Richard Wagner

Richard Wagner

Componist van de 19e eeuw

Richard Wagner wordt gezien als een van de meest invloedrijke componisten uit de westerse muziekgeschiedenis. Hij overschreed zo ongeveer alle bestaande grenzen in de muziek, van de orkestraties van zijn opera’s tot de eisen die hij stelde aan het instituut opera en haar publiek.

  • Richard Wagner: 22 mei 1813 (Leipzig) – 13 februari 1883 (Venetië)
  • Belangrijkste werken: Der Ring des Nibelungen (een cyclus van 4 opera’s), Tristan und IsoldeSiegfried IdyllWesendonckliederParsifal, Lohengrin
  • Stroming: Romantiek
  • Gezin: tweemaal getrouwd, 3 kinderen met zijn tweede vrouw, Cosima Liszt die alle drie zijn vernoemd naar personages uit Wagners opera’s.

Wagner was geen wonderkind 
Wilhelm Richard Wagner werd geboren op 22 mei 1813 in Leipzig. Zijn vader overleed toen Wagner slechts één jaar oud was. Toen hij 9 was werd hij naar een kostschool in Dresden gestuurd. Daar vatte hij zijn liefde voor muziek op na het bijwonen van een uitvoering van Webers Der Freischutz.

In 1827 verhuisde de familie weer terug naar Leipzig. Daar begon Wagners muziekeducatie: tussen 1828 en 1831 kreeg hij harmonieleer. Vanaf 1831 studeerde hij muziek aan de universiteit van Leipzig. In deze periode schreef Wagner veel pianomuziek, 2 concertouvertures en een korte symfonie. Zijn eerste pogingen tot opera’s zijn maar voor een klein deel bewaard gebleven. Wagner was overigens geen natuurtalent. Volgens zijn pianoleraar mishandelde hij de piano...

Huwelijk en eerste opera’s
In 1833 regelde Wagners broer Albert voor Richard een aanstelling als koormeester bij het theater in Würzburg. Hij maakte daar kennis met muziek van Weber, Auber en Meyerbeer. Hij schreef er zijn opera Die Feen (1833), waarin hij sterk beïnvloed werd door Weber. In 1836 voltooide hij een andere opera, Das Liebesverbot.

In 1834 begon Wagner als dirigent bij een reizend theatergezelschap. Hij was verliefd geworden op de prima donna van het gezelschap, Christine Planer en volgde haar naar Königsberg. De twee trouwden in 1836, maar Christine verliet hem na een paar maanden voor een andere geliefde. Ze bleven wel getrouwd. Wagner kwam in Riga te werken, maar had daar niet veel succes. Drie jaar later vluchtte hij met Christine naar Parijs om aan hun oplopende schulden te ontkomen.

Parijs en Dresden
In eerste instantie ging Wagner in Parijs aan de slag als muziekjournalist en arrangeur. In 1840 werd hij door Meyerbeer voorgedragen aan de nieuwe directeur van de Opéra. Deze was geïnteresseerd in Wagners schetsen voor Der Fliegende Holländer en kocht ze. De huiscomponisten van de Opéra deden er echter vrijwel niets mee. Wagner voltooide Rienzi aan het eind van dat jaar. Tegelijkertijd werkte hij aan Der Fliegende Holländer, die hij eind 1841 voltooide.

Wagner was Parijs tegen die tijd goed zat dus reisde hij naar Dresden af, waar Rienzi een bijzonder succesvolle première kreeg. Der Fliegende Holländer ging in januari 1843 in première, maar die werd minder goed begrepen.  De successen leverden Wagner wel een positie op als tweede kapelmeester aan het hof van de koning van Saksen. Daar begon Wagner aan een nieuwe opera, Tannhäuser, die hij in 1845 voltooide. Tannhäuser had een behoorlijk grote bezetting voor die tijd. Niet alleen was het orkest een stuk groter, door de uitbreiding van alle strijkersgroepen, op het podium moesten er maar liefst  46 extra instrumenten (hout- en koperblazers en drie slagwerkers) meespelen. Vlak voor het uitbreken van de mei-opstand in Dresden, in 1849, voltooide Wagner zijn Lohengrin, dat onder leiding van Franz Liszt een jaar later in première ging. Ook Lohengrin had een bovengemiddelde grote bezetting. Wagner verdubbelde het aantal houtblazers. Net als Tannhäuser en Der Fliegende Holländer duren de opera’s bijzonder lang: tussen de drie en vier uur.

In ballingschap, essays en antisemitisme
Wagner speelde een actieve rol bij de mei-opstand in Dresden in 1849. Vanaf het begin van de revolutie in 1848 had hij al opruiende artikelen geschreven. Toen de opstand Dresden bereikte nam hij actief deel aan de strijd. Toen het Pruisische leger de strijd won, moest Wagner vluchten. Na een korte stop in Parijs ging hij naar Zwitserland. Daar schreef hij vooral essays over het ‘Gesamtkunstwerk’, de toekomst van de muziek en judaïsme. Het 'Gesamtkunstwerk' was Wagners ideale synthese van muziek, tekst en toneel. In het essay over judaïsme ventileerde hij zijn antisemitische gedachten: joden zouden niet verbonden zijn met de Germaanse geest en ze zouden geen muziek kunnen schrijven vanuit puur kunstzinnige motieven, maar slechts vanuit financieel oogmerk.

Tristan und Isolde
In 1857 liet de zijdehandelaar Otto von Wesendonck een landhuis bij Zürich bouwen. Hij bouwde op het landgoed ook een huisje waar Wagner met zijn vrouw mocht komen wonen. Wagner kon daar eindelijk tot rust komen en maakte grote vorderingen met zijn Ring des Nibelungen. Ondertussen leerde hij de filosofie van Schopenhauer kennen, die grote invloed op de Ring en op latere werken zou hebben.

Al gauw ontwikkelde zich een liefde tussen Wagner en Mathilde von Wesendonck, de vrouw van Otto. Zij schreef vijf gedichten voor hem die Wagner op muziek zette. Ze zijn de geschiedenis in gegaan als de Wesendoncklieder (1857-1858). Bovendien schreef hij een nieuw orkestwerk: Siegfried Idyll (1858). Deze werken dienden als voorstudies voor de opera Tristan und Isolde (1859). Die deed de muziekwereld op haar grondvesten schudden. Wagner ging in deze opera ver voorbij aan alle conventionele ideeën over tonaliteit en harmonieleer. Tristan und Isolde legde daarmee de basis voor veel muziek die vanaf de tweede helft van de 19e eeuw geschreven werd.

Wagner vs. Brahms
De cultuurshock die Wagner teweeg bracht in de muziekwereld met zijn Tristan und Isolde werd niet door iedereen gewaardeerd. Er waren vele conservatieven die niets ophadden met al die moderne technieken en romantiek. Van deze groep was Brahms de voornaamste exponent. Hij schreef zelf conservatieve muziek naar het voorbeeld van Beethoven en was zo het boegbeeld voor de conservatieven die het idee van ‘absolute muziek’ wilden behouden en niets moesten hebben van de romantische buitenmuzikale ideeën die aan de muziek werden toegevoegd. Zo ontstonden er twee kampen: de Brahmsianen, waartoe ook Schumann, violist Joseph Joachim en de gevreesde criticus Eduard Hanslick behoorden enerzijds, en de Wagnerianen, verdedigd door Liszt, Bruckner, en aanvankelijk ook Nietzsche anderzijds. Op 6 mei 1860 publiceerde Brahms een manifest waarin hij afstand nam van de zogheten ‘Neue Deutsche Schule’, medeondertekend door Joachim en andere prominenten. Toch stond Brahms niet afwijzend tegenover Wagners muziek. Hij had veel bewondering voor Die Meistersinger en voor Tristan und Isolde. Naar verluid zei Brahms ooit dat hij Tristan und Isolde fantastisch vond, om er gelijk aan toe te voegen: ‘maar vertel dat niet aan de Brahmsianen want dan vermoorden ze me…’. Omgekeerd moest Wagner niets van Brahms hebben.

Amnestie en tweede huwelijk
In 1860 kon Wagner eindelijk terugkeren naar Duitsland: er werd hem gedeeltelijke amnestie verleend. Het jaar daarop was ook Saksen weer bereikbaar. Na een kort verblijf in Wenen - waar hij ook weer moest vluchten vanwege schulden - streek hij neer in München. De nieuwe koning van Beieren, Ludwig II, was een fervent bewonderaar van Wagner en betaalde al zijn schulden voor hem. Bovendien kende hij hem een zeer royaal stipendium toe.

In 1865 ging Tristan und Isolde in première. Het orkest werd gedirigeerd door Hans von Bülow. Zijn vrouw Cosima (dochter van Franz Liszt) trok Wagners aandacht. Hoewel ze 24 jaar jonger was dan hij begonnen ze een relatie. Een jaar later werd hun eerste kind Isolde geboren. De bevolking en het hof van Beieren werden steeds wantrouwiger tegenover Wagner vanwege dit schandaal en zijn invloed op de koning. Wagner besloot daarop naar Luzerne te gaan en nam Cosima met zich mee. Christine stierf het jaar daarop. Cosima probeerde te scheiden van von Bülow maar die stond dat pas in juli 1870 toe, nadat Wagner en Cosima nog 2 kinderen hadden gekregen: dochter Eva en zoon Siegfried. Wagner en Cosima trouwden een maand later. Naar verluid zei von Bülow over de affaire: "als het iemand anders dan Wagner was geweest had ik hem neergeschoten...".

Bayreuth en laatste jaren
In 1872 kreeg Wagner eindelijk zijn zin: in Bayreuth werd een begin gemaakt met de bouw van een theater waar zijn Ring-cyclus kon worden opgevoerd. Koning Ludwig had geweigerd om het project te financieren, maar ging uiteindelijk akkoord met een lening. Drie jaar later was het Bayreuth Festspielhaus klaar, compleet met villa voor de familie Wagner (Wahnfried). In 1874 voltooide Wagner Götterdämmerung, de laatste opera van de cyclus. Daarmee had hij in totaal 26 jaar aan de cyclus gewerkt. De cyclus bereikte het toppunt van megalomanie: de bezetting is gigantisch en vereist allerlei bijzondere instrumenten die nooit gebruikt werden of geheel nieuw waren, zoals de contrabastrombone en de Wagnertuba. Een gemiddelde uitvoering van de gehele cyclus duurt al gauw 15 uur… 

De eerste Bayreuther Festspiele werden in 1876 opgevoerd. De volledige Ring des Nibelungen werd drie keer uitgevoerd. Het theater was volledig aangepast aan Wagners ideeën over opera. Het orkest zat onder het podium, in een bak, in plaats van op het podium. Zo hadden de zangers meer mogelijkheden om boven het orkest uit te komen. De zaalverlichting ging voortaan uit tijdens de voorstelling zodat de aandacht van het publiek op het podium gericht werd. Men mocht na aanvang niet meer naar binnen. Opera was zo geen vehikel meer voor sociale interacties en intriges, maar werd teruggegeven aan de kunst. Deze constructie werd, mede door de toewijding van Gustav Mahler, gestandaardiseerd: het vormde het theater zoals we dat nu kennen.

Na het festival begon Wagner aan zijn laatste opera, Parsifal, die in première ging tijdens de tweede editie van de Bayreuther Festspiele in 1882. Daarna reisde de familie Wagner af naar Venetië om daar de winter door te brengen (vanwege Wagners slechte gezondheid) en om Parsifal daar uit te voeren. Op 13 februari 1883 overleed Wagner aan een hartaanval. Hij werd per gondel naar het station gebracht en van daar met de trein naar Bayreuth.  In de tuin van Wahnfried vond hij zijn laatste rustplaats.

Seizoen 2023-2024
De Nationale Opera voert van 11 november tot en met 3 december 2023 Richard Wagners 
Lohengrin uit.