Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Duur
1 uur en 50 minuten, geen pauze

Deze voorstelling wordt gezongen in het Frans en het Engels.
De gesproken teksten zijn in het Engels.
Er is Engelse en Nederlandse boventiteling.

 

Makers

Gesproken teksten
Claudia Rankine
Bewerking door
Julia Bullock
Zack Winokur

Regie
Peter Sellars
Bewegingscoach
Michael Schumacher
Kostuum
Carlos J. Soto
Licht
James F. Ingalls
Geluid
Marc Urselli

 

Cast

Joséphine Baker
Julia Bullock

Piano en percussie
Tyshawn Sorey
International Contemporary Ensemble (ICE)
Viool

Jennifer Curtis
Fluit
Alice Teyssier
Saxofoon
Travis Laplante
Fagot
Rebekah Heller
Elektrische gitaar
Daniel Lippel

Originele productie van
Théâtre du Châtelet, Parijs

 

Productieteam

Assistent-regisseur
Frans Willem de Haas
Voorstellingsleider
Roland Lammers van Toorenburg
Emma Eberlijn
Eerste toneelmeester
Peter Brem
Eerste belichter
Michel van Reijn
Geluidstechnicus
Vince van Seggelen
Florian Jankowski
Arnout Verdonk
Kostuumproductie
Lars Willhausen
Eerste grimeur
Trea van Drunen
Artistiek planner
Margot Vervliet
Dramaturgie
Naomi Teekens
Titelregie
Eveline Karssen
Bediening boventiteling
Maxim Paulissen
Productieleiding
Nicky Cammaert
Productieleiding extern
Betsy Ayer
Productievoorbereiding
Puck Rudolph

De ontmaskering van la Perle Noire

Zangeres Julia Bullock over Joséphine Baker.

De ontmaskering van la Perle Noire

“Miss Baker... is helaas bijna verworden tot een dametje. Haar karamelkleurige lichaam, dat in één klap een legende werd in Europa, is nog steeds prachtig, maar het is uitgeput, geoefend, en bijna beschaafd geworden. Haar stem is, vooral in de vo-deo-do’s, nog altijd een toverfluit die nog niet bekend is met Mozart... Het gerucht gaat dat ze verfijnde ballades wil zingen; het is nog een wonder dat ze geen Othello wil spelen. Op dat mooie dierlijke gezicht ligt nu een droevige blik, niet van gevangenschap, maar van beginnende intelligentie.”

– Janet Flanner, The New Yorker, 1930

Ik werd voor het eerst vergeleken met Joséphine Baker toen ik op het conservatorium aan mijn studie West-Europese klassieke muziek begon en me werd verteld dat ik vanwege mijn uiterlijk waarschijnlijk gevraagd zou worden om veel exotisch repertoire te zingen. Aangewakkerd door complexe gevoelens en vragen rondom mijn identiteit begon ik onderzoek te doen naar het leven en de muziek van de entertainer die ik op dat moment enkel beschouwde als ‘de vrouw die danste in een bananenrok’.

Uit mijn onderzoek bleek dat Joséphine en ik een aantal dingen gemeen hadden. We waren beiden geboren en getogen in St. Louis, Missouri, dansten veel als kind, en verhuisden naar New York om een leven in de schijnwerpers na te jagen. Maar hier liepen onze wegen uiteen: vanwege de discriminatie waarmee ze in de Verenigde Staten werd geconfronteerd, emigreerde ze in 1925 naar Parijs. Daar werd ze niet alleen de bestbetaalde vrouwelijke artiest en de bestbetaalde zwarte artiest, maar zelfs de bestbetaalde entertainer die de wereld tot dan toe überhaupt had gekend. Dit gebeurde allemaal terwijl er aan de andere kant van de Atlantische Oceaan de segregerende Jim Crow-wetten golden en het vrouwenkiesrecht nog geen tien jaar oud was.

Julia Bullock tijdens een repetitie van Perle Noire: Meditations for Joséphine
Julia Bullock | Foto: Melle Meivogel

‘Exotisme’ bepaalde haar vroege carrière. Ze was soms gekleed als een vogel, opgesloten in een kooi of zong over haar ‘thuis’ in Afrika (‘Afrique’), ondanks dat ze daar pas veel later in haar leven voor het eerst voet aan wal zou zetten. Sommigen zien dit misschien als uitbuiting, en dat was het tot op een zekere hoogte ook. Maar ik denk dat het voor Joséphine zelf de eerste keer was dat ze zich aan een publiek kon laten zien op haar eigen voorwaarden. Zelfs het eerste beeld dat ik van haar had in een bananenrok was een krachtig beeld van eigenaarschap – een vrouwelijke kracht te midden van een ruwe mannelijke dominantie.

Hoewel velen spreken over Joséphines grootsheid als artiest, denk ik dat haar grote impact het mooist tot uiting kwam in haar betrokkenheid bij het Franse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Waardering vanuit haar thuisland volgde pas ten einde van de Civil Rights Movement, toen Dr. Martin Luther King Jr. haar uitnodigde om te spreken tijdens de March on Washington in 1963, en toen Coretta Scott King haar vroeg om het gezicht van de beweging te worden na de moord op King.

Om te zeggen dat ze uitgroeide tot een icoon is dus zeker niet overdreven. Voor mij is Joséphine Baker echter niet slechts een icoon voor vrouwen. Ze is ook niet slechts een icoon voor zwarte mensen. Ze is een vrijheidsicoon. Ze bekritiseerde en bevocht haar omgeving met expressieve middelen. In muzikaal opzicht werd ze echter beperkt in haar experiment. Ze had de Verenigde Staten net verlaten, toen de Harlem Renaissance net tot volle bloei kwam, en werkte in het begin van haar carrière vooral als vaudeville-danseres. Ze had nooit de blues leren zingen en miste het begin van het jazztijdperk; maar ze floreerde in de Franse Music Hall - een keurig afgebakend kader, waarin ze grenzen kon verleggen zonder al te expliciet confronterend te zijn.

Ik zong voor het eerst een aantal van Joséphine’s bekende liederen als onderdeel van mijn debuutrecital in 2014. Het waren liederen die raakten aan thema’s die haar leven lijken te hebben beheerst: uitbuiting en objectivering, zaken rondom identiteit, de moeilijkheden bij het onderhouden van intieme relaties, en de rollen die ze speelde – van een exotische entiteit op een vreemde plaats tot een verleider, verzorger en activist.

Regisseur Peter Sellars moedigde me na dit recital aan om mijn onderzoek naar Joséphine Baker en haar invloed op mij als artiest te verbreden. Peter nodigde dichter Claudia Rankine uit om tekstueel bij te dragen. Ik vond het daarbij relevant om Bakers lichaam te overdenken vanuit de dans, dus vroeg Peter choreograaf Michael Schumacher om samen met mij een gedeconstrueerde charleston te ontwikkelen. Het International Contemporary Ensemble stelde me voor aan de componist Tyshawn Sorey. Met elkaar stelden we woorden, bewegingen en muziek samen die verschillende onderstromen van Joséphine Bakers leven onderzochten en belichtten, in een poging om een diepgaand portret van een dynamisch wezen te kunnen delen.

In 2016, na het uitvoeren van het bronmateriaal in een relatief ruwe vorm onder de titel Joséphine Baker: A Portrait, doopten Tyshawn en ik het werk om tot Perle Noire: Meditations for Joséphine. Dit project ging immers niet zozeer over haar; het was juist vooral een werk voor haar. Sindsdien hebben we Perle Noire gedeeld met een publiek op een groot aantal plaatsen in de Verenigde Staten – van openluchttheaters en cabaretzalen tot in musea voor beeldende kunst. Telkens wanneer we naar dit stuk terugkeren, biedt het ons nieuwe kansen om samen opnieuw het materiaal te bestuderen. Daarbij onderzoeken we hoe we op een scherpere en gerichtere manier met iedereen kunnen delen waarom de thema’s waarvan Bakers verhaal doordrongen zijn vandaag de dag nog steeds doorwerken. Dat wij onze Perle Noire nu voor het eerst in Europa en binnen de muren van een operahuis mogen delen, is voor mij heel betekenisvol. Niet alleen omdat ik nu zelf in Duitsland gevestigd ben, maar ook omdat Baker de Verenigde Staten was ontvlucht in de hoop om aan racisme en verscheidene andere vormen van onderdrukking te kunnen ontkomen, zodat ze in Europa in meer vrijheid kon leven. Maar ondanks de status en privileges die zij als buitengewoon artiest genoot, was er geen ontkennen aan dat er nog steeds mensonterende koloniale praktijken en gedachtegangen heersten in Europa… een plek waar ze zich zo graag veilig wilde voelen en die ze haar thuis wilde noemen.

Julia Bullock tijdens een repetitie van Perle Noire: Meditations for Joséphine
Julia Bullock | Foto: Melle Meivogel

Zelf zei ze ooit: “Aangezien ik op het toneel de belichaming van de wilde was, probeerde ik in het dagelijks leven zo beschaafd mogelijk te zijn.” Wat moet het vermoeiend voor haar zijn geweest om zich voortdurend bezig te moeten houden met hoe ze op het toneel en daarbuiten werd gezien. Toegegeven, zelf ben ik ook bang geweest, als artiest en als mens, over hoe ik als vrouw van kleur te boek zou komen te staan in de publieke opinie; maar toen ik de taak op me nam om Bakers geschiedenis te onderzoeken en besloot uitgerekend die geschiedenis op het podium te gaan belichamen, zodat anderen er getuige van konden zijn hoe die geschiedenis overeenkwam met mijn eigen ervaringen, verdween die angst.

Het is nooit mijn bedoeling geweest om Joséphine Baker te imiteren. Ik ben niet geïnteresseerd in de beeldvorming van een zwarte populaire zangeres als exotische, erotische en buitengewone uitzondering op ‘de norm’. Ik weet net zomin de rol te spelen van een briljante zwarte operasopraan die absolute waardigheid en gezag uitstraalt, ondoordringbaar is in haar kracht en altijd dankbaar is voor de kansen die ze krijgt. Ik kan dat niet, omdat zulke typeringen de complexiteit van een volledig menselijk bestaan niet kunnen weerspiegelen. Wat ik wél weet, is dat ik me, vanwege de offers en successen van zwart-Amerikaanse artiesten die mij zijn voorgegaan, niet laat dwingen om clichés of stereotypen van mijn voorgangers te herhalen en bestendigen.

Hoewel ik iedere avond de kleuren, tinten en dimensies van dit materiaal belichaam – en ik sta, loop, dans en zing op podia en plaatsen die een ingewikkelde, meedogenloze en verbijsterende geschiedenis herbergen, loop ik daar wel als mezelf: een meer volwaardig geïntegreerd persoon die iedere dag haar bewustzijn blijft vergroten om te omarmen waar ze vandaan komt, om te verwezenlijken waar ze naartoe wil, en die ernaar streeft om een realiteit te delen die direct, helder, en duidelijk is en die tot je spreekt, op dit moment.

Tekst: Julia Bullock
Vertaling: Naomi Teekens

Perle Noire: Meditations for Joséphine – een discours over muzikale bevrijding

Componist Tyshawn Sorey over Perle Noire: Meditations for Joséphine.

Perle Noire: Meditations for Joséphine – een discours over muzikale bevrijding

Sinds ik mijn stem als componist begon te ontwikkelen, is mijn muziek altijd een dialoog geweest tussen formele compositie en improvisatie - die ik liever spontane muziek noem. Ik zie dit als een uiterst verrijkende component bij het musiceren - voor mezelf en voor anderen. En het is daarmee de ware sleutel tot mijn compositiemethodiek en muzikale signatuur geworden.

Perle Noire: Meditations for Joséphine bestaat uit een flexibele muzikale partituur die deze twee werelden samenbrengt. Ik ben daardoor geneigd om Perle Noire te omschrijven als een muzikaal werk met een zekere driedimensionaliteit. Allereerst is er natuurlijk de geschreven partituur, die voor iedereen de basis vormt. Ten tweede staan er in deze partituur specifieke richtlijnen voor spontaniteit aangegeven. En dan is er het derde deel, waarin we als musici vrij bewegen door het muzikale landschap heen. Niet iedereen kan dus deze muziek spelen. Want ook al maak ik vooral gebruik van de traditionele westerse notatie, ik verwacht van mijn musici dat zij de partituur volledig kunnen loslaten. Musici waarmee ik werk moeten daarom altijd op hun hoede zijn - zelfs als ze de muziek voor zich hebben. Ik streef er namelijk naar om een Odyssee te creëren, die zowel sereen als intens en angstaanjagend gevaarlijk is. Voor mij schuilt hierin zowel een gevoel van levendigheid als een expliciete artistieke authenticiteit. Het maakt dat het stuk blijft evolueren door de unieke en prachtige perspectieven van de musici die het stuk uitvoeren, waardoor het artistieke eigenaarschap verschuift van één persoon naar een volledig ensemble van individuen.

Voor Perle Noire dachten Peter, Julia en ik aanvankelijk aan een persoonlijk portret van Joséphine – een portret dat in de innerlijke onrust van haar hart zou duiken. Het stuk was dus nooit bedoeld als een maskerade – het onttrok zich eerder aan een simpele nostalgische excursie. We wilden haar zien als een vrouw van vlees en bloed die te maken had met de strijd tegen marginalisatie en tegen het lijden en de wreedheid die zwarte mensen wordt aangedaan. Het ging dus minder om het schilderen van een portret, maar meer om het deconstrueren van een mythe.

Tyshawn Sorey tijdens een repetitie
Tyshawn Sorey | Foto: Melle Meivogel

Het werd daarom mijn opdracht om liederen te schrijven die sterk afweken van de originele muziek. Ik zette me nadrukkelijk in om de aandacht van de luisteraar vestigen op de woorden die ze zong. Ik wilde een kant van haar wilde onthullen die eigenlijk al in de lyrische inhoud van de liedjes die ze zong besloten lag, maar die verborgen was onder luchtige uptempo deuntjes, tuttige arrangementen en weelderige harmonieën. Ik moest dus een vluchtige manier van luisteren ontstijgen. Ik wilde dat de luisteraars de emotionele complexiteit van Bakers bestaan niet alleen zouden gaan opmerken, maar ook gaan voelen – zodat zij, en de boodschappen in haar zang, ook echt gehoord zouden worden. Om de inherente tragedie te versterken, besloot ik het tempo te vertragen, het ritme uit te smeren en zowel nauwelijks hoorbare rauwe geluiden als pure stilte in te passen.

Voor sommigen is de muziek van Perle Noire daarom niet cultureel ‘authentiek’ genoeg. Sommige critici zeiden zelfs dat mijn muzikale arrangementen van Bakers bekende liedjes “pijnlijk monochroom waren – alles wat zij zelf niet was.” Maar Perle Noire verwerpt juist ten volle het idee van de canonieke Baker. Op iedere mogelijke manier wilden we haar bevrijden van het geweld van de witte blik, zodat haar verhaal eindelijk in alle complexiteit verteld zou kunnen worden. Toch was de muziek van Perle Noire voor veel van deze critici gewoon niet ‘zwart genoeg’. Maar mijn werk heeft niets te maken met enkel ‘authentiek zwart’ zijn. Ik ben er nooit in geïnteresseerd geweest om Baker te laten passen in het stereotypebeeld van de zwarte entertainer, en ik ben ook niet van plan om zelf dit cliché te belichamen. Het feit dat deze mensen wilden dat ik als zwarte componist “in mijn straatje zou blijven” - onderstreept alleen maar hoe de simplistische raciale opvattingen die Baker werden opgedrongen, nog steeds doorklinken.

Tekst: Tyshawn Sorey
Vertaling: Naomi Teekens

De muziek van Perle Noire: Meditations for Joséphine

Componist Tyshawn Sorey liet zich inspireren door Bakers Franse Music Hall-liedjes en veranderde hun ritmes, harmonieën, en melodieën. De volgende bekende liederen van Baker zijn verwerkt in zijn compositie.

De muziek van Perle Noire: Meditations for Joséphine

BYE BYE BLACKBIRD (1926)
Gecomponeerd door Ray Henderson
Geschreven door Mort Dixon

SOUS LE CIEL D’AFRIQUE (1935)
Gecomponeerd door Jacques Dillan Belasco
Geschreven door Andre De Badet
Uit de film Princesse Tam Tam

C’EST ÇA LE VRAI BONHEUR (CA. 1953)
Oorspronkelijk “Esto es felicidad”
Gecomponeerd en geschreven door Henri Lemarchand, Bobby Collazo, en J. Carbo Menendez
Frans arrangement door Jo Bouillon

MADIANA – MÉLODIE ANTILLAISE (1933)
Gecomponeerd en geschreven door Maïotte Almaby

SI J’ÉTAIS BLANCHE (1933)
Gecomponeerd en geschreven door Lennart Falk en Henri Varna

DOUDOU (1936)
Gecomponeerd door Maurice Hermite en Lucien Pipon
Geschreven door Charles-Louis Pothier

C’EST LUI (1934)
Gecomponeerd door Georges van Parys
Geschreven door Roger Bernstein
Uit de film Zou-Zou

TERRE SÈCHE: NEGRO SPIRITUAL (CA. 1959)
Oorspronkelijk “Terra seca”
Gecomponeerd door Ary Barroso
Frans arrangement door Jo Bouillon

MY FATHER HOW LONG
Uit Slave Songs of the United States: The Classic 1867 Anthology
Onder de redactie van William Francis Allen, Lucy McKim Garrison en Charles Pinkard Ware

Kostuumontwerpen voor Julia Bullock voor Perle Noire
Kostuumontwerpen door Carlos J. Soto

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet

WORD VRIEND VAN DE NATIONALE OPERA

Vrienden van De Nationale Opera steunen de zangers en makers van ons gezelschap. Die vriendschap is voor hen onmisbaar en daar doen wij graag iets voor terug. Voor Operavrienden organiseren we exclusieve activiteiten achter de schermen en online. U ontvangt van ons het Vriendenmagazine, krijgt voorrang bij de verkoop van plaatsbewijzen en 10% korting in de winkel van Nationale Opera & Ballet.