders dan zij maakte ik De Groene Tafel tot mijn eerste prioriteit. Gedurende bijna vijftien jaar studeerden Anna en ik de choreografie en andere werken van Jooss in door heel Europa, in Japan en in veel steden in de Verenigde Staten. Anna was mijn mentor en mijn vriendin.”

Door de jaren heen raakte Markard meer en meer onder de indruk van Vondersaars kennis van De Groene Tafel en voor haar overlijden in 2010 liet ze haar dan ook beloven haar vaders magnum opus verder te dragen. “Een enorme eer, maar ook een immense verantwoordelijkheid. Want helaas zien we vandaag de dag weer tot welke verschrikkingen oorlog en strijd leiden. De Groene Tafel stimuleert mensen om daarover te reflecteren. Het lot van vluchtelingen, mensen die profiteren van de oorlog, de zinloosheid van geweld: Jooss heeft het allemaal in zijn choreografie verwerkt. Aan mij daarom de taak om te zorgen dat het werk op het hoogste niveau wordt uitgevoerd, want alleen dan heeft het zijn beoogde effect.”

Jeanette Vondersaar, Edo Wijnen, Artur Shesterikov, Rafael Valdez, Anna Tsygankova, Kira Hilli, Giovanni Princic, Jan Spunda, Martin ten Kortenaar, Salome Leverashvili - De Groene Tafel (repetitie)
Jeanette Vondersaar, Edo Wijnen, Artur Shesterikov, Rafael Valdez, Anna Tsygankova, Kira Hilli, Giovanni Princic, Jan Spunda, Martin ten Kortenaar, Salome Leverashvili - De Groene Tafel (repetitie)

NIET KIJKEN, MAAR ZIEN

Negentig jaar na de première in Duitsland, ten tijde van het opkomend nazisme, raakt De Groene Tafel mensen nog steeds, zegt Vondersaar. “De universele en tijdloze lading ervan kan niemand ontgaan.” Ze geeft toe dat het ballet in danstechnisch opzicht misschien gedateerd is. “Publiek van nu is gewend aan veel pirouetten, hoge sprongen, aan benen tegen het oor. Maar het is”, zegt ze, “juist de ingetogenheid die dit werk zo indrukwekkend maakt. ‘Less is more’ in dit geval, en dat vraagt een uiterste beheersing van de dansers.”

Die beheersing is voor de huidige generatie dansers lastig, weet ze uit ervaring. “In De Groene Tafel draait het om de innerlijke expressie. Je brengt een belangrijke boodschap over en daardoor is elke beweging, elk gebaar essentieel. Als je bijvoorbeeld een reikende armbeweging naar iemand maakt, dan moet die beweging geladen zijn met energie, je moet echt iets uitdrukken met je armen, iets aan de ander overbrengen, heel eerlijk en puur. Dit soort details vergen een enorme focus van de dansers. Je moet je niet alleen bewust zijn van jezelf en je danspartner, maar van alles en iedereen om je heen. Je moet niet kijken, maar zien.”

Tegen de dansers zegt ze aan het begin van het repetitieproces dan ook: “Jullie zullen geduld moeten hebben met mij en ik met jullie”, want: “Achter elke stap zit een betekenis en ik analyseer voor elke danser afzonderlijk wat de beste manier is om die betekenis over te brengen.”

 

‘DIT MÓÉT DOORGAAN’

Afgelopen 3 juli was het precies negentig jaar geleden dat De Groene Tafel in het Parijse Théâtre des Champs-Élysées in première ging. “Ik hoop dat ik de honderdste verjaardag nog mag meemaken”, zegt Vondersaar, die inmiddels 71 is. De laatste jaren werkt ze bij de instudering van de choreografie samen met de Italiaanse balletmeester Claudio Schellino, wiens enorme toewijding ze ‘ontdekte’ toen ze De Groene Tafel bij het Saarländisches Staatstheater in Saarbrücken repeteerde. “Die samenwerking is niet alleen belangrijk omdat ik gezien mijn leeftijd niet meer alles kan voordoen, maar ook omdat de beschikbare repetitietijd wereldwijd steeds minder wordt. Toen ik met Anna Markard begon, rekenden we minimaal zes weken à in totaal honderd uur voor de instudering van De Groene Tafel. Nu mag je blij zijn als je vier weken krijgt om het werk te zetten.”

Maar ook Schellino is met 60 jaar inmiddels op leeftijd, dus Vondersaar is alweer op zoek naar een nieuwe opvolger. “We hebben ons oog nu laten vallen op een jonge dertiger, die op het ogenblik in Portugal werkt. Want hoe dan ook: dit móét doorgaan, we móéten dit monument van de danskunst levend houden.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet

Word vriend van Het Nationale Ballet

Als Vriend steunt u de dansers en makers van Het Nationale Ballet. U bent voor hen onmisbaar en daar doen wij graag iets voor terug. Voor Balletvrienden organiseren we exclusieve activiteiten achter de schermen. U ontvangt van ons het Vriendenmagazine, krijgt voorrang bij de verkoop van plaatsbewijzen en 10% korting in de winkel van Nationale Opera & Ballet.