Gaelle

Gaëlle Arquez over Juditha Triumphans: ‘Ik zit graag buiten mijn comfortzone’

1 april 2021

Tekst: Hein van Eekert

Gaëlle Arquez: onthoud de naam, want ze is een rijzende ster en een van de vele goede redenen om Vivaldi’s Juditha Triumphans te gaan horen en zien. “Ik zit graag buiten mijn comfortzone”, zegt de zangeres. Ze ziet uit naar een uitdaging, met dirigent Andrea Marcon, regisseur Floris Visser en een cast van alleen vrouwen.

“Het is als vuurwerk”, omschrijft Gaëlle Arquez de muziek van Antonio Vivaldi, “want er zijn die prachtige vocale versieringen en dan weer heel verstilde klaagzangen, die heel diep gaan en die de tijd stil lijken te zetten. Barokmuziek heeft die mooie uitersten.” Gaëlle Arquez zingt de titelrol in Juditha Triumphans bij DNO.

De jonge Frans-Spaanse zangeres deed haar eerste Vivaldi-rol nog als sopraan en is als hoge mezzo nu een veel gevraagde vocaliste, met rollen als Bizets Carmen in haar repertoire. Ze maakte al enkele plaatopnamen: Deutsche Grammophon bracht een solorecital van haar uit vol Franse opera-aria’s. Als een ster gedraagt ze zich niet: het operaleven is daarvoor te veel een bron van uitdaging en avontuur. Er moet namelijk nog meer tot leven geblazen worden dan alleen het karakter dat ze gaat spelen: “Ik heb Latijn gehad op school, maar nu moet ik het in een theatrale context gebruiken. Je moet theater maken. Ik zie daarom uit naar de repetities: dan gaan we het stuk ontdekken en dan wordt het interessant wat we gaan doen met de woorden. Het is een dode taal die we tot leven gaan wekken en die net zo actief moet klinken als Nederlands, Duits of Frans.”

‘Ze hield van de grote popvocalistes als Whitney Houston en Mariah Carey, maar toen iemand opera suggereerde, ging ze het proberen’

videoportret Gaëlle Arquez

Gaelle

Aangetrokken tot het ongewone

Arquez was als tiener niet zo bezig met opera: dat was het genre waar haar moeder fan van was. Ze hield van de grote popvocalistes als Whitney Houston en Mariah Carey, maar toen iemand opera suggereerde, ging ze het proberen. Ze lijkt als door een magneet te worden aangetrokken tot het voor haar ongewone: “Ik vind het boeiend om mijn debuut te maken in een titelrol, maar vooral omdat het een stuk is dat niet gemaakt is voor het theater, met kostuums en decors. Het gaat heel speciaal worden en daar houd ik van.”

Arquez wil nieuwe dingen met openheid benaderen en daarom praat ze nog niet over de rol van Juditha: “Ik bestudeer het karakter wel maar ik wil op de repetities verschijnen als een onbeschreven blad en niet al te beïnvloed zijn door andere stemmen. Ik wil mij in de rol storten zodra ik het regieconcept ken en clichés vermijden. Ik ben musicologe, dus ik kan me helemaal in de muziek verdiepen, maar ik moet me ook vrij voelen. Ik wil graag dramatisch en muzikaal flexibel zijn.”

Juditha Triumphans bevat een tegenstelling: “Het verhaal is heel gewelddadig, maar tegelijkertijd heeft Juditha die enorme zelfbeheersing. Ik dacht: hoe kan ik dat zingen?” Gaëlle Arquez sprak er veel over met regisseur Floris Visser en toen hij naar haar kwam kijken in Frankfurt – ze zong in een opera van Bellini – wist ze het zeker: “Hij heeft nu een indruk van mijn stem en van mij op het toneel. Ik hou van een dialoog met het artistieke team. Dat betekent dat ik over mijn grenzen kan gaan. Als zij geloven dat ik het kan, dan heb ik alle gereedschap in huis om het te doen.”

Dit artikel verscheen eerder in Odeon 112.

Portret Gaëlle Arquez (c) Julien Benhamou