persifal header

Parsifal: de basics

9 april 2020

Tekst: Laura Roling

In Nederland is de Paasperiode onlosmakelijk verbonden met de Matthäus, maar elders in de wereld is Parsifal de Paasopera bij uitstek. Wagners Parsifal is niet zomaar een opera. Voor veel operaliefhebbers is het een filosofisch-religieuze totaalervaring over (mede)lijden en verlossing.

Een filosofisch-religieuze totaalervaring. Dat klinkt misschien wat intimiderend, maar Parsifal is dan ook een bijzonder ambitieus werk. Het was Richard Wagners laatste opera, en tegelijkertijd het eerste werk dat hij specifiek maakte voor zijn eigen theater in Bayreuth. De zaal werd verduisterd en de orkestbak was er aan het zicht onttrokken. In totale duisternis waren de optimale omstandigheden gecreëerd voor een indringend theatraal ritueel.

De materie van Parsifal is bovendien op zijn zachtst gezegd spiritueel te noemen: het is een multi-interpretabel muziektheaterstuk over een maatschappij in verval die wacht op verlossing door een voorspelde ‘reine dwaas’. Enter Parsifal, een soort tweede Christus, die op Goede Vrijdag de wereld verlossing brengt en hernieuwt.

Waar dat verval precies in schuilt en waar de verlossing precies uit bestaat blijft uiteindelijk open voor verschillende interpretaties. Parsifal is dan ook voor menig regisseur een eindeloos interpretatief feest.

Parsifal

VERLANGEN EN LIJDEN

Binnen Wagners oeuvre is Parsifal in zekere zin een vreemde eend in de bijt. Tegelijkertijd is het werk ook een culminatie van de thematiek die als een rode draad door Wagners werken loopt. In veel Wagneropera’s spelen liefde en verlangen een centrale, overigens zelden onproblematische, rol. Bij Wagneriaanse liefde is het lijden en de dood nooit ver weg. Regelmatig spreken Wagners liefdeskoppels zelfs in één adem over liefde en dood.

Wanneer de jonge held Siegfried zijn geliefde Brünnhilde wakker kust, bezingen ze luidkeels niet alleen de ‘glanzende liefde’, maar ook de ‘lachende dood’ (“leuchtende Liebe/lachender Tod!”). Nog prominenter is de connectie tussen liefde en dood in Tristan und Isolde: voor dit liefdespaar is het leven – dat volledig beheerst wordt door een onmogelijk liefdesverlangen – niets anders dan lijden. Alleen in de dood valt dit lijden een halt toe te roepen en vinden ze verlossing.

Tegen deze achtergrond is het des te opmerkelijker dat het publiek in Parsifal een held treft die, wanneer hij in de tweede akte voor het eerst vol verlangen gekust wordt door Kundry, juist volledig afwijkt van het patroon. Anders dan Siegfried en Tristan laat Parsifal zich niet grijpen door liefde en verlangen: hij zweert deze, op het moment van ultieme verleiding, juist volledig af. Door deze kortstondige ervaring komt hij tot een inzicht dat lijkt op dat van de Boeddha: hij ziet in dat verlangen de oorzaak van het menselijk lijden is, en dat alleen door het loslaten van verlangen het lijden een einde toegeroepen kan worden.

Persifal

VOORGESCHIEDENIS EN KARAKTERS

Christendom, Boeddhisme, filosofie (Schopenhauer), het middeleeuwse epos Parsival van Wolfram von Eschenbach, rode draden uit Wagners oeuvre. Er komt zoveel samen in Parsifal dat het moeilijk is om grip te krijgen op het werk, zeker bij een eerste ontmoeting bij het werk. Er is sprake van een lange voorgeschiedenis die doorwerkt in het stuk, en karakters en hun motivaties zijn soms moeilijk te doorgronden op het eerste gezicht. Daarom een kort overzicht van de hoofdrolspelers in de wereld van de Graal.

Amfortas

AMFORTAS

Als Graalkoning heeft Amfortas als voornaamste taak het uitoefenen van de dagelijkse Graalceremonie. Deze taak valt hem echter zwaar, aangezien hij zich, kort na zijn aantreden, zijn ambt onwaardig heeft betoond: tijdens een veldtocht tegen Klingsor heeft hij zich laten verleiden door Kundry en zijn eed van kuisheid geschonden. Vervolgens heeft Klingsor hem de heilige speer afhandig gemaakt en hem ermee in zijn zijde verwond. De wond sluit zich niet en de koning lijdt onder een niet-aflatende pijn. Hem is verlossing door een ‘reine dwaas’ voorspeld, die ‘door medelijden wijs is geworden’ (‘Durch Mitleid wissend, der reine Tor’). De enige verlosser waarnaar Amfortas echter werkelijk verlangt, is de dood. De Graalceremonie, die de Graalridders in leven houdt en verkwikt, zou hij het liefst niet uitvoeren, omdat deze zijn eigen lijden alleen maar verlengt. In de eerste akte laat Amfortas zich nog dwingen door zijn bejaarde vader Titurel, maar in de derde akte heeft zijn doodswens het gewonnen en is Amfortas in staking.

AMFORTAS

Als Graalkoning heeft Amfortas als voornaamste taak het uitoefenen van de dagelijkse Graalceremonie. Deze taak valt hem echter zwaar, aangezien hij zich, kort na zijn aantreden, zijn ambt onwaardig heeft betoond: tijdens een veldtocht tegen Klingsor heeft hij zich laten verleiden door Kundry en zijn eed van kuisheid geschonden. Vervolgens heeft Klingsor hem de heilige speer afhandig gemaakt en hem ermee in zijn zijde verwond. De wond sluit zich niet en de koning lijdt onder een niet-aflatende pijn. Hem is verlossing door een ‘reine dwaas’ voorspeld, die ‘door medelijden wijs is geworden’ (‘Durch Mitleid wissend, der reine Tor’). De enige verlosser waarnaar Amfortas echter werkelijk verlangt, is de dood. De Graalceremonie, die de Graalridders in leven houdt en verkwikt, zou hij het liefst niet uitvoeren, omdat deze zijn eigen lijden alleen maar verlengt. In de eerste akte laat Amfortas zich nog dwingen door zijn bejaarde vader Titurel, maar in de derde akte heeft zijn doodswens het gewonnen en is Amfortas in staking.

GURNEMANZ

GURNEMANZ

Graalridder Gurnemanz behoort tot de eerste generatie Graalridders en beschikt op grond hiervan over een zekere senioriteit. Hij heeft nog meegemaakt hoe de vorige koning Titurel de heilige speer (waarmee Christus aan het kruis is verwond) en de Graal (de kelk waaruit Jezus tijdens het laatste avondmaal dronk en waarin tijdens zijn kruisdood zijn bloed werd opgevangen) in ontvangst heeft genomen van een engelenschaar en hoe de Graalgemeenschap voor het intreden van verval functioneerde. Hij is dan ook bijzonder gebrand op de komst van de voorspelde verlosser in de gedaante van een ‘reine dwaas’. Een groot gedeelte van zijn rol bestaat uit het doorgeven van gebeurtenissen uit het verleden aan jongere generaties: hij vormt als het ware een schakel tussen het verleden, heden en de toekomst van de Graalbroederschap.

Klingsor

Klingsor

Een kwade tovenaar, die zich tot doel heeft gesteld de Graalridders door verleiding (door zijn Bloemenmeisjes of Kundry) ten val te brengen en de heilige Graal en speer in zijn macht te krijgen. Aanvankelijk wenste Klingsor zich juist bij de Graalridders te voegen. Omdat hij niet in staat was onkuise gedachten uit te bannen, castreerde hij zichzelf. Omdat zijn kuisheid op een onjuiste wijze tot stand was gekomen, bleven de deuren van de Graalburcht voor hem gesloten. Toch heeft zijn castratie Klingsor geen windeieren gelegd: hij ontleent er zijn toverkrachten aan. Bovendien stelt het hem in staat om macht uit te oefenen over Kundry; hij kan als castraat niet aan haar verleidingskracht ten prooi vallen.

Kundry

Kundry

Kundry heeft ooit Christus aan het kruis uitgelachen en zich daarmee de vloek van een eeuwig leven op de hals gehaald. Ze is gedoemd tot het maken van lachende en krijsende geluiden; tot huilen is ze daarentegen sinds haar zonde niet in staat. Ze wordt door tegenstrijdige instincten gedreven: enerzijds wenst ze niets liever dan rust en verlossing in de dood, anderzijds wordt ze gedreven door haar eigen (vleselijke) verlangens en begeertes. Ze laat zich dan ook van verschillende kanten zien in Parsifal: in de eerste akte tracht ze de Graalridders bij wijze van boetedoening van dienst te zijn, al doet ze dit op een nogal onbehouwen en botte wijze. In de tweede akte wordt ze juist volledig gedreven door een fysiek verlangen naar Parsifal, op wie ze haar verschillende verleidingstactieken loslaat. Kundry weet dat ze pas verlossing zal vinden wanneer iemand haar verleiding weerstaat. In de derde akte duikt ze dan ook bij Gurnemanz op, in afwachting van Parsifal.

Persifal

Persifal

De voorspelde verlosser: ‘de reine dwaas, door medelijden wijs’. Na de dood van zijn vader is Parsifal door zijn moeder in volledige onwetendheid en isolatie opgevoed. Wanneer hij bij de Graalridders arriveert, weet hij niet eens hoe hij eigenlijk heet. Gurnemanz identificeert de naïeve jongeman terecht als ‘de reine dwaas’, al blijkt tijdens de eerste Graalceremonie dat hij nog niet ‘door medelijden wijs’ is. Wel zet Parsifal een belangrijke eerste stap in de goede richting door het aanvoelen van Amfortas’ (vooralsnog verwarrende) pijn. Pas in de tweede akte, wanneer hij gekust wordt door Kundry, en wanneer hij zelf gegrepen wordt door verlangen, voelt Parsifal Amfortas’ pijn opnieuw en kan hij deze duiden: Amfortas’ kwelling komt voort uit precies dezelfde situatie en het toegeven aan precies hetzelfde verlangen. Door het letterlijk ‘mee-lijden’ met Amfortas, het ondervinden van exact dezelfde verleiding, komt Parsifal tot het cruciale inzicht dat een leven gedreven door begeerte een lijdensweg is. Alleen door het afwijzen van verlangen en het adopteren van een ascetische levensstijl kan dit lijden overwonnen worden. Deze ascese leidt echter niet tot een afgezonderd bestaan: zijn gevoel van medelijden leidt bij Parsifal bovenal tot de drang om ook Amfortas uit zijn lijden te verlossen. Wanneer hij zonder moeite de heilige speer teruggewonnen heeft en Klingsors toverkracht teniet heeft gedaan, begint Parsifal dan ook aan zijn jarenlange, zware tocht naar de Graalburcht, waar hij uiteindelijk op Goede Vrijdag zowel Kundry als Amfortas uit hun lijden verlost en de Graalbroederschap opnieuw vormgeeft.