Verhaal Jephtha
I
De Israëlieten worden − als straf van God nadat zij afgoden hadden gediend − bedreigd door de Ammonieten en zoeken een legeraanvoerder. Zebul vraagt zijn halfbroer Jephtha die taak op zich te nemen. Deze stemt in, met als voorwaarde dat hij daarna de leider van Israël zal worden. Zijn dochter Iphis is verloofd met een jonge krijgsman, Hamor. Zij zullen trouwen als de veldslag goed afloopt. Jephtha zweert dat hij in dat geval het eerste levende wezen dat hem bij thuiskomst tegemoet komt als dank aan God zal offeren. Storgè, Iphis' moeder, weet dit niet maar ze heeft sombere voorgevoelens. Jephtha daagt de Ammonieten uit om te strijden.
II
Hamor meldt dat de Israëlieten de overwinning hebben behaald. De algemene vreugde is groot. Maar als Iphis haar vader als held wil verwelkomen, stoot deze haar ontzet van zich af. Hij vertelt de anderen over zijn eed.
III
Iphis berust in haar lot. Voordat de priesters het offer echter kunnen uitvoeren, verschijnt er een engel: als Iphis zich aan de dienst van God wijdt en altijd maagd blijft, hoeft ze niet te sterven en zal Jephtha's belofte als vervuld worden beschouwd.