Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Legacy Variations

Choreograaf
David Dawson
Muziek
Alex Baranowski – Legacy Variations*
Decorontwerp
John Otto
Kostuumontwerp**
Yumiko Takeshima
Lichtontwerp
Bert Dalhuysen
Film
Altin Kaftira
Repetitor
Raphaël Coumes-Marquet
Assistent van de choreograaf
Sandrine Leroy

Wereldpremière bij Het Nationale Ballet
8 december 2022, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 25 minuten

* Music Published by Bright Notion Music Ltd

** Onze bijzondere dank gaat uit naar het Merel Laseur Fonds, dat de kostuums en het toneelbeeld van Legacy Variations mogelijk maakte.

Legacy Variations is opgedragen aan Ted Brandsen en Het Nationale Ballet, voor alle prachtige en creatieve jaren die we samen hebben mogen delen. Met speciale dank aan Merel Laseur voor haar continue steun en liefde.

 

The Four Seasons

Choreografie
David Dawson
Muziek
Max Richter – The Four Seasons, hercompositie van Antonio Vivaldi’s De vier jaargetijden*
Vioolsolist
Isabelle van Keulen
Decorontwerp
Eno Henze
Kostuumontwerp
Yumiko Takeshima
Lichtontwerp
Bert Dalhuysen
Repetitor
Raphaël Coumes-Marquet
Balletmeesters
Charlotte Chapellier
Jozef Varga

Wereldpremière
10 maart 2018,Semperoper Ballett, Dresden

Première bij Het Nationale Ballet
15 juni 2021, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Tijdsduur
circa 48 minuten

The Four Seasons is een productie van de Semperoper Dresden. Als onderdeel van de samenwerking tussen de Semperoper Dresden en Nationale Opera & Ballet is het toneelontwerp voor The Four Seasons geproduceerd in de ateliers van Nationale Opera & Ballet in Amsterdam.

* Music Published / Licensed by: © Mute Song, Londen / Albersen Verhuur B.V., ’s Gravenhage

 


Muzikale begeleiding
Het Balletorkest, o.l.v. Koen Kessels
Decors, rekwisieten, kap en grime, belichting en geluid
De Techniek Nationale Opera & Ballet
Productieleider
Anu Viheriäranta
Voorstellingsleiders
Kees Prince
Wolfgang Tietze
Productievoorbereider
Puck Rudolph
Eerste toneelmeester
Jeroen Jaspers
Eerste belichters
Angela Leuthold
Michel van Reijn
Licht supervisor
Wijnand van der Horst
Geluidstechnicus
Eric Nelissen
Videotechnicus
Rutger Flierman
Vervaardiging kostuums Legacy Variations
Martine Douma
Vervaardiging kostuums The Four Seasons
Kostuumafdeling Het Nationale Ballet in samenwerking met Martine Douma en het Semperoper Ballett
Assistent kostuumproductie
Eddie Grundy
Eerste kleder
Andrei Brejs

Inleidingen
Jacq. Algra

Totale voorstellingsduur
circa een uur en 45 minuten

 

Het Balletorkest

Eerste viool
Hebe Mensinga, concertmeester
Kotaro Ishikawa
Suzanne Huynen
Margot Kolodziej
Majda Varga-Beijer
Catharina Ungvari
Tinta Schmidt von Altenstadt
Bert van den Hoek
Jan Eelco Prins
Mirjam Michel
Robert Cekov
Inge Jongerman

Tweede viool
Radka Dijkstra-Dohnalová
Lev Adamov
Willy Ebbens
Christiane Belt
Michiel Commandeur
Thirza van Driel
Marina Meerson
Irene Nas
Rossi Ovtcharova
Francesco Vulcano

Altviool
Naomi Petersm
Maria Ferschtman
Joël Waterman
Örzse Adam
Giles Francis
Simone van der Giessen
Wouter Huizinga
José Moura Nunes
Ingerid Waleson

Cello
Artur Trajko
Rares Mihailescu
Willemiek Tavenier
Emma Besselaar
Xandra Rotteveel
Renée Timmer

Contrabas
Jean-Paul Everts
Annelies Hemmes
Florian Lansink
Nienke Kosters
Julián Sarmiento

Hoorn
Christiaan Beumer
Lies Molenaar
Ward Assmann
Milo Maestri

Trompet
Erwin ter Bogt
Erik Torrenga

Trombone
Bram Peeters
Wilco Kamminga

Harp
Jet Sprenkels

Klavecimbel
Jan van Grootheest

Algemeen directeur
Piet van Gennip
Chef-dirigent
Matthew Rowe
Hoofd bedrijfsvoering en planning
Inken Wemheuer
HR- en office manager
Katharina Schönberg
Muziekbibliothecaris
Nienke de Boer
Assistent muziekbibliothecaris
Ruben Sanderse
Orkestmanager
David Eijlander
Orkestbodes / assistent-orkestmanagers
Diederik Meijnckens
Jack van Heugten
Administrateur
Jean Paul du Marchie

Raad van toezicht
Marianne Heeremans, voorzitter
Fleur Reestman
Michel van Honk
Rutger van Boxtel
Sander Bersee

hetballetorkest.nl

Castlijst

De castlijst voor Dawson wordt één dag voor de voorstelling op deze pagina geplaatst en blijft minimaal tot één dag na de voorstelling beschikbaar.

David Dawson over Legacy Variations

Na succesvolle balletten als A Million Kisses to my Skin, The Grey Area, Overture en Citizen Nowhere presenteert David Dawson tijdens het programma Dawson de wereldpremière van zijn achttiende werk voor Het Nationale Ballet: Legacy Variations. Met deze choreografie voor drie mannelijke dansers schreef hij een liefdesbrief aan het gezelschap waar hij al 27 jaar een thuis vindt.

‘Een viering van een gezamenlijke nalatenschap, onder de majestueuze Hollandse luchten’

Je maakte Legacy Variations als een hommage aan Het Nationale Ballet. Wat betekent het gezelschap voor jou?
“Mijn jaren en ervaringen bij Het Nationale Ballet hebben me gemaakt tot wie ik nu ben. Het is het gezelschap dat mij – mijn geest en hart – het meest heeft gevormd, en bovendien het gezelschap waar ik mijn eerste stappen als choreograaf zette en dat mij alles leerde over dans en de danswereld. Amsterdam is de plek waar ik heb geleerd te werken, te groeien, door te zetten en mijn eigen visie te ontwikkelen. Omgekeerd ben ik er ook erg trots op deel uit te maken van het verhaal en de ontwikkeling van Het Nationale Ballet. Met Legacy Variations wilde ik een moment creëren om onze gezamenlijke nalatenschap te vieren, onder de majestueuze Hollandse luchten die ons allemaal verbinden.”

Je maakte Legacy Variations voor drie dansers van Het Nationale Ballet. Welke dansers zijn dit en waarom heb je juist voor hen gekozen?
“Ik maakte dit nieuwe werk voor drie heel bijzondere dansers van Het Nationale Ballet: James Stout, Edo Wijnen en Joey (Joseph – red.) Massarelli. Ik prijs mezelf enorm gelukkig dat ik deze dansers heb mogen ontmoeten. We werken al samen vanaf het moment dat elk van hen zich bij het gezelschap voegde, en hebben sindsdien een unieke manier van samenwerken gevonden. In dit nieuwe ballet staan we stil bij de reis die we samen hebben afgelegd, bij wat we hebben geleerd en hoe ver we zijn gekomen.”

Wat zijn de specifieke kwaliteiten of eigenschappen die deze dansers zo bijzonder maken?
“James, Edo en Joey zijn alle drie unieke dansers. James is in zijn dansen heel elegant, stoïcijns en toch gevoelig. Hij belichaamt een bepaalde puurheid en kan sterk en kwetsbaar tegelijkertijd zijn. Ik zie hem als een heroïsche artiest; als een poëet, een romanticus. Edo is zo levendig en onvoorspelbaar als kwikzilver. Hij straalt en beweegt op een uiterst gecoördineerde en muzikale manier. Hij is een komeet, een ster en geboren om te dansen. En Joey beschikt over een energie die eindeloos lijkt te zijn. Zijn manier van dansen is ongelooflijk organisch, met een aards karakter en een diepgaand begrip van zijn eigen kracht. Er spreekt een enorme goedmoedigheid en generositeit uit zijn bewegingen. Ik hoop dat ik al deze kwaliteiten kan tonen in Legacy Variations, om deze bijzondere dansers een podium te geven waarop ze boven zichzelf uit kunnen stijgen.”

Voor dit nieuwe werk werkte je samen met componist Alex Baranowski, die voor Legacy Variations een geheel nieuwe compositie maakte. Hoe verliep dit proces?
“Ik kwam voor het eerst met Alex in contact tijdens de eerste maanden van de coronapandemie, toen ik hem benaderde om samen een dansfilm te maken. Het klikte meteen en het was geweldig om met hem te werken. Hij heeft een heel eigen en bijzondere muzikale identiteit en zijn muziek is emotioneel, universeel, groots en intiem tegelijkertijd; het is muziek die recht uit het hart komt. Na deze ervaring wilde ik een groter werk met hem maken. Alles kwam op een heel natuurlijke manier samen, en zo werd Legacy Variations geboren. De muziek vertelt een verhaal over het hart, over een universele menselijke liefde, over verlangen en nostalgie. Over het verleden en de toekomst, tranen en hoop. De partituur die Alex voor Legacy Variations heeft geschreven, neemt je mee op een reis vol melodieën die zo omvangrijk zijn dat ze je het gevoel geven dat je vliegt.”

Legacy Variations repetitie, James Stout, Joseph Massarelli en Edo Wijnen
James Stout, Joseph Massarelli, Edo Wijnen - Legacy Variations (repetitie) | Foto: Altin Kaftira

Het toneelontwerp is in handen van twee ontwerpers met wie je in het verleden al meermaals hebt samengewerkt: decorontwerper John Otto en kostuumontwerper Yumiko Takeshima. Wat voor soort toneelontwerp kan het publiek verwachten?
“Het toneel krijgt de vorm van een wereld die zich steeds transparanter toont, zich stukje bij beetje, moment voor moment, onthult. John Otto heeft een heel ondoorzichtige en romantische ruimte gecreëerd die kaal en open, bijna leeg is. Ik wilde proberen om dit werk in verband te brengen met de Nederlandse natuur – en in het bijzonder met de beroemde Hollandse luchten. De drie-eenheid van dansers, in donkere kostuums van Yumiko Takeshima, wordt als een drie-eenheid van wachters die over ons waken. Een ander belangrijk onderdeel is een film van Altin Kaftira, die als het ware een vierde personage is in het werk.”

In het programma Dawson wordt je nieuwe creatie samen met The Four Seasons gepresenteerd. Hoe verhouden deze twee werken zich tot elkaar?
Legacy Variations en The Four Seasons staan voornamelijk met elkaar in contrast. Alles staat recht tegenover elkaar: waar het ene werk gaat over de intimiteit van een voorstelling, is het andere veel omvangrijker. Ik denk dat Legacy Variations ons helpt om het individu te doorgronden, terwijl The Four Seasons juist de kracht van een groep laat zien. Wel zie je in beide werken duidelijk mijn danstaal terug: hoe ik de passen aan elkaar verbind en hoe deze worden gepresenteerd, en hoe ik bewegingen benader – zowel ruimtelijk als emotioneel.

Legacy Variations was oorspronkelijk gepland als een werk dat zou worden opgedragen aan Het Nationale Ballet, ter ere van het zestigjarig jubileum, en aan onze directeur Ted Brandsen, die me door de jaren heen zo erg heeft gesteund. Maar nu voelt het meer alsof het programma Dawson als geheel een viering is van mijn band met het gezelschap, en van alles wat we samen hebben bereikt. Het is een enorme eer om deze avond samen met iedereen van Het Nationale Ballet te mogen realiseren, en om onderdeel te zijn van zo’n bijzonder gezelschap.”

Artiesten over hun samenwerking met David Dawson

Tijdens zijn carrière als choreograaf heeft David Dawson een divers team van artiesten om zich heen verzameld. Dansers James Stout, Edo Wijnen en Joseph Massarelli – voor wie hij zijn nieuwste werk Legacy Variations maakte – en kostuumontwerper Yumiko Takeshima vertellen over hun nauwe samenwerking met Dawson.

Artiesten over hun samenwerking met David Dawson

James Stout

James Stout

“In de studio met David draait het meer om samenwerking dan om het simpelweg aanleren van de passen. Die passen zijn überhaupt nog niet bekend: David komt meestal binnen met abstracte ideeën, een patroon of een bepaalde sfeer. Dan zet hij de muziek aan, en begint gewoon met bewegen. Wij moeten op scherp staan en hem proberen te volgen, maar hij gaat zo snel dat dat eigenlijk onmogelijk is – en dat is precies wat hij wil. De bewegingen die wij maken om hem bij te kunnen houden, verwerkt hij in zijn eigen ingevingen, wat ervoor zorgt dat elke beweging organisch is. Dat we op deze manier mogen bijdragen aan het stuk, is heel bijzonder; zeker nu we dat doen met drie dansers die David en zijn werk door en door kennen. In Legacy Variations komt alles wat we gezamenlijk hebben meegemaakt, en onze nieuwe ideeën daarover, samen. Het ballet laat in pure essentie zien wat we doen, waar we van houden en wie we zijn.”

Joseph Massarelli

Joseph Massarelli

“Duizenden pirouetten of de allerhoogste sprongen – dat is niet altijd waar dans om gaat. De connectie met je danspartners speelt misschien nog wel een grotere rol. Dat ik in dit nieuwe stuk naast James en Edo mag staan, is daarom voor mij heel bijzonder: een paar jaar geleden stond ik hen nog vanaf de zijlijn in Davids werk te bewonderen. Nu staan we daar samen, dansen we samen en steunen we elkaar op ieder moment. Legacy Variations is een weerspiegeling van de persoonlijke band die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd – ook met David. Dat geeft een heleboel energie, en die is ook hard nodig; waar andere balletten meestal één pas op één tel hebben, voer je in Davids werk wel drie passen op een tel uit. Al worden daar de bewegingen niet kleiner door. Integendeel: hoe groter we bewegen, des te beter we door kunnen blijven gaan. Het geeft een soort sneeuwbaleffect – als je eenmaal begint, kun je niet meer stoppen.”

Edo Wijnen

Edo Wijnen

“Onze bewegingstaal klikte vanaf moment één. Davids stijl ligt mij enorm: de bewegingen die ik voor klassiek ballet eigenlijk moest afleren, worden door hem juist aangemoedigd. Door wat deze fysiek van je vragen, verlies je jezelf er volledig in. Je moet zo gefocust zijn, dat je een punt bereikt waarop je alles buiten de choreografie loslaat – het enige wat je kan doen, is je overgeven aan de beweging en aan het moment. Wat ik dan op het podium laat zien, is zo puur: het publiek ziet op dat moment niets anders dan wie ik echt ben. Dit gebeurt ook in Davids nieuwe stuk, waarin we tegelijkertijd terugblikken op alle mooie momenten die David, James, Joey (Joseph - red) en ik in verschillende samenstellingen met elkaar hebben meegemaakt. Mede door de repetities voor dit stuk heb ik elke dag ontzettend zin om naar werk te gaan, al voelt het in Davids stijl alsof ik altijd thuis ben.”

Yumiko Takeshima

Yumiko Takeshima

“Eigenlijk was het David die de kostuumontwerper in mij ontdekte. In onze tijd bij Het Nationale Ballet dansten we al vaak samen, en toen David begon met choreograferen en ik met het maken van mijn eigen danskleding, vroeg hij me of ik de kostuums voor zijn stuk wilde maken. Ik wist niet zeker of ik dat wel kon, maar was zo vereerd door zijn vraag, dat ik een poging waagde. En de rest is geschiedenis… Omdat we elkaar zo goed kennen en omdat David me via sfeerbeelden en bewegingen veel inspiratie geeft, heb ik vaak al snel door welke kant hij op wil. Al houden we de kostuums altijd eenvoudig – dans gaat om dans en daar zouden de kostuums niet van moeten afleiden. Ook voor Legacy Variations blijft het kostuumontwerp minimalistisch, maar wel met een vleugje oranje: het is immers een viering van het Nederlandse Nationale Ballet. Ik kan niet wachten tot het moment waarop ik alles samen zie komen – de choreografie, dansers, muziek, decor, licht en kostuums. Dat blijft kippenvel, elke keer weer.”

Interview met decorontwerper John Otto

Er was voor decorontwerper John Otto maar één ‘David Dawson’ nodig om te beseffen dat hij met deze choreograaf wilde samenwerken. Twintig jaar later is hun band nog even bijzonder, en brengt elk maakproces de twee kunstenaars dichter bij elkaar. “Het is een kwestie van samen zoeken, afbreken en weer opbouwen. Mijn ontwerp is een interactie tussen ons.”

‘Omarmen, niet opsluiten’

De liefde voor opera en ballet kreeg hij van jongs af aan mee, en John Otto (Nieuw- Zeeland) herinnert zich zijn eerste voorstelling nog goed: “Die dolksteek naar Scarpia, in de tweede akte van de opera Tosca, dat maakt wel indruk op een tienjarig jongetje!” Thuis maakte hij graag zijn eigen voorstellingen, in een echte poppenkast. Toch interesseerde hij zich al snel meer in de achtergrond daarvan dan in de poppen zelf… Later werd tijdens zijn studie aan de Londense Motley School voor decorontwerp bevestigd dat deze interesse geen kinderlijke fascinatie betrof, maar dat hij inderdaad van die ‘achtergrond’ zijn werk wilde maken.

 

Ontdekking

Na deze studie kreeg Otto zijn eerste officiële opdracht van De Nederlandse Opera (nu: De Nationale Opera), in Amsterdam – de stad waar hij later voor het eerst een stuk van David Dawson zag. “Dat ballet verraste me, het was anders dan andere balletten die ik had gezien. Ik vond het prachtig en het had heel interessante aspecten: het leek simpel, maar droeg tegelijkertijd zo’n kracht in zich. Die sterke dynamiek vond ik bijzonder, en ik heb David daarna gevraagd of hij een keer wilde samenwerken. We ontdekten toen dat we elkaar ontzettend goed begrepen, en dat is eigenlijk nooit veranderd.”

 

Omarmd

Een tijd lang ontwierp Otto decors voor zowel opera als ballet, maar tegenwoordig houdt hij het bij opdrachten voor ballet. “Al zijn deze misschien wel moeilijker – het is een aparte manier van werken, want je moet zoveel mogelijk ruimte overlaten voor de dansers. Zij moeten eruit springen, niet door het decor opgeslokt worden; er kan niet zomaar iets tussen hen in staan dat de spanning verbreekt.” Wanneer hij met Dawson werkt, moet hij bovendien rekening houden met een andere specifieke eis: “David wil dat de dansers omarmd worden, maar dat ze wel kunnen ademen. Ik moet dus op zo’n manier spelen met de ruimte dat het toneelbeeld de dansers omvat, maar niet opsluit.”

James Stout, Martin ten Kortenaar en Joseph Massarelli - Legacy Variations (repetitie)
James Stout, Martin ten Kortenaar en Joseph Massarelli - Legacy Variations (repetitie) | Foto: Altin Kaftira

Creatief proces

Om tot zo’n ontwerp te komen, doorlopen Otto en Dawson samen verschillende fases. “Meestal prikkelt hij mij met ideeën, en bouw ik aan de hand daarvan een aantal maquettes. Dan gaan we samen zitten, trekken alle onderdelen ervan uit elkaar, bouwen ze weer op, verplaatsen ze en creëren een nieuw beeld. Ook maak ik er expres kleine figuurtjes in, die David door de maquette beweegt om de dynamiek en de afstand tot het decor te bekijken.” En toch… “…komen we vaak bij het eerste idee terug, dat de essentie dan toch het beste bleek te omvatten.”

Al die ideeën passeren echter niet voor niets de revue. “Kleur of zwart-wit? Heel groot of juist klein? Een grijze muur of een spiegelvloer? Die ontwikkeling van creatieve gedachtes is wat het maakproces zo inspirerend maakt. Het decor moet een representatie worden van de sfeer die op het toneel wordt neergezet – dans heeft toch een soort achtergrond nodig. Het is een gevoel dat overgedragen moet worden. Voor dit stuk zijn we bijvoorbeeld uiteindelijk toch van kleur naar grijs overgeschakeld, en dat maakt best een groot verschil.”

 

Luchtig decor

Legacy Variations is een bijzonder stuk, omdat David werkt met drie dansers die heel speciaal voor hem zijn, en omdat het een viering van Het Nationale Ballet is. We wilden daarom iets maken dat is geïnspireerd op de Nederlandse luchten – die nu tot uiting komen als een soort open ruimte – maar met een vertrouwde, romantische sfeer. De muziek heeft lange lijnen, alles wordt heel erg uitgerekt, dus dat wilde ik ook in het decor laten terugkomen. Daarnaast zijn er, refererend naar de drie dansers, drie lichtstroken die op en neer bewegen en samen het uitzicht naar het hemelbeeld vormen. Maar deze projectie zal niet te overdreven worden, want het mag nooit de aandacht afleiden! Die lichtstroken zullen zich dus langzaam verplaatsen, en niet op en neer stuiteren.”

 

Samensmelting

Ten slotte moet alles samenkomen. “De choreografie, de dansers, het decor, de kostuums, het licht; het moet echt een eenheid zijn. Je moet het gevoel krijgen dat alle elementen goed samenwerken. Maar het moet ook weer geen chocolate box worden: het hoeft niet te netjes, niet te zoet. Het is een persoonlijk werk, met een belangrijke rol voor de verhoudingen tussen mensen, maar het is ook sterk en stormachtig. Majestueus. Als dat naar voren komt – in samenspel – dan ontstaat er iets prachtigs.”

Tekst: Lune Visser

Interview met violist Isabelle van Keulen

Net als bij de premièreserie van David Dawsons The Four Seasons in 2021 wordt de solopartij in Max Richters gelijknamige muziek ook ditmaal vertolkt door topvioliste Isabelle van Keulen. Richters hercompositie is, na Vivaldi’s origineel en de totaal eigen versies van Astor Piazzolla en Philip Glass, Van Keulens vierde ‘vier seizoenen’-compositie en – hoezeer ze ook van de andere stukken houdt – misschien ook wel de spannendste. “Richter zet je voortdurend op het verkeerde been. Net als je er lekker in zit, gooit hij het opeens weer over een andere boeg.”

‘Als een vierkant dat je in een ruitvorm trekt’

Ze was negentien toen ze tijdens een openluchtconcert op de Dam in Amsterdam, met het Combattimento Consort onder leiding van Jan Willem de Vriend, voor het eerst Antonio Vivaldi’s Vier jaargetijden speelde. “Het was, vrees ik, niet mijn beste uitvoering”, zegt Isabelle van Keulen. “We werden geplaagd door muggen, er was flink wat rumoer van toeschouwers én van trams, en er waaiden regelmatig partituren weg. Maar het was voor mij wel een gedenkwaardig concert. Ik was net begonnen met mijn studie bij Sandor Vegh aan het Mozarteum in Salzburg. Tot dan was ik gewend om alles wat ik op concerten speelde altijd tien, vijftig, honderd keer voor mijn docent voor te spelen, alles was altijd tot in de puntjes toe gecontroleerd en geïnstrueerd. Maar toen ik Vegh vroeg om met mij aan de Vier jaargetijden te werken, zei hij meteen: ‘Ben je helemaal gek? Dat stuk hoef je toch niet bij mij op les te spelen. Daar kun je je toch zelf op voorbereiden.’ Voor mij was dat echt een eyeopener. Dat iemand zei dat ik het zelf kon, mij dat vertrouwen gaf, dat voelde zó fantastisch.”

 

MUZIKALE VERNIEUWER

Inmiddels komt Vivaldi’s Vier jaargetijden niet zo heel vaak meer ‘op haar pad’ – “ik ben immers geen barokspecialist” – maar aan haar bewondering voor de compositie doet dat niets af. Dat het overbekende stuk vandaag de dag niet alleen geliefd is, maar met typeringen als ‘muzak van de middenklasse’ ook regelmatig verguisd wordt, vindt ze dan ook allesbehalve terecht. “Je moet natuurlijk kijken naar de tijd waarin het geschreven is. Goed beschouwd zou je zelfs kunnen zeggen dat het de eerste filmmuziek is. Alles is zó beeldend gecomponeerd en voorzien van heel specifieke aanwijzingen: van de koekoek die je hoort, de dronken mannen die snurken, het breken van het ijs. Achter alles zit een gedachte. Vivaldi was in dit opzicht echt een vernieuwer, en hij verdient voor zijn Vier jaargetijden daarom niet anders dan groot respect.”

 

EEN WERELD APART

Als ze de kans krijgt, vindt ze het dan ook nog steeds ‘enig’ om Vivaldi’s oerversie te spelen, maar nóg blijer wordt ze van de drie andere ‘vier seizoenen’-composities die inmiddels op haar repertoire staan. “Het begon met Piazzolla’s Las cuatro estaciones porteñas. Net als bij Glass heeft dat stuk niets met Vivaldi of met brekend ijs te maken. Het zijn vier tango’s geïnspireerd door de seizoenen in Buenos Aires. Überhaupt is Piazzolla voor mij een wereld apart, een wereld die heel diep gaat en waar je, anders dan binnen het klassieke vakgebied, al je emotie in kunt leggen. Ik houd van het rauwe karakter van zijn muziek, en van de enorme vrijheid die hij je als musicus biedt. Vrijheid is sowieso iets waar ik altijd naar op zoek ben, en wat is er dan heerlijker dan een componist die in feite zegt: ‘Improviseer er maar op los’.”

In Philip Glass’ The American Four Seasons is, zegt ze, het hele idee van een muzikale verbeelding van de vier jaargetijden zelfs ver te zoeken. “Het zijn gewoon vier prachtige schilderingen, in Glass’ heel eigen, minimale idioom. Maar van de vier ‘vier seizoenen’-versies is dit misschien wel de moeilijkste. In technisch opzicht is het een ongelooflijk lastig stuk, en alles moet helemaal perfect zijn. Als er ook maar iets niet lukt, vals klinkt of krast, is dat bij dit stuk echt niet prettig, terwijl dat bij Piazzolla helemaal niks uitmaakt, en bij Vivaldi eigenlijk ook niet. Bovendien gaan Glass’ vier seizoenen zonder enige adempauze in elkaar over. Het stuk duurt ruim veertig minuten en al die tijd moet je de boog gespannen zien te houden.”

Isabelle van Keulen
Isabelle van Keulen | Foto: Marco Borggreve

GEWAAGD EN BRUTAAL

Het mooie van Max Richters The Four Seasons is dat daarin, aldus Van Keulen, de kwaliteiten van de andere drie composities als het ware samenkomen. “Waar Glass’ seizoenen een rond geheel vormen, is Vivaldi’s origineel een stuk ‘hariger’ en de versie van Piazzolla heeft, zoals gezegd, een bepaalde ruwigheid, bijna grofheid. En Richter weet al die elementen in een fantastische mix bijeen te brengen.”

Het was Het Nationale Ballet dat haar eind 2019 vroeg om in het voorjaar van 2020 Richters hercompositie voor het eerst te spelen, tijdens de premièreserie van David Dawsons gelijknamige ballet (die door de coronabeperkingen tot twee keer toe moest worden uitgesteld). “Ik had de muziek al een keer gehoord, waarbij ik echt een wauw-gevoel had, dus toen het verzoek kwam, dacht ik meteen: o ja, dat wil ik zeker doen, dit past helemaal in mijn straatje.”

Ze noemt Richters compositie ‘best gewaagd en behoorlijk brutaal’. “Er zit geen copyright meer op Vivaldi’s muziek, maar als dat wel zo zou zijn, denk ik dat dit wel een twijfelgeval zou zijn geweest; het had zomaar gekund dat iemand hem had beschuldigd van plagiaat. Maar persoonlijk vind ik dat onzin. Ik vind het geweldig wat Richter heeft gedaan. Hij heeft bestaand materiaal gebruikt en daar op een ontzettend knappe en slimme manier een volstrekt eigen draai aan gegeven. Het is Vivaldi met een twist.

Je wordt als musicus én als luisteraar continu op het verkeerde been gezet. Sommige delen zijn identiek aan Vivaldi, maar door het andere tempo worden die dan toch helemaal vervormd. Als een vierkant dat je bij wijze van spreken in een ruitvorm trekt. Vivaldi blijft wel regelmatig herkenbaar, maar net als je er lekker in zit, gooit Richter het opeens weer over een andere boeg, of heb je opeens een tel meer of een tel minder. En juist dat maakt dit stuk zo ontzettend leuk, het is continu hink stap, hink stap. Richter blijft je verrassen.”

 

EXTREEM TRAAG

Inmiddels heeft ze Richters compositie ook in concertante uitvoering gespeeld, met haar eigen kamerorkest in het Duitse Neuss. “Zelfs in één programma met The American Four Seasons van Glass. Wat heel gaaf en spannend is, omdat die twee stukken als het ware tegenpolen zijn. Waar je als toehoorder bij Richter echt plezier kunt hebben, moet je bij Glass juist heel aandachtig en geconcentreerd luisteren.”

Het verschil tussen een concert en een balletoptreden is, zegt ze, groot. “Bij een balletuitvoering moet ik me uiteraard aanpassen aan de choreografie. Vaak beperkt zich dat tot net iets sneller of net iets langzamer spelen, maar er is een deel in Richters compositie – in het winterdeel – waarbij ik echt extreem traag moet spelen, omdat ik moet wachten op alle pirouetten en andere indrukwekkende dingen die de dansers doen. We hebben dat voorafgaand aan de vorige serie voorstellingen uitgebreid in de studio gerepeteerd, zodat ik – anders dan bij het eigenlijke optreden, waarbij ik met mijn gezicht naar de zaal speel – ook precies kon zien waarvoor ze die tijd nodig hebben. Wat voor mij als musicus vreemd is wanneer ik naar dans kijk, is dat niet alles wat de dansers doen per se in de maat gebeurt. Dan maken ze een sprong en moet de toon die ik speel bijvoorbeeld komen als ze net in de lucht hangen, of net op een schouder landen. Dat is iets wat ik heb moeten leren, in overleg met de dansers, met de dirigent en, in het geval van The Four Seasons, ook met choreograaf David Dawson. Maar dit keer wordt Dawsons ballet waarschijnlijk deels weer door een nieuwe lichting dansers uitgevoerd, dus dat vergt ook weer nieuwe repetities. En ik voel daarbij een enorme verantwoordelijkheid. Want die jongens en meisjes van Het Nationale Ballet bedrijven echt topsport, terwijl ik” – zegt ze laconiek – “alleen maar hoef te spelen.”

Constantine Allen en Floor Eimers - The Four Seasons (2021)
Constantine Allen en Floor Eimers - The Four Seasons (2021) | Foto: Hans Gerritsen

ENORME LUXE

Optreden met Het Nationale Ballet en Het Balletorkest geeft haar, zegt ze, de kans om bepaalde composities heel vaak achter elkaar voor publiek uit te voeren. “Voor mij is dat een enorme luxe. Het zorgt ervoor dat je een stuk heel goed in je vingers krijgt.”

Van Keulen – die afwisselend iets onder Londen, in Hannover en Luzern woont – verheugt zich er dan ook op om weer een aantal weken in Amsterdam te verblijven. Het Balletorkest is voor haar inmiddels ook ‘vertrouwd terrein’. “Ik ken veel van de musici, sommigen nog uit mijn studietijd, het orkest werkte ook twee seizoenen mee aan het televisieprogramma Maestro (waarbij Van Keulen jurylid is – red.) en eerder speelde ik tijdens twee voorstellingenseries van Het Nationale Ballet met het orkest ook al Igor Stravinsky’s Violin Concerto, ter begeleiding van George Balanchines gelijknamige ballet. Tijdens die tweede serie overleed mijn moeder, waardoor de onderlinge band tussen mij en het orkest nog hechter is geworden. Iets wat mij heel erg dierbaar is.”

Ze vindt het daarom, zegt ze, extra fijn dat ze dit keer ook een vrolijkere ervaring met het orkest kan delen: “Op de laatste voorstellingsdag van Dawson vier ik mijn verjaardag. Heerlijk om juist op die dag weer even ‘part of a team’ te zijn.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet

Word vriend van Het Nationale Ballet

Als Vriend steunt u de dansers en makers van Het Nationale Ballet. U bent voor hen onmisbaar en daar doen wij graag iets voor terug. Voor Balletvrienden organiseren we exclusieve activiteiten achter de schermen. U ontvangt van ons het Vriendenmagazine, krijgt voorrang bij de verkoop van plaatsbewijzen en 10% korting in de winkel van Nationale Opera & Ballet.