Voorstellingsleider
Foto: Altin Kaftira

Achter de schermen: de voorstellingsleider

27 juni 2022

Tijdens de voorstelling die het publiek op het podium ziet, speelt zich tegelijkertijd achter de schermen een tweede voorstelling af. Het is er een waarin niet operazangers of balletdansers, maar decorwisselingen en licht cues de hoofdrollen spelen, en waar de leiding niet in handen ligt van de dirigent en regisseur, maar van voorstellingsleiders als Pieter Heebink.

Tekst: Rosalie Overing

Al tijdens zijn opleiding Productie Podiumkunsten, waarbinnen hij zich specialiseerde in het vak van voorstellingsleider, had Pieter Heebink een duidelijk doel voor ogen: voorstellingsleider zijn bij in ieder geval een musical, een ballet en een opera, om uiteindelijk zo breed mogelijk inzetbaar te kunnen zijn. Na verschillende stages en freelance-opdrachten binnen deze drie disciplines, werkt hij inmiddels al drie seizoenen als voorstellingsleider bij Nationale Opera & Ballet, waar deze brede inzetbaarheid goed van pas komt. “Omdat ik na de fusie (van De Nationale Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziektheater in 2014 – red.) ben aangenomen, werk ik mee aan opera- én balletproducties, maar ook aan de projecten die vallen onder wat wij de ‘derde werkstroom’ noemen. Dit is een verzamelnaam voor alles wat geen reguliere voorstelling is, bijvoorbeeld het Young Patrons Gala, het Kinderkorenfestival en het benefietconcert Opera & Ballet voor Oekraïne.”

Opera versus ballet

Deze drie verschillende soorten producties worden ieder gekenmerkt door een andere werkwijze, waardoor ook het takenpakket van de voorstellingsleiders bij Nationale Opera & Ballet per productie varieert. Zo beginnen de werkzaamheden van de voorstellingsleider bij het ballet vaak pas tijdens de toneelrepetities, terwijl voorstellingsleiders bij een opera al vanaf het moment dat er in de studio’s wordt gerepeteerd nauw bij het repetitieproces betrokken zijn. Pieter: “We hebben dan vooral een faciliterende rol: we zorgen ervoor dat de repetities soepel kunnen verlopen en dat het artistieke team alles heeft wat ze nodig hebben. Wanneer het koor bijvoorbeeld tijdens een opera in grote hoepeljurken op het podium moet staan, bespreek je als voorstellingsleider met de kostuumafdeling dat er repetitiejurken moeten komen. Om eventuele moeilijkheden voor te kunnen zijn en te zorgen voor een zo goed mogelijk eindresultaat op het toneel, moet er met dit soort bepalende factoren gerepeteerd worden.”

voorstellingsleider
Foto: Altin Kaftira

Wanneer de repetities zich vervolgens verplaatsen van de studio naar het toneel, verandert de rol van de voorstellingsleiders. Pieter: “Bij operaproducties werken we meestal met een showcaller, een eerste voorstellingsleider en één of twee assistenten. Als showcaller werk je vanachter een groot bureau met onder andere een camerabeeld van de dirigent, een overzichtsbeeld en een infrarood camerabeeld. Vanaf hier geef je, aan de hand van de partituur, via een headset alle cues door, bijvoorbeeld voor wisselingen van lichtstanden en de bewegingen van het decor, maar ook voor de opkomsten van de dirigent, solisten en koorleden. Deze cues worden vervolgens opgevangen en verder doorgegeven door de eerste voorstellingsleider, die het team op de vloer leidt en de grote beslissingen neemt, en de assistenten.” Wie welke van deze drie posities invult, wordt vooraf afgesproken en verschilt per operaproductie. Bij balletproducties wordt er tijdens de toneelrepetities met maar twee voorstellingsleiders gewerkt: de een vervult de rol van showcaller en de ander verzorgt de communicatie tussen het artistieke team en het toneel. Bij de uiteindelijke voorstellingen is meestal zelfs alleen de showcaller aanwezig. Pieter: “Dat is omdat we geen cues hoeven te geven voor de opkomsten van dansers. Zij weten zelf wanneer ze het toneel op moeten.”

Rock en rollen

Het verschil tussen de werkzaamheden van een voorstellingsleider bij opera- en balletproducties is echter nog klein vergeleken met het verschil tussen reguliere producties en de ‘derde werkstroom’. “Voor derde werkstroom-projecten is er meestal veel minder repetitietijd en moet je veel meer ‘rock en rollen’ op de dag zelf, zoals wij dat noemen,” vertelt Pieter. “Dit geeft een leuk contrast tussen aan de ene kant een opera waarvoor je vier weken in de studio en dan nog twee weken op het toneel repeteert, en aan de andere kant bijvoorbeeld een Young Patrons Gala dat je binnen twee dagen in elkaar moet zetten.” Een van de meest recente voorbeelden van zo’n ‘ad hoc-project’ was de benefietvoorstelling Opera & Ballet voor Oekraïne. “We draaiden toen ’s middags tot kwart over vier de opera Eurydice – Die Liebenden, blind en hebben daarna tot zes uur omgebouwd – een enorme ombouw – en vervolgens tot half acht gerepeteerd. Om kwart voor acht gingen de deuren open voor het publiek en moest alles klaar zijn. Dit zijn leuke uitdagingen, maar de afwisseling met langer lopende projecten is ook fijn. Want soms denk je tijdens zo’n spoedklus wel eens ‘zat ik nou maar in de studio voor de zesde keer die dag naar een aria te luisteren’.”

 

Live optreden

Een van Pieters favoriete producties waaraan hij als voorstellingsleider heeft meegewerkt, is Missa in tempore belli, die afgelopen september in wereldpremière ging. Pieter: “Voor mij vielen in deze productie alle aspecten van het werk samen. Het was een voorstelling met zowel opera als ballet, een groot koor, elektronische muziek, veel licht- en decorchangementen en heel veel video. Ik was toen showcaller, wat gezien het enorme aantal cues nog best een uitdaging was. Missa in tempore belli belichaamde echt de complexiteit van ons vak en liet tegelijkertijd zien hoe mooi het is om al deze disciplines op het podium te kunnen samenbrengen. Op dat soort momenten voel ik me zelf vaak net een musicus: ik volg als showcaller ook de dirigent en maak vervolgens direct de vertaalslag naar de vloer. Op die manier is ons werk dus eigenlijk ook een live optreden. En de spanning die bij die live-ervaring hoort, het gevoel dat alles precies op dat moment goed moet gaan en het samen streven naar perfectie, dát is waarom ik er zo van hou om in het theater te werken.”