Repetitiebeeld Anna Bolena | Marina Rebeka | © Ben van Duin
Repetitiebeeld Anna Bolena | Marina Rebeka | © Ben van Duin

Sopraan Marina Rebeka: ‘Anna Bolena zingen is een soort plezierige marteling’

25 april 2022

Tekst: Jasmijn van Wijnen

Haar opa nam haar mee naar een uitvoering van Bellini’s Norma toen ze een jaar of 13 was. Het was als een roeping, ze had nooit eerder een opera gezien, maar wist gelijk dat dit was wat ze wilde gaan doen. “Het is een verhaal als uit een film”, realiseert sopraan Marina Rebeka zich, “maar dat is wel hoe het is gegaan”. Ongelofelijk maar waar: aanvankelijk werd ze niet aangenomen op het conservatorium: “omdat ik geen talent zou hebben”. Het ging niet vanzelf, ze raakte tijdens haar studie meermaals haar stem kwijt, maar die eerste liefde en aantrekkingskracht voor opera bleef altijd.

“En hier ben ik nu”. Een understatement. Er zijn niet veel zangers die alle drie de ‘Queens’ in Donizetti’s Tudor-opera’s kunnen zingen. Maar Marina Rebeka kan het en gaat het doen bij De Nationale Opera. Te beginnen met Anna Bolena, die op 10 mei in première zal gaan in Nationale Opera & Ballet.

Er zijn niet veel zangers die alle drie de ‘Queens’ in Donizetti’s Tudor-opera’s kunnen zingen. Maar zij kan het

“Fysiek, vocaal én mentaal is deze rol een grote uitdaging,” vertelt de sopraan. “Anna Bolena zakt vanaf het begin van de opera steeds verder weg, totdat ze op de bodem eindigt en doodgaat. Dat is mentaal een zware lijn om te volgen. Fysiek is het bovendien een grote rol. Neem bijvoorbeeld de laatste scène: finalescènes in belcanto-opera’s zijn altijd heel moeilijk, maar deze duurt twintig minuten! Je gaat het podium op en geeft twintig minuten alle laatste kracht die je nog in je lichaam hebt totdat je doodgaat, zowel als personage als als zangeres. Anna Bolena is een rol die alles in zich heeft; hele hoge passages, hele lage, en een heleboel coloraturen. Het vergt een enorm uithoudingsvermogen, en daar is training voor nodig. Je moet niet alleen tijd hebben om in een personage te komen, maar je moet jezelf ook echt in de rol zingen. Daarom ben ik blij dat we genoeg repetitietijd hebben.”

Terug naar de bron

Hoewel dit niet de eerste keer is dat Rebeka Anna Bolena zingt, is haar voorbereiding op een rol altijd erg uitgebreid en secuur. Ze staat erom bekend altijd op zoek te gaan naar de originele manuscripten van de opera’s die ze zingt, om zo dicht mogelijk bij de bedoelingen van de componist te komen. Ook voor Anna Bolena raadpleegde ze in Milaan een origineel manuscript. In eerste instantie kreeg ze een kopie voorgelegd, maar die was niet goed genoeg leesbaar, dus mocht Rebeka bij uitzondering de originele partituur bekijken. Met speciale handschoenen aan bekeek ze Donizetti’s handschrift. “Dat was een heel emotioneel moment,” vertelt Rebeka daarover. “Omdat het met de hand is geschreven, is het alsof je een persoonlijke brief van iemand leest.”

‘Anna Bolena is een rol die alles in zich heeft; hele hoge passages, hele lage, en een heleboel coloraturen.’

Na Anna Bolena zingt Marina Rebeka de hoofdrollen in de volgende twee Tudor-opera’s van Donizetti, die in trilogievorm bij DNO worden uitgevoerd. Na Anna Bolena zullen Maria Stuarda in seizoen 2022-2023 en Roberto Devereux in 2023-2024 volgen. Hoewel vaker uitgevoerd als trilogie, ziet Rebeka de drie Queens van Donizetti als losse rollen die elk om een eigen benadering vragen. “De drie rollen zijn verbonden door de aanwezigheid van koningin Elisabeth, maar ik zing drie verschillende rollen; Anna Bolena, Maria Stuarda en Elisabetta. Het is een regiekeuze om connecties te maken tussen de drie werken, maar ik moet me vooral realiseren wat de verschillen zijn tussen de personages. Anna Bolena en Roberto Devereux zijn bijvoorbeeld verhalen die echt over de koninginnen gaan, en over hoe ze aan de macht kwamen. Maria Stuarda is veel meer het verhaal van een vrouw die de verkeerde beslissingen maakt.”

Psychologische benadering

Voor nu: Anna Bolena. Een standvastige vrouw die zich niet makkelijk van haar stuk liet brengen. Uit Rebeka’s toelichting op de opera blijkt een gedegen kennis van de historische figuren en hun psychologische drijfveren. “Bolena had makkelijk Henry VIII’s minnares kunnen zijn en blijven, temeer omdat haar zus dat eerder ook al was geweest. Maar daarmee nam ze geen genoegen, zij wilde zijn echtgenote zijn. Ze was een heel ambitieuze vrouw, extreem slim en extreem manipulatief. Ze faalde in één aspect: ze kon Henry VIII geen zoon geven. Na haar eerste miskraam was ze voor hem eigenlijk al afgeschreven, omdat hij met zijn eerdere vrouw Catharina ook al zeven miskramen had meegemaakt. Dat toont meteen een karaktertrek bij hem – die we ook bij zijn dochter Elisabeth in Maria Stuarda en Roberto Devereux zien terugkomen: als iets hem niet zint, wil en kán hij het veranderen.”

‘Anne Boleyn was een heel ambitieuze vrouw, extreem slim en extreem manipulatief. Ze faalde in één aspect: ze kon Henry VIII geen zoon geven.’ 

Voor Rebeka is het vanzelfsprekend dat bij het zingen van een opera ook hoort dat ze zich uitgebreid verdiept in de historische feiten waarop de opera’s gebaseerd zijn. “Je moet het begrijpen. Je moet begrijpen hoe het hof werkte, hoe de mechanismen in elkaar zaten. De mensen waren niet hetzelfde als wij: ze moesten zich anders gedragen, anders lopen. Ze moesten weten wat ze wel en niet konden doen.” Anna Bolena kan volgens Rebeka dan ook beslist niet een personage in spijkerbroek zijn. Een klein beetje historische accuraatheid is van belang, al is het maar omdat je je wanneer je een grote jurk draagt anders beweegt; meer als een koningin. In de psychologische benadering van Jetske Mijnssen kan ze zich heel goed vinden. “We duiken er samen in. Als je de historie van een personage kent, is het niet zo moeilijk om de psychologie van dat personage te doorgronden. De muziek is helder en bovendien prachtig. Het is een goed libretto, dus dat allemaal samen werkt heel goed.”

Droomrol?

Eén favoriet moment aanwijzen in de opera is onmogelijk voor Rebeka, maar de finale van het eerste bedrijf scoort hoog. “Maar daarboven nog staan de duetten met Giovanna, waarin Bolena erachter komt dat Giovanna haar rivaal is.” En daarnaast, hoe kan het ook anders, de finale van de opera. “Op dat moment zit ik op de grenzen van mijn kunnen, maar er is niks meer te verliezen. Het is ‘kill the soprano’”, vertelt Rebeka grinnikend. “Het is een totale vocale en fysieke gekte, je gaat er gewoon voor en geeft alles wat je nog in je hebt.” Niet voor niets is het voor Rebeka een vereiste om twee dagen tussen de voorstellingen in te hebben. “Deze rol kun je niet elke dag zingen, dat is fysiek onmogelijk. Na een voorstelling ben ik leeg. Dan moet ik niet alleen fysiek bijkomen, maar moet ik mezelf ook emotioneel weer aanvullen.”

Op de vraag of Anna Bolena voor haar een droomrol is om te zingen, antwoordt ze dan ook vrij resoluut “nee”. “Omdat het zo’n moeilijke rol is, die om veel werk vraagt. Het is een ‘werkrol’: je werkt eraan en groeit er in. Je leert er vocaal van waar je spaart en waar je geeft en muzikaal groei je erdoor als artiest. Maar om te zeggen dat het een droomrol is? Nee. Droomrollen zijn voor mij de rollen waarbij je na een voorstelling nog energie hebt. Dat is bij Anna Bolena niet zo. Je geeft alles, en dat moet ook wel. Als je niet alles geeft in belcanto, kan het heel saai zijn. Het is zulke mooie muziek, maar als je er niet de intentie, het acteren en de emotie ten volle in legt, werkt het niet. Er is maar weinig ondersteuning in het orkest, je staat er helemaal alleen voor. Dus vraagt het om een hoop aandacht en kracht. Het is een ‘plezierige marteling’, misschien kan ik het zo wel het beste omschrijven.” Wat dan wel haar droomrol is? Dat is natuurlijk diegene waarmee het voor haar allemaal begon: Norma.