Falstaff: synopsis, credits en biografieën

Ga direct naar:

Synopsis

Eerste akte

Eerste deel − herberg ‘De Kousenband’

Dokter Cajus stormt de kamer van Sir John Falstaff in herberg ‘De Kousenband’ binnen en verwijt hem dat hij zich de vorige avond onbetamelijk heeft gedragen. Daarnaast beschuldigt hij Falstaffs beide trawanten, Bardolfo en Pistola, ervan dat ze hem hebben beroofd terwijl hij in staat van dronkenschap verkeerde. Het lukt dokter Cajus niet om schadeloosstelling te verkrijgen en hij stapt woedend weer op.

Falstaff bekijkt de forse rekening die hij bij de herberg heeft laten oplopen. Hij deelt Bardolfo en Pistola mee dat hij zijn financiële situatie wil verbeteren door Alice Ford en Meg Page te verleiden, die allebei met een welvarende burger uit Windsor zijn getrouwd. Wanneer Bardolfo en Pistola weigeren de brieven te bezorgen die Falstaff aan beide dames heeft geschreven, geeft Falstaff de opdracht aan een page. Daarna drijft hij de spot met het recentelijk ontdekte eergevoel van Bardolfo en Pistola, voordat hij hen zijn kamer uitgooit.

Tweede deel − het huis van Ford

Alice Ford en Meg Page moeten lachen om de identieke liefdesbrieven die ze van Sir John Falstaff hebben ontvangen. Ze laten Nannetta, de dochter van Alice, en hun vriendin Mistress Quickly in hun plezier delen.

Ford arriveert, gevolgd door vier mannen die allemaal met een advies op de proppen komen: dokter Cajus, door Ford verkozen als Nannetta’s toekomstige man, Bardolfo en Pistola, die nu een lucratief baantje bij Ford proberen te ritselen, en Fenton, die verliefd is op Fords dochter Nannetta. Wanneer Ford verneemt van Falstaffs plan om zijn vrouw te verleiden, wordt hij onmiddellijk jaloers.

Terwijl Alice en Meg bedenken hoe ze zich op hun opdringerige vrijer kunnen wreken, besluit Ford zich te vermommen en bij Falstaff een bezoek af te leggen. In alle opwinding lukt het Nannetta en Fenton onopgemerkt samen een paar kostbare momenten te beleven.

 

Tweede akte

Eerste deel − herberg ‘De Kousenband’

Bardolfo en Pistola doen alsof ze berouw hebben en treden weer bij Falstaff in dienst. Ze laten Mistress Quickly binnen, die Falstaff meedeelt dat zowel Alice als Meg dolverliefd op hem is. Ze legt uit dat Alice makkelijker te verleiden zal zijn, omdat haar man elke middag van huis is, tussen tweeën en drieën. Falstaff verkneukelt zich al bij de gedachte dat hij Alice gaat verleiden.

Bardolfo kondigt nu aan dat een zekere ‘Mastro Fontana’ (Ford in vermomming) met Falstaff wil spreken. Tot Falstaffs verrassing biedt ‘Fontana’ hem wijn en geld als hij Alice Ford wil verleiden; hij is namelijk reeds lang verliefd op deze dame,  maar zonder resultaat. Als zij door de meer ervaren Falstaff verleid zou worden, is ze misschien eerder geneigd om een tweede keer door de knieën te gaan en ‘Fontana’ te accepteren. Falstaff stemt met het plan in en vertelt zijn verbaasde nieuwe vriend dat hij al diezelfde middag een rendezvous met Alice heeft.

Wanneer Falstaff vertrekt om zich voor te bereiden, geeft de jaloerse Ford lucht aan zijn woede. Als Falstaff terugkomt, gekleed in zijn beste plunje, wisselen beide mannen complimenten uit voordat ze tezamen vertrekken.

Tweede deel − het huis van Ford

Mistress Quickly, Alice en Meg treffen voorbereidingen voor Falstaffs bezoek. Nannetta vertelt haar moeder in tranen dat haar vader per se wil dat ze met dokter Cajus trouwt, maar Alice zegt tegen haar dochter dat ze zich geen zorgen hoeft te maken.

Falstaff arriveert en begint met zijn verleiding van Alice. Vervuld van nostalgische verlangens laat hij zich voorstaan op zijn aristocratische jeugd als page van de hertog van Norfolk. Terwijl Falstaff zich steeds aanminniger begint te gedragen, wordt het tête-à-tête zoals afgesproken onderbroken door Meg Page die (voor de grap) komt melden dat Ford eraan komt. Maar op hetzelfde moment keert Mistress Quickly opeens paniekerig terug om Alice te laten weten dat Ford inderdaad voor de deur staat, ontstoken in jaloezie.

Terwijl Ford naar binnen stormt met een groep dorpsgenoten, zoekt de doodsbenauwde Falstaff naar een schuilplaats, om uiteindelijk in een grote wasmand terecht te komen. Ook Fenton en Nannetta verstoppen zich. Ford en de andere mannen doorzoeken het huis. Wanneer hij zoengeluiden hoort, is Ford ervan overtuigd dat hij zijn vrouw en haar minnaar Falstaff zal betrappen, maar tot zijn grote woede ontdekt hij juist Nannetta en Fenton. Terwijl Ford het met Fenton aan de stok krijgt, geeft Alice haar bedienden opdracht de wasmand leeg te gooien uit het raam. Tot aller hilariteit wordt Falstaff in de Theems gekieperd.

 

Derde akte

Eerste deel − herberg ‘De Kousenband’

Een natte en beurse Falstaff heft een klaagzang aan over de verdorvenheid van de wereld, maar schept algauw nieuwe moed bij een glas gekruide warme wijn. Mistress Quickly weet hem ervan te overtuigen dat Alice geen enkel aandeel heeft gehad in de onfortuinlijke gebeurtenis bij Ford thuis. Als bewijs dat Alice nog steeds van hem houdt, stelt ze een nieuw rendezvous voor, die avond in het park van Windsor. In een brief die Quickly aan Falstaff geeft, verzoekt Alice de ridder rond middernacht te verschijnen, vermomd als de Zwarte Jager.

Ford, Nannetta, Meg en Alice treffen voorbereidingen voor het tweede deel van  hun complot: Nannetta zal optreden als de Elfenkoningin, en de anderen, eveneens in vermomming, zullen helpen Falstaffs bestraffing voort te zetten. Ford belooft dokter Cajus in het geheim dat hij die avond met Nannetta zal trouwen. Mistress Quickly vangt deze belofte toevallig op.

Tweede deel − het park van Windsor

Terwijl Fenton en Nannetta herenigd zijn, legt Alice haar plan uit: door middel van een list wil ze Fords toestemming voor hun huwelijk verkrijgen. Bij de nadering van Falstaff verstoppen ze zich allemaal. Klokslag middernacht verschijnt Alice. Ze verklaart haar liefde aan Falstaff, maar holt opeens weg met de woorden dat ze geesten hoort naderen.

Vermomd als de Elfenkoningin ontbiedt Nannetta haar volgelingen, die de doodsbange Falstaff aanvallen en hem net zo lang knijpen en stompen tot hij belooft zijn losbandige gewoonten op te geven. Halverwege deze belaging herkent Falstaff opeens Bardolfo en beseft hij dat hij voor de gek is gehouden. Terwijl Ford uitlegt dat hij ‘Fontana’ was, berispt Mistress Quickly Falstaff omdat hij heeft geprobeerd twee jongere, deugdzame vrouwen van het rechte pad af te brengen. Falstaff legt zich erbij neer dat hij in zijn hemd is gezet, maar wijst er toch op dat hij de werkelijke bron van geestigheid bij anderen blijft.

Nu treedt dokter Cajus naar voren met een gestalte in het wit. Ford zal hun huwelijk voltrekken. Alice leidt een ander stel naar voren, dat ook Fords zegen ontvangt. Wanneer de bruidjes hun sluier oplichten, blijkt Ford zojuist Fenton met Nannetta in de echt te hebben verbonden, en dokter Cajus met Bardolfo! Terwijl iedereen hem uitlacht, zit er voor Ford niets anders op dan de gelieven vergiffenis te schenken en zijn zegen aan hun huwelijk te hechten.

Voordat ze samen met Sir John Falstaff aanschuiven aan een huwelijkssouper, beamen alle leden van het gezelschap dat de hele wereld misschien één grote grap is, bewoond door grappenmakers, maar... wie het laatst lacht, lacht het best!

Robert Carsen (vertaald door Rob van der Veer)

Credits

Muzikale leiding  Daniele Gatti

Regie  Robert Carsen

Decor  Paul Steinberg

Kostuums  Brigitte Reiffenstuel

Licht  Robert Carsen en Peter van Praet

Sir John Falstaff  Ambrogio Maestri

Ford  Massimo Cavalletti

Fenton  Paolo Fanale

Dottore Cajus  Carlo Bosi

Bardolfo  Patrizio Saudelli

Pistola  Giovanni Battista Parodi 

Mrs. Alice Ford  Fiorenza Cedolins

Nannetta  Lisette Oropesa

Mrs. Quickly  Daniela Barcellona

Mrs. Meg Page  Maite Beaumont

Koninklijk Concertgebouworkest

Koor van De Nationale Opera

Instudering  Bruno Casoni en Thomas Eitler

Coproductie met

Royal Opera House, Covent Garden, Londen

Teatro alla Scala, Milaan

Metropolitan Opera, New York

Canadian Opera Company, Toronto

In het kader van het Holland Festival 2014

Biografieën

Artistiek team en cast

DANIELE GATTI (muzikale leiding) studeerde compositie en directie aan het Verdi Conservatorium in Milaan. Sinds 2008 is hij muzikaal leider van het Orchestre National de France. Daarvoor was hij onder meer chef-dirigent bij het Opernhaus Zürich, muzikaal leider bij het Royal Philharmonic Orchestra, Teatro Comunale di Bologna en Accademia Nazionale di Santa Cecilia, en eerste gastdirigent van ROH Covent Garden. Hij is een van de weinige Italiaanse dirigenten die uitgenodigd werden voor de Bayreuther Festspiele, die hij in 2008 opende met een nieuwe productie van Parsifal. Tijdens de Salzburger Festspiele dirigeerde hij de Wiener Philharmoniker in Elektra, La bohème, Die Meistersinger von Nürnberg en dit jaar in Il trovatore. In december 2013 dirigeerde hij La traviata in het Teatro alla Scala in Milaan, een van de hoogtepunten van het Verdi-jaar.

ROBERT CARSEN (regie en licht) studeerde onder meer aan de Bristol Old Vic Theatre School. Momenteel werkt hij over de hele wereld als regisseur van musicals, toneelvoorstellingen en opera’s. Enkele operaproducties: Don Giovanni (Teatro alla Scala in Milaan), The Turn of the Screw (ook als ontwerper, Theater an der Wien), Pique dame (Zürich), La bohème (Düsseldorf), De zaak Makropulos en Het sluwe vosje (Opéra National du Rhin), Ariadne auf Naxos (München), L’incoronazione di Poppea en Rinaldo (Glyndebourne), Fénelons JJR, Citoyen de Genève (Genève), Iphigénie en Tauride (San Francisco, ROH Covent Garden en Madrid), La traviata (La Fenice, Venetië), Dialogues des Carmélites (Teatro alla Scala, Madrid, Wenen), Der Ring des Nibelungen (Keulen, Venetië, Barcelona) en tien producties voor de Opéra national de Paris waaronder Tannhäuser en Capriccio.

PAUL STEINBERG (decor) doceert theaterontwerp aan de Tisch School of Arts in New York. Recente decorontwerpen: Der Rosenkavalier (Glyndebourne), Peter Grimes, Lulu (English National Opera), Un ballo in maschera (Metropolitan Opera, New York), La Calisto (ROH Covent Garden), Die Meistersinger von Nürnberg, Wozzeck, Turandot, L’incoronazione di Poppea (Welsh National Opera), L’amour des trois oranges, Peter Grimes en Billy Budd (Deutsche Oper Berlin), Rinaldo, Orlando, Rodelinda en Pique dame (München), Tannhäuser (Opera Nomori, Tokio, Parijs en Barcelona), La Périchole, Don Giovanni (New York City Opera), L’Orfeo, La fanciulla del West (Den Norske Opera). Khovansjtsjina (Vlaamse Opera, ENO), CO2 (Teatro alla Scala), Die Meistersinger von Nürnberg (ENO), Semiramide (ROH Covent Garden/Bayerische Staatsoper München).

BRIGITTE REIFFENSTUEL (kostuums) studeerde aan de St. Martin’s School of Art. In 2013 won zij de Oscar della Lirica Award for Achievement in Costume Design. Ze werkt regelmatig met vooraanstaande regisseurs als David Alden, Robert Carsen, Charles Edwards en Sir David McVicar in Europa en Noord-Amerika. Haar repertoire, waarvan een groot deel op dvd te zien is, varieert van Händels Giulio Cesare tot Alban Bergs Lulu. Recente producties omvatten Adriana Lecouvreur (ROH Covent Garden, Barcelona, Wenen, Parijs), Peter Grimes (English National Opera, Antwerpen, Berlijn) en Pique dame (Zürich).

PETER VAN PRAET (licht) begon zijn carrière bij de Vlaamse Opera in Antwerpen als hoofd Belichting. Hij werkt sinds 1994 ook als freelance lichtontwerper, voornamelijk met Robert Carsen, maar ook met Pierre Audi (Alcina, Zoroastre, Les Troyens, Orlando furioso), Carlos Wagner, La Fura Dels Baus (Der Ring des Nibelungen, Le Grand Macabre en Oedipe) en Valentina Carrasco (Der Ring des Nibelungen in Teatro Colón, Buenos Aires en The Turn of the Screw in Lyon). Voor Robert Carsen belichtte hij onder meer Rigoletto, L’amour des trois oranges, Platée, Rusalka, La traviata, Elektra, Tannhäuser, Carmen, Rinaldo, Der Rosenkavalier, JJR, Candide, Kát’a Kabanová en Jenůfa

BRUNO CASONI (instudering Koor van DNO) studeerde aan het Giuseppe Verdi Conservatorium in Milaan. Zijn loopbaan begon hij als koordirigent bij het Pierluigi da Palestrina Theater in Cagliari. Daarna werd hij als assistent koordirigent benoemd aan het Teatro alla Scala in Milaan. In 1994 werd hij de dirigent van het Kinderkoor van La Scala. Hij werkte ondertussen samen met tal van Italiaanse en buitenlandse muzikale instellingen en was te gast op festivals als koordirigent en dirigent van diverse orkesten. In 1994 werd hij ook als koordirigent benoemd aan het Teatro Regio in Turijn, waar hij veel waardering kreeg voor het verbreden van het koorrepertoire en zijn samenwerking met andere muzikale instellingen. In 2002 werd hij dirigent van het Koor van het Teatro alla Scala.

THOMAS EITLER (instudering Koor van DNO) studeerde muziekpedagogiek en was verbonden aan de Badener en Wiener Kinderoper in het Wiener Konzerthaus, de Wiener Volksoper en als koordirigent aan het Stadttheater Koblenz. Zeven seizoenen lang was hij koorassistent tijdens de Bayreuther Festspiele. Tevens leidde hij als dirigent een aantal Duitse orkesten. Hij is sinds 1999 regelmatig gastdirigent bij het WDR-Rundfunkchor in Köln, bij het MDR-Chor in Leipzig, bij het NDR-Chor in Hamburg en bij het Groot Omroepkoor Hilversum. Vanaf 2008 doceert hij directie  aan de Hochschule für Künste in Bremen en werkt hij als freelance koordirigent en coach voor zangers. Tot 1 september 2014 is hij artistiek leider van het Koor van De Nationale Opera. Met ingang van seizoen 2014-2015 is Thomas Eitler benoemd tot artistiek leider van het koor van Staatstheater Darmstadt.

AMBROGIO MAESTRI (Sir John Falstaff) werd geboren in Italië. Zijn debuut maakte de bariton in 2001 met Falstaff, onder leiding van Riccardo Muti in de regie van Giorgio Strehler in het Teatro alla Scala in Milaan. Het Verdi-jaar 2013 stond voor hem opnieuw in het teken van Falstaff: hij was Sir John bij de Opéra de Paris, in Zürich, op de Salzburger Festspiele, in München, Tokio, en in de Metropolitan Opera New York, waar hij voor de 200ste keer de rol speelde en zong. Ambrogio Maestri heeft opgetreden onder leiding van dirigenten als Riccardo Muti, Zubin Mehta, Daniele Gatti, Daniel Oren, Fabio Luisi, Antonio Pappano, Jeffrey Tate, Nello Santi, Marco Armiliato, Renato Palumbo en Daniel Harding. Regisseurs waar hij mee werkte waren onder anderen Franco Zeffirelli, Robert Carsen, Graham Vick, Peter Stein, Robert Wilson en Laurent Pelly. 

MASSIMO CAVALLETTI (Ford) voltooide een studie zang aan de Accademia van het Teatro alla Scala in Milaan. Gedurende de afgelopen seizoenen zong de bariton in La Scala onder meer in Il barbiere di Siviglia, La bohème, Lucia di Lammermoor, Simon Boccanegra en L’occasione fa il ladro. Behalve dat hij in diverse Italiaanse theaters debuteerde, maakte hij ook zijn debuut in het Concertgebouw Amsterdam, München, Tokio, Glyndebourne, Dresden, Wenen, Peking, de Metropolitan Opera New York, in Berlijn, Brussel en Hamburg en zong hij regelmatig in Zürich. Recent o.m.: Rodrigo Don Carlo, Marcello La bohème, Ford (Milaan, Zürich, Salzburg en Tokio), Carmen (Metropolitan Opera en Barcelona), La bohème (DNO, Teatro alla Scala), I puritani (Florence), L’elisir d’amore (Zürich), Il barbiere di Siviglia en wederom Ford (Teatro alla Scala).

PAOLO FANALE (Fenton) maakte zijn professionele debuut in 2007 als Don Ottavio in Don Giovanni. Vanaf dat moment nam zijn carrière een grote vlucht en bracht deze hem naar operahuizen als de Metropolitan Opera New York, Opéra Bastille, Bayerische Staatsoper München, Gran Teatre del Liceu in Barcelona en het New National Theatre in Tokio. De tenor zong in vele opera’s, waaronder Orphée et Eurydice, Don Giovanni, Falstaff, Così fan tutte, Lucia di Lammermoor, L’elisir d’amore, Die Entführung aus dem Serail, Rigoletto, Idomeneo, Die Zauberflöte, Roméo et Juliette, Mozart en Salieri, La clemenza di Tito en Les Troyens.

CARLO BOSI (Dottore Cajus) is regelmatig te gast bij de belangrijke Italiaanse operahuizen en festivals maar treedt ook veel op in andere landen. Het repertoire van de tenor vermeldt rollen als Flavio Norma, Normanno Lucia di Lammermoor (Brussel), Un Incredibile Andrea Chénier (Madrid, Parijs), Spoletta Tosca (Cagliari, Verona), Araldo reale Don Carlo (Teatro alla Scala in Milaan), Parpignol La bohème, Cassio Otello, Goro Madama Butterfly, Danieli I vespri siciliani, Goro Madama Butterfly (Parijs), Rodolfo Guglielmo Tell (Rome, Londen), Turandot (Milaan). Recent: Falstaff (New York, Japan), Don Carlo (Teatro alla Scala), Madama Butterfly, Andrea Chénier (Parijs, Londen) en Adriana Lecouvreur (Parijs).

PATRIZIO SAUDELLI (Bardolfo) studeerde piano, hoorn en zang aan het conservatorium in Pesaro. De tenor zong in de belangrijkste Italiaanse theaters waaronder Teatro alla Scala in Milaan (Falstaff, Macbeth) en in vele internationale theaters van Moskou tot Chicago en Tokio. Hij werkte samen met beroemde dirigenten en regisseurs als Riccardo Chailly, Daniele Gatti, Riccardo Muti, Donato Renzetti, Werner Herzog, Michele Placido, Luca Ronconi en Franco Zeffirelli. Hij zong onder meer in I puritani, La sonnambula, Don Pasquale, L’elisir d’amore, Falstaff, Gianni Schicchi, La fille du régiment, Turandot, Carmen, Werther, Tannhäuser, Die Meistersinger von Nürnberg, Capriccio, Salome, Ariadne auf Naxos, Der Rosenkavalier, Wozzeck en Il viaggio a Reims.

GIOVANNI BATTISTA PARODI (Pistola) maakte na zijn conservatoriumopleiding deel uit van de Accademia van het Teatro alla Scala in Milaan. Daar maakte de Italiaanse bas zijn debuut in Fidelio en Tosca. Enkele veel gezongen rollen van hem zijn Colline in La bohème (Teatro alla Scala, in Parijs, Turijn, Rome, Napels, Oslo, Brussel en São Paulo), de titelrollen in Oberto en Attila (Parma), verder rollen in Il trovatore (Bregenz), La sonnambula en La Calisto (Wenen). Onder zijn recente engagementen worden gerekend: La bohème in São Paulo, Un ballo in maschera in Toronto en Die Walküre in Erl.

FIORENZA CEDOLINS (Mrs. Alice Ford) zong na het winnen van de Luciano Pavarotti International Voice Competition in Philadelphia (1996) Tosca met Luciano Pavarotti, een productie die werd uitgevoerd in het Teatro alla Scala in Milaan, Metropolitan Opera New York, ROH Covent Garden, Wiener Staatsoper, Opernhaus Zürich, Salzburger Festspiele en Teatro La Fenice in Venetië. Het repertoire van de Italiaanse sopraan omvat onder meer Turandot, La bohème, Madama Butterfly, Suor Angelica, Il tabarro, Norma, Adriana Lecouvreur, Poliuto, Maria Stuarda, Carmen, Il trovatore, Otello en Un ballo in maschera.

LISETTE OROPESA (Nannetta) zingt tijdens seizoen 2014-2015 Konstanze Die Entführung aus dem Serail (Bayerische Staatsoper München), Rosalba Florencia en el Amazonas (Los Angeles Opera), Pamina Die Zauberflöte (Houston Grand Opera), Marie La fille du régiment (Pittsburgh Opera) en Susanna Le nozze di Figaro (San Francisco Opera). Hoogtepunten in de carrière van deze sopraan zijn Gilda Rigoletto, Susanna en Nannetta bij de Metropolitan Opera New York, Romilda Serse en Nannetta bij de San Francisco Opera, Cleopatra Giulio Cesare in het Michigan Opera Theatre, Konstanze op het Tanglewood Music Festival, bij Welsh National Opera en de Pittsburgh Opera, titelrol Lucia di Lammermoor en Fiorilla Il turco in Italia bij de Deutsche Oper am Rhein.

DANIELA BARCELLONA (Mrs. Quickly) is regelmatig te gast in gerenommeerde theaters overal ter wereld. De mezzosopraan zong onder meer in het Teatro alla Scala in Milaan (Lucrezia Borgia, Iphigénie en Aulide, Europa Riconosciuta, Rinaldo, Il viaggio a Reims en Verdi’s Requiem), de Metropolitan Opera New York (opening Verdi Gala en Norma), Opéra de Paris (I Capuleti e i Montecchi en La donna del lago), bij de Salzburger Festspiele (Verdi’s Requiem, Roméo et Juliette, La donna del lago, I Capuleti e i Montecchi), in Teatro Real Madrid (Semiramide, Tancredi, The Rake’s Progress) en de Wiener Staatsoper (Il barbiere di Siviglia, L’italiana in Algeri).

MAITE BEAUMONT (Mrs. Meg Page) studeerde zang en viool aan het Pablo de Sarasate Conservatorium in Pamplona. Haar carrière als opera- en concertzangeres leidde haar naar vele belangrijke internationale podia zoals die in Hamburg, München, Berlijn, Barcelona en Madrid en naar de Salzburger Festspiele. De Spaanse mezzosopraan heeft gewerkt met vele gerenommeerde dirigenten en orkesten. Haar repertoire omvat werken van barok tot hedendaagse muziek. Haar projecten omvatten de titelrol in Domenico Scarlatti’s Narciso bij de Innsbrucker Festwochen der Alten Musik, Ruggero Alcina in de Brusselse Muntschouwburg en Dorabella in Così fan tutte in het Gran Teatre del Liceu in Barcelona.