Juiste maten daan

Piano spelen alsof je een orkest bent

27 december 2019

Tekst: Roos Bruinsma

De Nationale Opera Studio biedt negen jonge artiesten de kans om zich voor te bereiden op een carrière in de operawereld. Ze volgen een programma waarin ze veel individuele begeleiding krijgen en podiumervaring opdoen. In de Opera Studio is ook plaats voor twee pianisten. Een van die pianisten is de Nederlandse Daan Boertien. Ik spreek met hem over zijn ervaringen bij De Opera Studio tot nu toe.

REPETITOR ZIJN

Pianisten vervullen in de operawereld de rol van repetitor. Ze studeren met zangers muziek in en begeleiden repetities. Daan: “De partijen die ik hier doorgaans speel zijn eigenlijk voor een orkest bedoeld. Wanneer je individueel een pianostuk speelt, wacht je af en toe even, dan ga je weer iets sneller, vervolgens iets langzamer. Dat is mooi, maar een tutti sectie strijkers doet dat niet. Die leggen gezamenlijk een soort kleed van geluid neer: het zijn 80 mensen die samen één ding doen.” Als repetitor is Daan veel bezig met hoe hij verschillende geluiden uit zijn piano kan krijgen. Een hobo klinkt immers heel anders dan een harp of koperblazers. “Het is een proces. Bij de Opera Studio ben ik steeds bezig met nadenken over wat je met al die verschillende klanken kan doen. Zo word ik een steeds betere musicus.”

OMGAAN MET DRUK

Bij De Opera Studio worden lange dagen gemaakt en soms voelt het alsof je de hele tijd onder een vergrootglas ligt. “Het moeilijkst daaraan is dat je de hele tijd goed moet presteren, ook al heb je misschien net ruzie gehad, niet zo lekker gegeten of zit je even niet zo lekker in je vel. Het hele jaar door moet je bewijzen dat je een goede musicus bent. Maar daar leer je ook weer van.” Daan en de andere artiesten van De Nationale Opera Studio praten daar regelmatig over met elkaar. “Ook mediteer ik tegenwoordig regelmatig en dat zorgt ervoor dat ik goed met de druk om kan gaan.”

ZANGERS BEGELEIDEN

Samen met de zangers bereidt Daan stukken voor die ze moeten instuderen voor audities en concerten. “Ze brengen dan een stuk mee, dat spelen we samen en dan bedenken we hoe we de uitvoering kunnen verbeteren.” Ook begeleidt hij de zangers hierbij. “Ik vertel ze niet wat ze technisch moeten doen, maar wel wat ze muzikaal kunnen verbeteren. Soms gaat dat bijvoorbeeld over expressiviteit of verstaanbaarheid.” Een van de belangrijkste dingen is volgens Daan vertrouwen. “Heel vaak kunnen ze iets al, maar geloven ze het zelf niet. Stel je voor dat je een heel hoge noot moet zingen en je bent heel angstig naar die noot aan het toewerken. Dan verstar je en lukt het sowieso niet. Het kan dan helpen om te denken aan waaróm je die noot zingt. Ben je bijvoorbeeld heel boos? Of extatisch blij? Als je je daarop richt, lukt het misschien opeens wel!”