Händel en sterke vrouwen

Händel en sterke vrouwen

26 november 2019

Tekst: Hein van Eekert

Händels Rodelinda lijkt op het eerste gezicht een traditionele dame in nood: maar de Longobardische vorstin heeft een sterk karakter en heeft niemand minder dan Händel in haar team.

Foto header: Monika Rittershaus

DE EERSTE RODELINDA: FRANCESCA CUZZONI

Mooi was ze blijkbaar niet, als we een ooggetuigenverslag uit 1725 moeten geloven: Francesca Cuzzoni, de allereerste Rodelinda in Händels gelijknamige opera, oogde “kort en plomp, met een gezwollen, chagrijnig gezicht, maar een goede teint”. Aardig was ze ook al niet. Een anekdote vertelt ons dat Händel haar zo onhandelbaar vond dat hij haar ooit uit het raam dreigde te gooien. In karikaturen uit haar tijd zien we haar als mikpunt van spot: een mini-vrouwtje naast de uit de kluiten gewassen castraat Senesino.

Deze – door mannen de wereld in geholpen – impressies ten spijt was Cuzzoni een ster. Haar star quality miste zelden zijn effect: zo verscheen ze als Rodelinda op de bühne in een gewaagd uitgesneden zijden robe van bruin versierd met zilver. Daarmee zette ze de modetrend voor een jonge generatie vrouwen in Londen. Ze was een zelfstandige diva die het enorme bedrag van 2000 pond per seizoen verdiende. Hoewel getrouwd, trad ze nooit op onder de naam van haar man. Haar achternaam was haar handelsmerk: men kende haar als Cuzzoni. En zingen kon ze: ze betoverde haar publiek met enerzijds een fabelachtige techniek en anderzijds een vermogen tot onweerstaanbare eenvoud. En nu was ze Rodelinda.

rodelinda

Karikatuur van Händels opera seria Flavio, met zangers Senesino, Cuzzoni en Berenstadt

CORNEILLE'S PECTARITE

Rodelinda, voormalig koningin der Longobarden, is aan het begin van de opera een alleenstaande moeder. Haar man Bertarido, van zijn troon gestoten door Grimoaldo, is gestorven, denkt men. Grimoaldo heeft zijn zinnen op Rodelinda gezet en bedreigt haar en haar zoontje middels zijn rechterhand Garibaldo. Alleen de edelman Unulfo is op haar hand.

De belangrijkste lotgevallen van de historische Rodelinda voltrokken zich in de jaren ‘60 en ‘70 van de zevende eeuw. Haar man Pectarit – Bertarido in de opera – werd onttroond door Grimoald I van Benevento in 662, maar heroverde zijn machtspositie in 671. De Franse toneelschrijver Pierre Corneille dramatiseerde zijn levensverhaal in Pectarite. Op basis daarvan ontstond een operalibretto van Antonio Salvi, dat werd omgewerkt door Nicola Haym voor Händel en – tijdens het componeren – door Händel zelf.

GEEN GEWONE OPERA SERIA

Inderdaad, ook nog door Händel zelf, want in tegenstelling tot wat men links en rechts over de Italiaanse opera seria leest – een aaneenschakeling van aria’s waarbij het gaat om de virtuositeit van de zangers – was de componist erop gebrand een subtiele, maar sterk gemarkeerde karakterisering van zijn heldin neer te zetten. Dat hij gebonden was aan door het genre voorgeschreven vormen maakte daarbij niet uit: een zogenaamde da capo-aria had de A-B-A-vorm, waarbij een zangeres als Cuzzoni via een melodie een gevoel kon introduceren, in het B-deel een vaak tegengestelde emotie kon bezingen en dan weer terug mocht naar A: niet alleen om haar fabuleuze techniek te etaleren, maar ook om die techniek in te zetten voor het nog intenser neerzetten van haar gevoelens. Er wordt tegenwoordig gezegd dat de opera’s van Händel door al die aria’s zwaar en langzaam zijn, maar ‘langzaam’ is een vreemd begrip als zo veel van die stukken op puntige en dansante begeleiding worden gezongen. Intens, dat zijn ze wel, en recht voor zijn raap.

Beide Francesca's

Francesca Cuzzoni

ANTONIO SALVI

De titelrol in Rodelinda, regina de’ Longobardi opereert op dat emotionele niveau. Rodelinda is een vorstin met een gevoelig hart, die zich niet klein laat krijgen. “Haar karakter is zo sterk,” zei sopraan Renée Fleming, die haar in de Metropolitan opera zong, ooit in een interview. “Het is zo zeldzaam dat ik op het toneel macht mag uitspelen. En het is een fascinerend verhaal. In het midden van de opera zegt ze tegen Grimoaldo: ‘Ik trouw met je, maar alleen als je mijn zoon vermoordt. Hier, voor mijn ogen.’” Het is inderdaad een verbluffend psychologisch spel dat Rodelinda hier speelt: ze draait een tegen haar geuit dreigement – trouw met me, of ik vermoord je zoon – zodanig om dat de tiran Grimoaldo zal moeten laten zien wat hij durft. Händel zorgt er in Rodelinda voor dat Cuzzoni op exact de juiste wijze geïntroduceerd wordt. Er is immers niets belangrijker dan een eerste indruk: in Corneilles Pectarite ventileert Rodelinda in de openingszinnen van het stuk haar haat jegens Grimoaldo en spendeert ze vervolgens een scène met de trouwe Unulfo waarin de voorgeschiedenis uiteengezet wordt.

Het oorspronkelijke libretto van Antonio Salvi volgt die opzet en bewerker Nicola Haym bleef hieraan vasthouden voor het libretto van Händel. Händel zelf moet echter hebben gevraagd om iets anders: een aria waarin Rodelinda het verlies van haar echtgenoot beweent. Zo’n aria was er al in Salvi’s oorspronkelijke tekst, maar door het omdraaien van een aantal woorden, wordt nu Rodelinda’s innerlijke kracht benadrukt in plaats van haar onderworpenheid aan Grimoaldo’s grillen. De componist zet hem in C mineur – een direct stemmingscontrast na de ouverture in C majeur - en laat de A-B-A-vorm na het eerste A-deel voor wat hij is. Het idee is immers duidelijk. Grimoaldo komt dan ten tonele en heeft een woordenwisseling met Rodelinda. En direct zingt ze een tweede aria, nu wel in de Karikatuur van Händels opera seria Flavio,met zangers Senesino, Cuzzoni en Berenstadt vertrouwde driedelige vorm: precies in haar hoogste noten kerft ze haar afkeer voor Grimoaldo in zijn ziel, daarbij geholpen door een furieuze begeleiding met prachtige toonsprongen in de strijkers.

rodelinda

Foto: Monika Rittershaus

EEN KRACHTIG, LELIJK, KRENG

Het is niet zo dat Händel zijn heldin vrijwaart van wrede spelletjes: door het schrappen van een stuk recitatief laat hij haar dood gewaande echtgenoot Bertarido – hij zit verborgen – met eigen ogen zien hoe Rodelinda ogenschijnlijk buigt voor de dreigementen van Garibaldo en Grimoaldo en toestemt in een huwelijk met de laatste, in plaats van dat hij dat hoort uit de mond van zijn vertrouweling Unulfo. Wat hij niet weet, is dat Rodelinda, om zichzelf en haar zoon te redden, een geheel eigen agenda voert. Bertarido staat er voor het grootste deel van de opera dan ook wat passief bij: pas op het laatst verricht hij daden.

Händel mag Francesca Cuzzoni misschien uit het raam hebben gehangen, maar hij zelf zorgde ervoor, door te schrappen en te herschrijven in het libretto, door te werken aan de effecten van zijn muziek, dat ze als Rodelinda de indruk maakte een vorstin te zijn die de speelbal van mannen lijkt, maar die in feite eigenhandig brute aanvallen en ongewenste avances weet te pareren. Ze speelt de rol die traditioneel aan de mannelijke held wordt toebedeeld. De opera heet dan ook Rodelinda en niet Bertarido. Cuzzoni kreeg voor het eerst de titelrol. Laat ze lelijk geweest zijn, of een kreng: zij was de krachtige factor in het verhaal.

Dit artikel verscheen in het tijdschrift van De Nationale Opera Odeon.