Ernst Meisner repeteert in de studio van Het Nationale Ballet
Ernst Meisner repeteert in de studio van Het Nationale Ballet | Foto: Altin Kaftira

‘Er gebeurt zoveel in de wereld, hoe vertaal je dat naar het balletpodium?’

18 december 2024

Interview met Ernst Meisner

Per augustus 2026 is Ernst Meisner benoemd tot directeur van Het Nationale Ballet, als opvolger van Ted Brandsen. Van alle gegadigden voor de functie wist zijn visie het meest te overtuigen. “Natuurlijk zal Het Nationale Ballet altijd met veel liefde zijn verleden en erfgoed koesteren, maar het is ook belangrijk om vanuit een uitdagende, energieke en bevragende blik een nieuwe toekomst vorm te geven.”

Determined. Dat is Ernst Meisner (Emmeloord, 1982) altijd geweest. “Als ik iets wil, dan ga ik ervoor, en als ik ervoor ga, dan ga ik het ook goed doen.” Dat was al zo toen hij, na enkele jaren balletles, als tienjarige werd aangenomen bij de Nationale Balletacademie. “Mijn ouders, beiden pianist, gaven les op de muziekschool in Lelystad en omdat ik een heel verlegen jongetje was dachten ze dat het goed zou zijn als ik, naast mijn vioollessen, op ballet zou gaan. Zodat ik samen met andere kinderen kon bewegen en mij op een andere manier kon uiten.”

Vastberaden was hij ook toen hij, reeds als veertienjarige, besloot dat hij zijn hbo-opleiding bij de Britse Royal Ballet School wilde doen. Daar werd hij op zijn zeventiende na slechts twee weken bevorderd naar het tweede jaar, enkele weken daarna naar het derde jaar, en na drie maanden kreeg hij al een contract aangeboden bij het Birmingham Royal Ballet. Hij zei nee. “Ik wilde dat schooljaar gewoon afmaken. Met alle risico’s van dien.” Maar het kwam goed. Daarna kon hij zowel bij The Royal Ballet als bij Het Nationale Ballet terecht. Hij koos, wederom vastbesloten, voor The Royal Ballet. “Want, zo dacht ik: naar huis kan ik altijd nog.”

Eerste zaadje

Hij danste tien jaar in Londen, vond het fantastisch ‘om ondergedompeld te worden in de geschiedenis en het rijke repertoire’ van de groep, maar nam algauw ook andere initiatieven. “Ik maakte choreografieën voor het jaarlijkse workshopprogramma en in mijn derde jaar organiseerde ik al een gala met solisten van The Royal Ballet en het Marijinksi Ballet.”

Dat hij op zijn zevenentwintigste aan de rural retreat for aspiring leaders in dance van het Britse DanceEast wilde deelnemen, begreep zijn toenmalige directeur, Monica Mason, dan ook helemaal. “Al zei ze wel: zorg dat je eerst nog een paar jaar danst, het vak ook van binnenuit nog verder doorgrondt.” Het eerste zaadje voor zijn huidige benoeming werd toen dus al geplant. “Veel mensen met wie ik die cursus deed, zijn in het vak gerold, zoals Tamara Rojo (nu artistiek directeur van het San Francisco Ballet – red.) en Tamas Detrich (Stuttgarter Ballett – red.).”

‘Straal, toon lef’

Onderdeel van de retreat was ook een stage en de organisatoren hadden bedacht dat Ernst die bij Het Nationale Ballet zou volgen. “Ik mocht zes weken met Ted (Brandsen – red.) meelopen, en kreeg meteen eigen projecten te doen.” Het klikte zo in Amsterdam dat Ernst bleef. Drie jaar lang danste hij als grand sujet bij het gezelschap. “Ik had na tien jaar Royal Ballet ook wel behoefte aan verandering en maakte kennis met een voor mij heel nieuw repertoire: Hans van Manen, Alexei Ratmansky, Krzysztof Pastor en Ted zelf. Maar tegelijkertijd wist Ted dat ik ook een andere passie en ambitie had.”

Ernst Meisner en Marco Gerris, repetitie Dorian (2023) | Foto: Altin Kaftira
Ernst Meisner en Marco Gerris, repetitie Dorian (2023) | Foto: Altin Kaftira

Dat leidde in 2013 tot Ernsts aanstelling als artistiek coördinator van de in dat jaar opgerichte Junior Company. De eerste tijd was dat flink pionieren. “Ik moest dansers scouten voor een groep die nog niet bestond en in de begintijd deed ik bijna alles zelf: lesgeven, repeteren, de hele dag in de studio aanwezig zijn, met de bus mee door het land. Maar ik ben vooral dankbaar voor alle ruimte die ik kreeg en mede door het nauwe contact met andere theaterafdelingen, van productie tot techniek, heb ik ontzettend veel geleerd.” Dat geldt ook voor zijn samenwerking met Marco Gerris van ISH Dance Collective, met wie hij inmiddels vier producties uitbracht. “Marco en zijn dansers hebben mijn blik op wat dans en theater zijn kan, enorm verruimd. De lef die hiphoppers bijvoorbeeld tonen, hebben we in ballet ook meer nodig. Het hoeft allemaal niet altijd zo keurig te zijn. Techniek is belangrijk, uiteraard, maar laat jezelf maar zien, straal maar en toon lef op dat podium.”

Nog meer verantwoordelijkheid

In 2018 kwam er een nieuwe, voor hem logische uitdaging bij. Naast het leiden van de Junior Company werd Ernst artistiek leider van de Nationale Balletacademie. “Door die koppeling werd de doorlopende leerlijn van school-juniorengroep-gezelschap nog sterker.”

Het betekende ook dat hij zijn weg moest vinden binnen twee omvangrijke, totaal andere organisaties: de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en de daaronder vallende Academie voor Theater en Dans. Plus dat hij de verantwoordelijkheid kreeg voor meer dan tweehonderd leerlingen, studenten, docenten en andere medewerkers. Het ging hem uitstekend af en de afgelopen jaren wist hij belangrijke, ingrijpende veranderingen te realiseren, waarbij hij met onder meer ministeries, projectontwikkelaars en architecten te maken had. “Ik ben erg blij dat het gelukt is om de bestaande driejarige hbo-opleiding om te vormen tot een tweejarige Associate Degree, dat we een bacheloropleiding Docent Klassiek Ballet hebben kunnen starten, en dat we een eigen, volledig aan onze wensen aangepast nieuw gebouw hebben kunnen neerzetten.” Maar misschien wel het meest heeft hij geleerd van het contact met zoveel jonge mensen. “Dansstudenten van nu kijken heel anders naar de wereld en het leven als wij destijds. Ze zijn kritisch, bevragend, willen meedenken en zijn enorm creatief. Als je dat de ruimte geeft, levert dat heel veel moois op.”

Spannend, intensief en pittig

Dat hij in januari 2024 een stap terug deed bij de Nationale Balletacademie (die nu een driekoppige artistieke directie heeft, waarbij Ernst voorlopig wel eindverantwoordelijk blijft) en bij Het Nationale Ballet de functie van adjunct-directeur Talentontwikkeling kreeg, was, zegt hij, absoluut geen voorbode van zijn huidige benoeming tot artistiek directeur. “Dat stond daar volledig los van. Er was iemand nodig die de programmering van de nieuwe kleine zaal, Studio Boekman, op zich nam. Daarnaast is talentontwikkeling altijd al heel belangrijk geweest voor Ted en Rachel Beaujean, zowel van jonge dansers als van dansers die bijvoorbeeld al tien jaar in de groep zitten, en ik geef daar nu extra aandacht aan. Verder willen we nog meer focussen op de ontwikkeling van de kunstvorm ballet, ook in connectie met andere disciplines.”

Dus nee, zegt hij lachend, hij was absoluut niet de ‘kroonprins’ wiens bedje al bij voorbaat was gespreid. “Ik heb gewoon moeten solliciteren, net als ieder ander. En dat was inspirerend, maar ook spannend, intensief en pittig. Dat ik het gezelschap goed ken had voordelen, maar zeker ook nadelen. Mensen kennen mij in een bepaalde rol, maar nu moest ik laten zien dat die andere rol mij ook heel goed past. Dat vraagt om een kwetsbare opstelling: je moet mensen weten te overtuigen van jouw kunde en visie, van jouw plannen voor het gezelschap. Natuurlijk zullen we als Nationale Ballet altijd met veel liefde ons verleden en erfgoed koesteren, maar het is ook belangrijk om vanuit een uitdagende, energieke en bevragende blik een nieuwe toekomst vorm te geven.”

Ballet van de toekomst

Het is nu – ruim anderhalf jaar voor zijn officiële aantreden – nog te vroeg om zijn plannen openbaar te maken, maar, zegt hij: “Reken maar dat ik, waar mogelijk – want voor de komende jaren ligt ook al veel vast – mijn stempel zal drukken op de programmering vanaf seizoen 2026/2027. Het Nationale Ballet staat op een heel hoog niveau en ik kan niet wachten om samen met nieuwe generaties dansers en choreografen verder te bouwen op alles wat er is en is geweest. Er gebeurt zoveel in de wereld om ons heen en ook zoveel binnen de dans. Dus hoe vertaal je dat, hoe geef je het ballet van de toekomst vorm? Het is belangrijk dat we daar volgende stappen in gaan zetten.”

Daarbij kan hij, na zes ‘heel fijne jaren’ bij de Nationale Balletacademie, zijn geluk niet op dat hij straks weer fulltime ‘terug in het theater’ is. “Uiteindelijk is dat toch waar mijn hart ligt. Die magie avond aan avond te kunnen ervaren, elke keer wanneer het doek opengaat.” 

Tekst: Astrid van Leeuwen