Hans van Manen-tijdlijn
Hans van Manen heeft in totaal (inclusief zijn televisieballetten) meer dan 150 choreografieën op zijn naam staan. Zijn werk wordt wereldwijd door meer dan 100 dansgezelschappen uitgevoerd. Deze tijdlijn geeft een overzicht van zijn leven en zijn belangrijkste werken. Voor een compleet overzicht van al zijn choreografieën klik hier.
1970-1979
1970
Situation
De jaren zeventig beginnen voor Van Manen meteen met een klapper: het voor zijn doen ongewoon expressionistische Situation. Voor dit werk kiest hij bewust niet voor muziek, maar voor irritatie opwekkende geluiden, zoals geweersalvo’s, straaljagergeraas en muggengezoem. "Omdat", aldus Van Manen, "het hele ballet over agressie en geweld gaat".
'You can't choreograph a penis'
Kort na Situation creëert Van Manen samen met Glen Tetley (die inmiddels Benjamin Harkarvy als mede-artistiek leider is opgevolgd) de coproductie Mutations, bestaande uit drie films (gemaakt door Van Manen en Jean Paul Vroom) en een livechoreografie (van Tetley). Aanvankelijk is de productie bedoeld voor de viering van 25 jaar bevrijding, en gezien het thema - vrijheid - besluit Van Manen dat danser Gérard Lemaître dan ook, op film, in alle vrijheid - ofwel: naakt - moet kunnen dansen.
Van Manen neemt ontslag
De thematiek van Situation (zie hierboven) wordt in latere publicaties over Van Manen vaak gekoppeld aan de toenmalige verhoudingen binnen Nederlands Dans Theater, die in de jaren daarvoor verder verslechterd zijn. Zakelijk leider Carel Birnie - bekend om zijn eigenzinnigheid en gierigheid - vaart zijn eigen koers, betrekt de artistieke leiding vaak niet bij beslissingen en geeft geen inzicht in waar hij het geld van het gezelschap aan uitgeeft. In februari 1970, twee maanden voor de première van Situation, is de maat voor Van Manen vol en besluit hij om per september ontslag te nemen bij Nederlands Dans Theater.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Het zal ongetwijfeld toeval zijn, maar kort na zijn besluit om het artistiek leiderschap van Nederlands Dans Theater op te geven, wordt Van Manen benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Het jaar erop kent het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk hem een prijs toe voor zijn choreografie Snippers, in 1970 gemaakt voor het Scapino Ballet op Terry Rileys In C, waarmee Van Manen deze iconische compositie in Nederland introduceert (veel later maakt de Duitse choreografe Sasha Waltz er een gelijknamige choreografie op, die Het Nationale Ballet in juni 2025 op het repertoire neemt).
1971
Grosse Fuge
Van de werken die Van Manen begin jaren zeventig voor Nederlands Dans Theater maakt, is Grosse Fuge het onbetwiste hoogtepunt. Het ballet wordt vrijwel onmiddellijk bestempeld als "meest belangwekkende Europese choreografie van het decennium" en tot op de dag van vandaag is het, wereldwijd, Van Manens meest uitgevoerde creatie (al in 1972 neemt het Britse Royal Ballet het ballet op het repertoire).
Eerste werken bij Het Nationale Ballet: Vijf schetsen en Twilight
In oktober 1971 danst Het Nationale Ballet zijn eerste Van Manen: Vijf schetsen, in 1966 gemaakt voor Nederlands Dans Theater en toen en ook nu uitgevoerd door dansersechtpaar Alexandra Radius en Han Ebbelaar. Acht maanden later volgt Van Manens eerste creatie voor het gezelschap, Twilight, waarmee Radius en Ebbelaar - en vele generaties solisten na hen - een overweldigend internationaal succes hebben.
1973
Huischoreograaf bij Het Nationale Ballet
Na Twilight en een eerste groepswerk voor Het Nationale Ballet - het voor zijn doen opvallend lyrische Daphnis en Chloé - wordt Van Manen met ingang van januari 1973 benoemd tot de tweede huischoreograaf van het gezelschap, naast artistiek leider Rudi van Dantzig. Waarbij Van Manen overigens zelf aanvankelijk kiest voor de vrij vage aanduiding van 'coach-balletmeester'. En, een niet onbelangrijk detail: met de woorden 'dedicated to my love' draagt Van Manen Daphnis en Chloé op aan Henk van Dijk, zijn latere echtgenoot, die hij in 1972 tijdens een zomercursus in Keulen heeft leren kennen.
Adagio Hammerklavier: een ode aan de vertraging
Het eerste werk dat Van Manen, dan 41 jaar, als huischoreograaf maakt, Adagio Hammerklavier, geldt tot op de dag van vandaag als een wonder van verstilling en schoonheid. Het Beethoven-ballet is, ook tijdens een tournee naar Londen, een triomf voor de zes uitvoerende solisten - Monique Sand en Henny Jurriëns, Sonja Marchiolli en Francis Sinceretti, en Alexandra Radius en Han Ebbelaar - en behoort inmiddels tot de 'klassiekers van de 20ste-eeuwse danskunst'.
1974
Prijs Nederlandse theatercritici
In 1974 ontvangt Van Manen de Prijs van de Kritiek van de Kring van Nederlandse Theatercritici. Ondertussen is zijn werk steeds vaker ook in het buitenland te zien: in januari 1974 danst The New Groupe van The Royal Ballet zijn Septet Extra; in maart viert Het Nationale Ballet in Londen triomfen met Van Manens Twilight en Adagio Hammerklavier; en in april danst Nederlands Dans Theater in Parijs zelfs vier Van Manen-choreografieën: Squares, Septet Extra, Grosse Fuge en Solo for Voice 1.
Le sacre du printemps
Na de scandaleuze oerversie van Vaslav Nijinski in 1913 en Maurice Béjarts succesvolle versie uit 1959 waagt ook Van Manen zich, voor het Holland Festival van 1974, aan Stravinsky's meesterwerk Le sacre du printemps. Met 32 dansers is het zijn grootst bezette ballet tot dan toe. Van Manen baseert zich daarbij niet op het verhaal over de jonge maagd die geofferd wordt, maar kiest voor een geabstraheerde, puur muzikaal geïnspireerde versie.
1975
Four Schumann Pieces
Nadat het gezelschap al eerder balletten van hem op het repertoire heeft genomen, vraagt het Britse Royal Ballet Van Manen in 1975 om een nieuw werk te maken. De choreograaf weet meteen wie hij voor de hoofdrol wil: sterdanser Anthony Dowell. "Een écht klassieke danser, met een enorme zekerheid en equilibre, prachtige lijnen, een man die geweldig kon draaien, groot kon bewegen, een heel mooi acteur. Wat je noemt een coole danser." Niet 'die eeuwige ballerina', maar juist de ‘ballerino' staat centraal in de choreografie die inmiddels behoort tot de meest geliefde Van Manen-klassiekers.
Henk van Dijk - videomaster
Op voorspraak van Van Manen wordt Henk van Dijk per juni 1975 aangesteld als videomaster van Het Nationale Ballet. Vanaf ongeveer 1967 heeft Van Manen al zijn balletten en veel repetities zelf opgenomen en hij was daarmee een van de eerste choreografen die dit deed. De aanstelling van Van Dijk maakt Het Nationale Ballet tot een voorloper in het op video vastleggen van het balletrepertoire, iets wat inmiddels wereldwijd gangbaar is.
Collective Symphony
Ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de stad Amsterdam creëert Van Manen in 1975, in opdracht van de gemeente, zijn eerste - en enige - gezamenlijke ballet met Rudi van Dantzig en Toer van Schayk: Collective Symphony, waarbij ze Stravinsky's Symphony in C in verschillende muzikale frases hebben opgedeeld. Het ballet oogst veel succes, en niet alleen door de uitdaging die het balletliefhebbers biedt om te ontdekken wie welke fragmenten heeft gechoreografeerd.
1976
Reinink-penning voor bijzondere verdiensten
In 1976 ontvangt Van Manen als eerste winnaar de door het Holland Festival in het leven geroepen Mr. Hendrik-Jan Reinink-penning voor 'bijzondere verdiensten bij het bevorderen van de culturele uitwisseling met het buitenland'. Van Manen grijpt de prijsuitreiking in de Amsterdamse Stadsschouwburg aan om (tien jaar voor de opening van Het Muziektheater, nu Nationale Opera & Ballet!) met veel nadruk te pleiten voor een betere en grotere accommodatie: "Vanavond wordt vastgesteld dat onze danskunst zich op internationaal niveau beweegt. In tegenstelling hiermee staat de theateraccommodatie in Amsterdam, die niet eens provinciaal genoemd kan worden."
1977
Lieder ohne Worte en 5 Tango's
In 1977 creëert Van Manen twee bijzondere werken: voor Nederlands Dans Theater maakt hij het ingetogen, juist door zijn eenvoud indrukwekkende pianoballet Lieder ohne Worte, voor Het Nationale Ballet het wervelende 5 Tango's. Hoewel beide werken hierna door buitenlandse gezelschappen op het repertoire genomen worden, groeit 5 Tango's uit tot een wereldhit. Het ballet, waarin tijdens de wereldpremière solisten Clint Farha en Sonja Marchiolli schitteren, wordt tot op de dag van vandaag over de hele wereld gedanst.
1979
Live
Een volgend, hoewel totaal ander hoogtepunt is Van Manens Live, het eerste - en onovertroffen - videoballet in de Nederlandse geschiedenis, in 1979 gecreëerd voor de double bill Live/Life en uitgevoerd in een (ook bij de reprise in 1980) avond na avond uitverkocht Theater Carré. Waar Life van Rudi van Dantzig en Toer van Schayk een groots opgezet, politiek geëngageerd spektakel is (dat na 1980 niet meer wordt hernomen), blinkt Van Manens Live uit in intimiteit. Het publiek ziet een danseres (bij de wereldpremière de sublieme, dan pas 18-jarige Coleen Davis) zowel live als in in live-gefilmde close-up beelden, waarbij zij reageert op en speelt met de cameraman (Henk van Dijk).