De kracht van een duivelse opera

Carl Maria von Webers Der Freischütz uit 1821 werd van begin af aan juichend ontvangen, en bleef gedurende de negentiende eeuw een zeer populaire opera. Weber bracht met Der Freischütz de Duitse romantiek, woudmystiek en aanstekelijke folklore naar het operatoneel in een Faustiaans griezelverhaal, en schreef daar voor zijn tijd adembenemende muziek bij. In de loop van de twintigste eeuw verdween het stuk buiten de Duitstalige wereld grotendeels uit het repertoire, en ook in Nederland was het zelden te zien. Nu valt Der Freischütz eindelijk bij De Nationale Opera te bewonderen.

Waarom is het de moeite waard om meer over de ontstaansgeschiedenis en receptie van Webers magnum opus te weten te komen, welke invloed had Weber op andere componisten, en wat maakt deze opera ook vandaag de dag nog interessant? Hoe verhouden we ons nu tot de Biedermeier-Romantiek van Der Freischütz, en is deze opera eigenlijk wel de idyllische bevestiging van de maatschappelijke status quo die velen erin herkennen?

Op deze en andere vragen wordt ingegaan door muziekdramaturg Kasper van Kooten, die in 2016 aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde op een onderzoek naar de relatie tussen Duitstalige opera en nationale identiteitsvorming in de negentiende eeuw.