Akte 1

Scène 1

JAGER 1 / JAGER 2 Hij springt, hij rent
als hij dreigend huilt.
Ik toon mijn mes, ik mijn geweer en…
Wacht!
Hier komt de wolf!
De heel boze wolf!
Jaag hem, kook hem, braad hem.
We hakken hem in kleine stukjes.
Schiet de wolf in miljoenen stukjes.
Hak de wolf, schiet de wolf.
Hakken ’t kwaad in stukjes.
Een kwade smoel
jaagt het bos al schrik aan.

 

Scène 2

BIGGETJE 1 Ssstt... slaap.
BIGGETJE 2 Slaap, ssstt!
BIGGETJE 1 Stil! Slaap!

 

BIGGETJE 1 Donder?
BIGGETJE 2 Ja, donder. Of jagers. Donder of jagers.
BIGGETJE 1 Nee! Jagers en donder. Ik heb goeie oren.
BIGGETJE 2 Ja, ze jagen op de boze wolf.
BIGGETJE 1 Ja, die kleine meisjes pakt en kleine jongens eet.
BIGGETJE 2 Nee! Die kleine jongens pakt en kleine meisjes eet.
BIGGETJE 1 / 2 Ja.
BIGGETJE 1 ’t Is buiten gevaarlijk.
BIGGETJE 2 Ja. ’t Is daar niet pluis.
BIGGETJE 1  We moeten ’t huis afmaken.
BIGGETJE 2 Ja. We moeten het voltooien.
BIGGETJE 1 / 2 Ja. Ja.

 

BIGGETJE 1 Was jij dat?
BIGGETJE 2 Nee. Was jij dat?
BIGGETJE 1 Nee. Ja. Ik was het toen je sliep.
BIGGETJE 1 Nee, ik was het toen jij sliep.
BIGGETJE 1 / 2 Nee, ik was het. Slaapkop...

 

BIGGETJE 1 / 2 We deden ’t samen! In onze slaap!

 

BIGGETJE 1 Mooie deur.
BIGGETJE 2 Hij kan open en dicht.
BIGGETJE 1 Ja, dicht en open.
BIGGETJE 2 Nee! Eerst open, dan dicht. Zie je?
BIGGETJE 1 Ja en als de wolf komt...
BIGGETJE 1 / 2 ...kan hij er niet in.

 

BIGGETJE 1 Hoor ik zingen?
BIGGETJE 2 ’t Is huilen.
BIGGETJE 1 Is het de wolf?
BIGGETJE 2 Ja, het is de wolf.

 

BIGGETJE 1 Is de wolf sterk?
BIGGETJE 2 Ik denk het.
BIGGETJE 1 Houdt het huis stand?
BIGGETJE 2 Ik denk het.
BIGGETJE 1 Hij is gewond.
BIGGETJE 2 Niet belangrijk. ’t Is de wolf.
BIGGETJE 1 Ja, ’t is de wolf.

 

BIGGETJE 1 Is het huis sterker dan de wolf?
BIGGETJE 2 Ik denk het.
BIGGETJE 1 Is de wolf sterker dan het huis?
BIGGETJE 2 Ik denk het.

 

Scène 3

WOLF

Woeh.
De nacht valt, ze jagen me op.
Schieten, steken en stenigen.
Steeds weer en steeds weer en steeds weer.
Woeh.

Ze horen ‘woeh’ en schreeuwen ‘monster’.
Waarnaartoe?
Noord en dan zuid?
Of zuid en dan noord?

Geen jagers op de maan,
slechts harde wind over kalm water,
donker duister over heldere lucht.
Niemand daar schreeuwt ‘monster’
als je te eenzaam bent om te vertrouwen;
niemand daar schreeuwt ‘monster’
als je boos bent van de honger, je huilt, bijt en doodt;
als je te lelijk bent of luid; woeh!
Te dun, te droef of te zwak;
niemand daar schreeuwt ‘monster’
als je anders bent.

 

Akte 2

Scène 1

ROSA Je bent gewond. Laat eens zien. Je bent harig.
WOLF Wolven zijn harig.
ROSA Wat ’n grote handen. Wat ‘n grote oren. Wat ‘n grote, droeve ogen. Zijn wolven droef?
WOLF Sommigen…
ROSA Waarom zijn wolven droef?
WOLF Vele redenen…
ROSA Zoals wat?
WOLF Weet niet. Geld, gedoe met de wet.
ROSA Waarom ben je droef?
WOLF Overal kogels. Genoeg gepraat. Ik moet gaan.
ROSA Waarom schieten ze?
WOLF Als ik honger heb, doe ik dit... woeh.
ROSA Houden ze niet van je zang?
WOLF Ze noemen het huilen.
ROSA Klinkt als zingen voor mij. Ik heb muzikale oren.

 

WOLF Woeh.
Hoor je? Ze begrijpen het niet. Ik wil daarheen. Er zijn geen jagers op de maan.
ROSA De maan staat hoog. ’t Is ver... verticaal. En er leven niet alleen jagers op aarde. Ga niet. Er is nog zoveel horizon te gaan.
WOLF Er is zoveel horizon daarboven. Ik ben gewond, ik kan niet wachten.
Er was eens een wolf...
ROSA Een goeie wolf?
WOLF Er was eens wolf, een goeie wolf, die twijfelde om omhoog of omlaag te gaan. Twijfelde te lang en viel.
ROSA Is vallen omlaag gaan?
WOLF Ja, maar te snel. Vallen is omlaag gaan zonder dat te willen. Vallen is te snel omlaag gaan.
ROSA Ging de wolf dood?
WOLF Ja.

 

ROSA En hoe ga jij naar de maan?
WOLF Met een paard.
ROSA Met een paard?
WOLF Paarden zijn snel. Wat is er mis mee?
ROSA Paarden vliegen niet: geen motor, geen ontsteking, technologie, katrollen, turbines.
WOLF Mijn paard is oud, maar wel snel: ’t heeft vier poten.
ROSA Nee, je moet een raket hebben.
WOLF Een raket heeft geen vier poten.
ROSA Maar vliegt wel naar de maan.
WOLF En als ik geen raket heb?
ROSA Dan maken we er een.

 

ROSA Ik heb gereedschap, onderdelen; weet alles van massa en zwaartekracht. Ik ken de toekomst.

 

Scène 2

ROSA Motor: waterstof.
WOLF Motor: waterstof.
ROSA Capsule: Zuurstof,
WOLF Waterstof, Zuurstof.
WOLF / ROSA Zuurstof, waterstof.
Vleugels voor de maan, vuurbestendig staal.
Propellor, vuurbestendig staal.
Motor, capsule, vleugels, katrollen, turbines, alles werkt.

 

ROSA Alleen nog een ruimtepak.
WOLF Waarvoor?
ROSA Voor de maan, weet je nog? Geen atmosfeer; nul zwaartekracht.
WOLF Ja, natuurlijk. Is een blauw pak goed?
ROSA Ruimtepakken zijn wit.
WOLF Ik vind blauw mooi... en geel. Mag het blauw en geel zijn?
ROSA Maar dat is groen!
WOLF Nou, groen dan; groen is ook mooi.

 

ROSA Klaar! Snel, er dreigt gevaar!

 

ROSA Je vergat je helm. Mag ik mee?
WOLF Er is maar plaats voor één...
ROSA En wij zijn samen twee.
WOLF ’t Spijt me.

 

Scène 3

JAGER 2 Jij blijft hier.
WOLF Waarom?
JAGER 2 Op wie kan ik jagen als je weggaat?
WOLF Waarom moet je jagen?
JAGER 2 Geen reden voor nodig. Alleen een wolf.
WOLF Ik heb alleen honger. Waarom jaag je op me?

 

JAGER 2 Waar moet ik anders op jagen?
De duisternis?
De heldere lucht?
De wind over dit water?
Nee. Ik wil een wolf. Een grote, boze wolf.
Op wie moet ik van jou dan jagen?
Wie zal ik daarvoor aanklagen? Wie? Wie?
Geschiedenis? Rampspoed? Mensheid?
Zij die steeds het eerste zijn, het snelste zijn?
Zij die steeds weer roepen, omdat ik voor hen te traag denk, leef en beweeg: sterf, sterf, sterf?
Nee. Ik wil een boze wolf.

 

WOLF Ik ben niet slecht, alleen maar hongerig.
JAGER 2 Maakt niet uit.
WOLF Ik ben niet slecht.
JAGER 2 Maakt niet uit!
Ik jaag niet op je omdat je slecht bent, maar omdat ik bang ben.
Kijk om je heen: dit is mijn duisternis,
mijn lucht, mijn wind, mijn water,
mijn rijk, mijn traagheid. En jij bent een huilend monster.
WOLF Ik ben geen monster. Huilen is mijn zingen.
JAGER 2 De klank van huilen is geen muziek; het is de klank van gevaar. Je bent de grote, boze wolf. De heel boze Wolf.
WOLF Ik ben geen monster omdat ik anders ben.
JAGER 2 Voor mij wel. Ja! Ja! Ja!
WOLF Nee! Nee! Nee!

 

Akte 3

Scène 1

ROSA Geen raket, geen maan?
WOLF ‘k Hou niet van opstijgen...
ROSA Poten op de grond, dat is fijn.
WOLF Motors, knoppen en hendels...
ROSA Brrr, brrr, zo’n lawaai…
WOLF ... countdowns...
ROSA …zoveel getallen.
WOLF ... en ademloosheid.
ROSA Niets beter dan frisse lucht.

 

WOLF / ROSA Als twee mensen dansen als één, als één, en samen, dan springen, springen, het goede, het goede en kwade van de een naar de ander.

 

ROSA Is hij lang, word ik groot…
WOLF …en is zij kort, word ik klein…
WOLF / ROSA …totdat we elkaar in de ogen zien. ’t Is raar als je danst, als je danst, dan voel ik meteen al je pijn, al je vreugd’, je lachen.

 

WOLF Woeh! Zo’n honger. Waar ga je naartoe?
ROSA Naar mijn grootmoeder.
WOLF Ik ga met je mee.
ROSA Dank je. ’t Is koud.

 

WOLF

Nacht valt nu.

MUSICI Wees voorzichtig!

 

WOLF Welk pad?
Rosa Hierheen.
WOLF Dit is beter.
ROSA Nee! Hierheen, hierheen.
WOLF Wedden dat?
ROSA Ja.
WOLF Wat kan ik winnen?
ROSA Wat zou je willen?
WOLF Wat kan het zijn?
ROSA Wat vind je leuk?
WOLF Een kus...
ROSA Een kus?
WOLF Ja, een kus.

 

Scène 2

JAGER 2 Wie is daar?
WOLF Ik ben ’t.
JAGER 2 Kom binnen.
WOLF Woeh...

 

WOLF Grote handen...
JAGER 2 Ja, van een hard leven...
WOLF Brede schouders...
JAGER 2 Ja, van werken op het veld...
WOLF Wat een stank...
JAGER 2 Ja... ja... ja... ja! Van de dode wolf! Jij en jouw rotkop, jouw poten, jouw vet haar. Jij en jouw rotkop, je afkomst, en geen toekomst.
WOLF Ik ben niet slecht, ben niet gevaarlijk, ik ben anders.
JAGER 2 Huilen, rennen, springen.
WOLF Huilen is mijn zingen.

 

JAGER 2 Ik keel je zo met een scherp mes, schiet je neer met mijn geweer…
WOLF Ik ben niet slecht, maar anders.
JAGER 2 …keel je, kook je, hak je in heel kleine stukjes…
WOLF Huilen is mijn zingen, woeh!
JAGER 2 Je huilen stopt nou.
WOLF Woeh, woeh!

 

Scène 3

ROSA

Steekt de jager tot hij doodt, of rent de wolf weg? Steekt de jager tot hij doodt, en sterft de wolf dan... of dansen wij?

De wereld is een vreemd feest, de wereld is een nare dans, de wereld, de wereld, de wereld is akelig en vreemd.

 

WOLF / JAGER 2 Wereld, wereld.

 

ROSA

Veel spoken op de huismuur, vreemd rumoer in het donker, nare smoelen, vieze stank, boze wolven, bange mannen.

De wereld is een akelig feest, maar ik dans.
Ik dans, ik dans. Met smoelen en stank, spoken en rumoer.
Ik dans, met tronies en stank, spoken en ruis, man en wolf.
Vuile man, brute wolf,
Wrede man en bange wolf.
De wereld is een akelig feest, maar ik dans. Ik dans om te zijn.
Ik dans om de wereld te vatten.
Ik dans met de wereld, ik dans met de wereld.