Celebrating Diversity: Black Achievement Month bij Nationale Opera & Ballet

Black Achievement Month (BAM) is een jaarlijks evenement in oktober waarbij ‘Black Achievers’ in de schijnwerpers staan. Het doel is het vieren van diversiteit en het tegengaan van racisme, discriminatie en intolerantie. Nationale Opera & Ballet draagt voor de zesde keer bij aan BAM. Tijdens drie thema-avonden brengt het makers in een kleine setting samen voor een gesprek over inclusie, diversiteit en representatie in opera en ballet. En er zijn diverse optredens.

Twee avonden staan in het teken van producties die dit seizoen te zien zijn bij De Nationale Opera: Perle Noire: Meditations for Joséphine over de bevrijding van de zwarte stem; en Blue over politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. De derde avond staat in het teken van dans en bevat onder meer een nieuwe solo van choreograaf Sedrig Verwoert, Young Creative Associate van Het Nationale Ballet. De presentatie van de avonden is in handen van Sosha Duysker.

Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Een avond rondom Perle Noire: Meditations for Joséphine

Met onder meer:

Operazangeres  
Julia Bullock 
Componist  
Tyshawn Sorey 
Regisseur  
Peter Sellars 
Dichter  
Claudia Rankine
Movement Coach  
Michael Schumacher
Percussionist
Michelle Samba
Blueszangeres
Valerie Jane
Presentatie
Sosha Duysker

 

Een avond rondom de opera Blue

Met onder meer:

Regisseur en librettist
Tazewell Thompson
Componist
Jeanine Tesori
Dirigent
Kwamé Ryan
Operazangers
Kenneth Kellogg
Aundi Marie Moore
Danser en choreograaf
Gregory ‘Shaggy’ Albertzoon
Oud-politieagent
Péris J. Conrad
Presentatie
Sosha Duysker

 

Een avond van Het Nationale Ballet

Met onder meer:

Dansers
Davi Ramos
Daniel Robert Silva
Sebia Plantefève-Castryck
Claire Tjoe-Fat
Choreografen
Marco Gerris
Ernst Meisner
Presentatie
Sosha Duysker

Interview met BAM-ambassadeur Davi Ramos

Hij groeide op in een favela in Rio de Janeiro, kreeg na zijn deelname aan de Prix de Lausanne een beurs voor The Royal Ballet School en danst sinds 2019 bij Het Nationale Ballet, waar hij met ingang van seizoen 2022/2023 werd gepromoveerd tot coryphée. En dit is niet zijn enige nieuwe titel, want de 22-jarige Davi Ramos is dit jaar bovendien ambassadeur van de Black Achievement Month (BAM).

Interview met BAM-ambassadeur Davi Ramos

Toen Ted Brandsen, directeur van Het Nationale Ballet, hem vroeg of hij dit jaar ambassadeur van BAM wilde zijn, twijfelde Davi geen moment: “Ik ben heel dankbaar voor deze mogelijkheid en neem de rol heel serieus. Het is niet iets wat je zomaar even doet. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om mijn community te ondersteunen. In de favela’s in Rio waar ik vandaan kom, zijn de meeste mensen zwart en het voelt goed om hen nu te kunnen representeren.”

 

Van lokale balletschool naar Prix de Lasusanne

Het ambassadeurschap biedt Davi bovendien een podium om zijn verhaal te vertellen; een inspirerend en bijna sprookjesachtig verhaal dat zo het onderwerp van een roman had kunnen zijn. Davi: “Ik ben pas op mijn dertiende met ballet begonnen, toen een vriendin van mijn moeder me – zonder dat ik het wist – in de vijfde positie zag staan en zei dat ik balletlessen zou moeten nemen. Op de dansschool zagen ze potentie in mij en sindsdien ben ik nooit meer gestopt met dansen.” Na een intense periode, waarin hij elke dag trainde om de klassieke ballettechniek vanaf de basis aan te leren, ontmoette Davi zijn ‘balletmoeder’. “Zij had heel veel ervaring binnen de balletwereld en nam me mee naar balletcompetities. Dat was soms wel een uitdaging, want we hadden niets: ballet is duur en wordt in Brazilië eigenlijk alleen door rijke mensen gedaan. Bij elke competitie gaven we dan ook eerlijk aan dat we wilden laten zien wat ik kon, maar niet de middelen hadden. Gelukkig is iedereen altijd heel aardig en behulpzaam geweest.”

Na het winnen van diverse prijzen en beurzen, waaronder een beurs om mee te doen aan de prestigieuze Youth America Grand Prix in New York, ontdekte Davi tijdens een zomerschool in Barcelona de Prix de Lausanne, een van de grootste Europese competities voor jonge balletdansers. “In Barcelona ontmoette ik studenten van The Royal Ballet School en kwam ik erachter dat je door mee te doen aan de Prix de Lausanne een beurs voor die balletschool zou kunnen krijgen. Studeren aan The Royal Ballet School was toen mijn grote droom, en dus zei ik tegen mijn balletmoeder dat ik aan de Prix de Lausanne wilde meedoen. Ze verklaarde me voor gek, omdat ik toen pas twee jaar balletervaring had, maar we besloten het toch te proberen.”

Davi Ramos
Davi Ramos | Foto: Jonathan Hoost

The Royal Ballet School

De finale van de Prix de Lausanne bereikte hij niet, maar Davi wist niettemin een beurs voor The Royal Ballet School te bemachtigen: “Christopher Powney, de artistiek leider van The Royal Ballet School, heeft me de beurs toen persoonlijk aangeboden. Ik kreeg alles wat ik maar kon wensen: balletlessen, Engelse lessen, regulier onderwijs, een woonplaats en geld om rond te komen. Christopher Powney regelde zelfs dat ik meerdere keren per jaar terug naar Brazilië kon. Het was echt een droom die uitkwam.” In de drie jaren die volgden voltooide hij de upper school van The Royal Ballet School. “In het begin was alles heel intens, vooral omdat ik nog vrijwel geen Engels sprak en veel minder balletervaring had dan de anderen in mijn klas. Maar toen ik mijn draai eenmaal had gevonden, maakte ik steeds meer progressie en bereikte ik uiteindelijk de top 3 van mijn klas. Ik was – en ben – heel ambitieus en werd hierin nog meer gestimuleerd doordat ik een scholarship-student was: ik wilde bewijzen dat ik de beurs waard was en de mensen die in me geloofden trots maken.”

‘Bij Het Nationale Ballet wil ik mijn ultieme droom waarmaken’

Uiteindelijk werd Davi niet uitgekozen om door te stromen naar The Royal Ballet, maar deed hij in plaats daarvan auditie voor de Junior Company van Het Nationale Ballet. Davi: “Naast The Royal Ballet stond ook Het Nationale Ballet al jaren hoog op mijn lijstje, dus ik wilde daar heel graag auditie doen. Na mijn auditie wilde Ted eigenlijk dat ik meteen zou toetreden tot de main company, maar ik wilde niets overhaasten en liever starten in de Junior Company. Uiteindelijk spraken we af dat ik meteen als tweedejaars in de Junior Company zou beginnen en daarna de overstap zou maken naar de main company. Sindsdien heb ik hier al heel veel mooie rollen mogen dansen, waaronder een aantal hoofdrollen. Ik ben heel blij dat ik hier terecht ben gekomen en heb het gevoel dat wonen in Amsterdam en dansen bij Het Nationale Ballet hebben geholpen bij mijn ontwikkeling en me hebben doen inzien wat voor persoon en danser ik wil zijn. Dit is de plek waar ik mijn ultieme droom wil waarmaken: ooit eerste solist worden.”

 

Huidskleur accepteren

Maar hoewel hij blij is om als ambassadeur van BAM zijn verhaal te mogen delen, wil Davi benadrukken dat dit absoluut niet zijn voornaamste doel is: “Want BAM gaat niet om mij, maar om te laten zien hoe belangrijk het is om diversiteit na te streven. En dat is nodig, want veel gezelschappen hebben nog steeds geen zwarte dansers. Tegelijkertijd zie je dat er in de gezelschap- pen waar wel zwarte dansers werken, allerlei problemen ontstaan: zwarte meisjes in Het Zwanenmeer moeten zich dan bijvoorbeeld wit schminken of een witte – ‘huidskleurige’ – maillot dragen. Dat kan toch niet! Natuurlijk begrijp ik het idee van een uniform corps de ballet vol witte zwanen, maar laten we eerlijk zijn: geen enkel persoon is écht wit. Als je als gezel- schap zwarte dansers aanneemt, moet je ook hun huidskleur accepteren. Waarom neem je hen anders aan?” Verder is het volgens Davi vooral belangrijk dat zwarte dansers niet door gezelschappen worden ‘gebruikt’ om een statement te maken. Davi: “Soms voelt het alsof gezelschappen zwarte dansers inzetten voor hun eigen imago; om te kunnen laten zien dát ze zwarte dansers hebben. Maar we willen ons niet gebruikt voelen. Zwarte dansers zouden moeten worden aangenomen omdat ze goed zijn; niet alleen vanwege hun huidskleur.”

Toch ziet Davi de toekomst rooskleurig in. “De wereld is aan het veranderen en mensen worden steeds meer open minded. Het zal misschien nog even duren, maar ik heb goede hoop dat we in de toekomst veel meer zwarte dansers in de balletwereld zullen zien.”

Tekst: Rosalie Overing

Tijdens de foyeravond van Het Nationale Ballet op zondag 23 oktober danst Davi een nieuwe solo van choreograaf en Young Creative Associate Sedrig Verwoert.

‘Don't wear a hoodie’

De opera Blue toont de ontwikkeling van twee zwarte inwoners van Harlem in New York: van verliefd stel tot trotse ouders, en vervolgens tot rouwende nabestaanden. In deze bijdrage lees je meer over de opera Blue en politiegeweld jegens mensen van kleur in de VS en Nederland.

‘Don't wear a hoodie’

De opera Blue toont de ontwikkeling van twee zwarte inwoners van Harlem in New York: van verliefd stel tot trotse ouders, en vervolgens tot rouwende nabestaanden. De vrouw raakt zwanger en een zoon wordt geboren. De zoon groeit op tot een kritische jongeman die zich uitspreekt over racisme en ander onrecht in de wereld. De vader is politieagent, en waar hij iedere dag zijn leven waagt voor het leven van anderen, wordt hij thuis allesbehalve als een held ontvangen door zijn zoon, die opstaat tegen politiegeweld jegens mensen van kleur en vindt dat zijn vader aan de verkeerde kant staat als ‘black man in blue’ (een politieagent van kleur). Welk tragischer ongeval is er te bedenken dan de vreselijke dood van de zoon door het toedoen van een witte politieagent – een collega van de vader?

Een generatieverschil is voelbaar in de wijze waarop vader en zoon naar de maatschappij en hun positie daarin kijken. De vader vindt dat de zoon zich moet inhouden, als zwarte jongen vooral niet te veel moet opvallen en zich niet ‘verdacht’ moet kleden: geen hoodies. De zoon vindt dat hij iets moet doen aan het feit dat hij zich niet kan kleden hoe hij wil, aan het gegeven dat hij eerder opvallend of verdacht wordt bevonden dan witte mensen. De verschillende opvattingen botsen aan de keukentafel, terwijl de moeder er alles aan doet om de lieve vrede te bewaren. 

 

BLACK LIVES MATTER

In 2020 liepen de straten en pleinen in de Verenigde Staten én Europa vol. Spandoeken met leuzen als ‘Black Lives Matter’ en ‘I can’t breathe’ tekenden het straatbeeld. Sociale media werden gedomineerd door de hashtag #blacklivesmatter, Instagramaccounts kleurden zwart onder de leus ‘Black Out Tuesday’. De schokkende dood van de zwarte Amerikaan George Floyd door politiegeweld in Minneapolis, uitgebreid vastgelegd op camera, had velen met de neus op de feiten gedrukt. Ook in Nederland, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, bleek het voorval geen ‘ver-van-ons-bed-show’. De opera Blue, die in 2019 op het Glimmerglass Festival in première was gegaan, werd na de première actueler dan ooit.

 

DE VERENIGDE STATEN VERSUS NEDERLAND

Als er over discriminatie en excessief politiegeweld wordt gesproken, wordt vaak benoemd dat de situatie in Amerika vele malen erger is dan in Nederland. Is dat wel terecht? De aard van het politiegeweld is absoluut verschillend, maar buitensporig geweld door politieagenten jegens mensen van kleur en etnische profilering zijn ook in Nederland wel degelijk aan de orde van de dag. Dat politiegeweld een groter probleem is in de Verenigde Staten, lijkt vooral te komen door de sterker gemilitariseerde aard van de politie aldaar.

De militarisering van het Amerikaanse politieapparaat komt voort uit een ontwikkeling die is ingezet sinds de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in New York. Het resultaat: volledig uitgeruste en zwaarbewapende politieagenten, die de straten op gaan alsof ze de oorlog in gaan, gewapend tegen een ‘vijand’ – met alle gevolgen van dien. In de Amerikaanse ‘cop culture’ heerst het idee van een permanent gevaar vanuit burgers, die op grond van het tweede amendement wapens mogen dragen. En dat heeft een grote invloed op de snelheid waarmee agenten naar hun dienstwapen grijpen. Het aantal slachtoffers van politiegeweld in de Verenigde Staten is dan ook onder de algehele bevolking hoog, ook onder witte Amerikanen. Toch blijkt uit cijfers dat zwarte Amerikanen 2.4 keer zo vaak overlijden als ze in aanraking komen met de politie.

 

HET NEDERLANDSE POLITIEAPPARAAT

Hoe zit dat in Nederland? Natuurlijk, het politieapparaat in de VS kent een heel andere, door slavernij en lynchings doordrongen geschiedenis, die de verhoudingen tussen wit en zwart tot op de dag van vandaag kleurt. Maar in de vergelijking met de VS wordt regelmatig over het hoofd gezien dat het Nederlandse politieapparaat zich wel degelijk schuldig maakt aan racisme, etnische profilering en politiegeweld. Volgens cijfers van Controle Alt Delete, een organisatie die zich inzet tegen etnisch profileren, overleden er tussen 2016 en 2020 50 mensen tijdens of kort na een aanhouding – bij de helft werd géén vuurwapen gebruikt. 14 procent van die overledenen was wit Nederlands, 56 procent had een migratieachtergrond en bij 30 procent was dat onbekend. In geen van deze gevallen werd de zaak voorgelegd aan de rechter; het Openbaar Ministerie concludeerde dat de politie geen buitenproportioneel geweld zou hebben gebruikt. 

Waar het onder politieagenten in de VS – officieel althans – een taboe is, wordt profilering op basis van uiterlijk en afkomst in Nederland bewust ingezet als opsporingsmethode. Sterker nog, de nationale politieleiding heeft racisme geautomatiseerd: de politie werkt landelijk met een algoritme – het zogenaamde Criminaliteits Anticipatie Systeem (CAS) – dat agenten vertelt waar ze moeten patrouilleren om zoveel mogelijk criminelen tegen te komen. Ook krijgen agenten bij hun verkeerscontroles specifieke etnische doelgroepen mee van hun leidinggevende. Het leidt tot legio onterechte aanhoudingen en verdenkingen van mensen van kleur. En als de (vaak gewelddadige) aanhoudingen uitlopen op een straf, krijgen mensen van kleur over het algemeen met zwaardere straffen te maken dan witte Nederlanders. En dan hebben schetsen we nog niet eens het hele plaatje: op het gebied van institutioneel racisme in bredere zin, en systematische discriminatie op de arbeidsmarkt in nauwere zin, doen we het nauwelijks beter dan de VS.

SCÈNE UIT BLUE | FOTO: KARLI CADEL/THE GLIMMERGLASS FESTIVAL
SCÈNE UIT BLUE | FOTO: KARLI CADEL/THE GLIMMERGLASS FESTIVAL

PERSOONLIJKE BRIEF

Over die ongelijkheid gaat het in de opera Blue. Een opera die zich afspeelt in de VS, maar een onderwerp aankaart dat niet minder relevant lijkt in Nederland. Librettist en regisseur Tazewell Thompson noemde het libretto van de opera zijn persoonlijke brief aan de wereld: “Er leeft geen enkele zwarte man in Amerika die niet op een banale of juist ingrijpende manier met een agent in functie te maken heeft gehad,” stelt hij. “Het is soms moeilijk voor mij om me niet volkomen verslagen te voelen als zwarte man die in Amerika leeft, probeert te overleven en te gedijen. Het is aan de andere kant helemaal niet moeilijk voor mij om mijn gezicht op het lichaam van George Floyd voor te stellen. Ik ben bang, als zwarte man die in een land leeft dat steeds angstaanjagender, gewelddadiger en verdeelder wordt. Waar wapenbezit wordt gestimuleerd en waar een witte politieagent in uniform op klaarlichte dag, met zijn handen in zijn zak, een zelfvoldane grijns op zijn arrogante gezicht, midden op straat, zelfverzekerd en straffeloos het leven van een ongewapende, geboeide zwarte man beëindigt.” En zo heeft Thompson – helaas – uit zijn persoonlijke ervaring kunnen putten voor het schrijven van het libretto van Blue. De woorden die hij in de mond van het personage van de vader legt, zal hij ongetwijfeld van zijn eigen ouders te horen hebben gekregen:

Stay alive.
That’s what you supposed to do.
You a black boy.
A walking, moving target.
A black boy.
Take off the hoodie…

[…]

Son, the light is turning amber - Run
Run across the street - No!
Don’t run, Walk. Don’t walk.

[…]

Don’t wear your ball cap backwards.
Don’t wear a hoodie.
Don’t carry shiny objects.
Don’t get a tattoo.
Don’t pierce your ears.
Don’t shave your head.
Don’t get an Afro.
Don’t make a fist.
Don’t sit on the curb.
Don’t sit on the hood of a car.
Don’t wear cornrows.
Don’t look the man in his eye.
Look the man in the eye.
Don’t make quick movements.
Don’t put your hands in your pockets.
Don’t remove your shirt.
Don’t lie on the grass.
Don’t wear sunglasses!
Don’t spit.
Don’t chew.
Don’t laugh.

[…]”

Het institutioneel racisme, de ongelijkheid en het generatieverschil in de manier van daarmee omgaan kleuren het libretto van Blue. De tragische gebeurtenis zelf, het overlijden van de zoon door het toedoen van een politieagent, vindt letterlijk tussen de bedrijven door plaats. De opera confronteert de toeschouwer door een portret van de zwarte ervaring in Harlem te tonen, en daarbij juist te laten zien welke mensen en levens er verscholen gaan achter de nieuwsberichten van buitensporig politiegeweld. De opera stelt zware thema’s centraal, maar straalt tegelijkertijd hoop uit. Die hoop vinden de ouders bij vrienden, collega’s en bij hun kerkgemeenschap: terwijl de hoop op de toekomst van de zoon de bodem werd ingeslagen, wordt er gebeden om een transformerende dag.

Tekst: Jasmijn van Wijnen

MEER WETEN?

Meer weten over institutioneel racisme en etnische profilering binnen en door de Nederlandse politie? Kijk bijvoorbeeld naar onderstaande documentaires:

  • Verdacht (2018) van Nan Rosens
  • De blauwe familie (2022) van Maria Mok en Meral Uslu

Perle Noire: achter de lachende façade van Joséphine Baker

Joséphine Baker stond bekend om haar tomeloze energie en onvermoeibare glimlach. Met haar heldere stem, charismatische flair en snelle, fleurige melodieën maakte ze als artiest naam in het bruisende Parijs van de jaren ’20. De voorstelling Perle Noire: Meditations for Joséphine laat haar van een andere kant zien: de stemming is verstild en het tempo verlaagd. Het werk is een ode aan de vrouw achter het icoon en een herinnering aan haar strijd tegen rassendiscriminatie.

Perle Noire: achter de lachende façade van Joséphine Baker

In het Frankrijk van de vroege 20ste eeuw heerste, net als in andere Westerse landen, een sterke fascinatie voor ‘de Ander’. Franse kunstenaars gebruikten zelfs de term ‘negrofilie’ om hun passie voor (en toe-eigening van) de zwarte cultuur te omschrijven. De Amerikaanse Joséphine Baker werd al snel na haar aankomst in Parijs een sensatie en kwam bekend te staan als ‘de zwarte parel’.  In La Revue Nègre gaf ze een performance die de boeken in zou gaan als een van de meest iconische optredens van haar carrière. In haar ‘danse sauvage’ daalde ze af uit een palmboom, danste ze in een bananenrokje en liep ze op handen en voeten. Ze werd in de recensies louter omschreven met dierlijke metaforen. Ze zou hebben gedanst als een aap, gekropen als een panter, en gekronkeld als een slang. Zo werden zij en haar lichaam vanaf het allereerste begin in Parijs ontmenselijkt en gereduceerd tot het object van exotische fantasieën.  

Peter Sellars en Julia Bullock
Regisseur Peter Sellars en zangeres Julia Bullock | Foto: Stephanie Berger

Vrijheidsstrijder

Tegelijkertijd was Baker voor velen ook een symbool van bevrijding, zelfbeschikking en lichamelijke autonomie. Ze was de segregerende Jim Crow-wetten in haar thuisland ontvlucht en streed ze de rest van haar leven onvermoeibaar tegen vooroordelen en rassendiscriminatie. Zo sloot ze zich in de Tweede Wereldoorlog aan bij het verzet. Ze smokkelde berichten mee in haar bladmuziek en hielp op deze manier de Franse militaire inlichtingendienst met het vervoeren van geheime documenten over de vijandige linies. Na de oorlog leverde dit haar twee van Frankrijks hoogste militaire onderscheidingen op. Aan de andere kant van de oceaan zou ze vervolgens ook een prominente rol gaan spelen als activist in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Zo nam ze in 1963 samen met Martin Luther King Jr. deel aan ‘de March on Washington’ en sprak ze het publiek toe vlak voor zijn bekende ‘I Have a Dream’-speech. 

 

De bevrijding van de zwarte stem 

Bakers charmante sentimentele ballads en drijvende dansritmes stonden haaks op de thema’s die ze bezong. In liederen als ‘Si’ j’etais blanche’, ‘C’est lui’ en ‘Terre sèche’ zingt ze over kwesties die tekenend zijn voor de zwarte ervaring, zoals uitsluiting, collectieve machteloosheid en de wreedheid van sociaal onrecht. In zekere zin was het emotionele gewicht van haar teksten zwaarder dan de muziek kon dragen. Baker was de Verenigde Staten ontvlucht voordat de Harlem Renaissance volledig tot bloei was gekomen. De blues, met zijn mogelijkheden om pijn en verdriet tot uitdrukking te brengen, was aan haar voorbijgegaan.

Componist Tyshawn Sorey stelde zich voor Perle Noire daarom ten doel om de teksten van Bakers liederen van bijpassende melodieën te voorzien. In zijn compositie zet hij de aangename, fleurige sfeer van Bakers muziek om in wrange en rauwe harmonieën. Zo maakt hij niet alleen Bakers worsteling met onderdrukking zichtbaar en invoelbaar, maar zoekt hij ook naar de authentieke Joséphine achter de beeldvorming. Perle Noire gaat niet alleen over haar, maar is een eerlijk en krachtig werk voor haar.

Tekst: Naomi Teekens

Interview met choreograaf Kara Roseborough

Afgelopen mei maakte de Amerikaanse danser, choreograaf en dansdocent Kara Roseborough haar debuut bij Het Nationale Ballet met een choreografie voor het programma New Moves. Na deze succesvolle eerste samenwerking wordt haar Shadow and Echo nu opnieuw uitgevoerd, als onderdeel van de foyeravond die Het Nationale Ballet organiseert in het kader van Black Achievement Month.

Interview met choreograaf Kara Roseborough

Naast diploma’s als uitvoerend danser en choreograaf en een bevoegdheid als dansdocent, behaalde Kara bovendien een bachelordiploma in Engelse literatuur en creatief schrijven. Als choreograaf experimenteert ze dan ook graag met manieren om haar liefde voor tekst te combineren met dans. Shadow and Echo is daarvan het resultaat: de choreografie is gebaseerd op haar zelfgeschreven gedicht You There, dat tijdens het werk te horen is: “Oorspronkelijk was dit gedicht helemaal geen onderdeel van het stuk; ik wilde voor New Moves eigenlijk een choreografie maken op Chinese ‘thunder drum’-muziek. Maar een week voor ik naar Amsterdam zou komen om mijn werk in te studeren, schrok ik ’s nachts wakker en wist ik plotseling dat ik iets met You There wilde doen.” Ze nam contact op met haar schrijfpartner Katie Steele, die haar hielp het gedicht te herschrijven en uit te breiden. “Vanaf dat moment ben ik er non-stop mee bezig geweest. Zelfs in het vliegtuig en op mijn hotelkamer in Amsterdam was ik nog aan het schrijven en aanpassen.”

 

Thuiskomen

Het gedicht You There – en dus ook Shadow and Echo – gaat over de betekenis van thuis zijn en thuiskomen: “Over nostalgie, teruggaan naar de plek die je gevormd heeft, omgaan met de realisatie dat zowel die plek als jijzelf veranderd zijn en de rol die dit speelt in je zelfontwikkeling.” Voor het gedicht, dat ze in 2018 schreef voor een dansen theaterproductie van Alice in Wonderland, putte Kara uit haar eigen ervaringen: “Ik kom uit een stad net buiten Chicago, maar ging studeren in Utah en was toen voor het eerst een lange tijd weg van huis en alles wat ik kende. Als je dan na bijna een heel schooljaar weer thuiskomt, lijkt alles anders: de mensen, de huizen, de restaurants waar ik graag kwam. Dat is waarschijnlijk maar gedeeltelijk waar, want vooral jijzelf en je eigen perspectief zijn veranderd, maar het roept een interessante vraag op: als je alle bits and pieces wegneemt of verandert waarvan je dácht dat ze je thuis vormden, wat is dan jouw betekenis van thuis?”

 

‘Human experience’

Na een succesvolle première tijdens New Moves wordt Shadow and Echo nu opnieuw uitgevoerd door dansers van Het Nationale Ballet, ditmaal in het kader van Black Achievement Month: “Het was in mei een grote eer dat mijn werk hier überhaupt mocht worden gedanst, en het betekent veel dat dit nu, tijdens de Black Achievement Month, nog een keer mag. Shadow and Echo gaat echter niet specifiek over een ‘black experience’; het laat een ‘human experience’ zien, waarin iedereen, ongeacht zijn of haar achtergrond, iets van zichzelf kan herkennen. Juist door dit universele karakter vind ik het interessant dat deze choreografie gedanst zal worden tijdens Black Achievement Month. Het is een viering van zowel zwarte makers – waaronder ikzelf – als van de mensheid en de kunsten in het algemeen.”

Kara Roseborough
Kara Roseborough | Foto: Matt Glavin

Een stap in de goede richting

En een dergelijke viering is volgens Kara nog altijd nodig: “Ik kan goed begrijpen dat sommige mensen vinden dat een initiatief als Black Achievement Month eigenlijk niet nodig zou moeten zijn, maar dit zou alleen het geval zijn in een ideale wereld, waarin iedereen gelijke kansen krijgt en iets bereiken puur het resultaat is van talent. En in onze wereld geeft talent geen garantie voor succes, door raciale of culturele ongelijkheden, maar ook door ongelijkheden op het gebied van sekse. Ik waardeer het daarom dat organisaties tijdens Black Achievement Month actief laten zien dat ze gemarginaliseerde groepen – in dit geval zwarte makers – erkennen en een podium willen bieden. Initiatieven als deze zijn dan misschien messy, lastig en controversieel, maar ze zijn een stap in de goede richting en starten conversaties: alleen zo kunnen we vooruit.”

 

Kansen en body shaming

Als zwarte danser en choreograaf in een nog altijd overwegend witte balletwereld, draagt Kara zelf graag bij aan deze conversaties. Net als in haar werk als choreograaf en schrijver wordt ze hierbij gedreven door haar eigen ervaringen: “Ik denk dat ik veel kansen heb gemist als zwarte vrouw – en vooral als lange zwarte vrouw – in het ballet, maar ik heb hierdoor ook veel kansen gekregen. Zo waren er choreografen die zeiden: ‘ik weet niet wat ik met je moet doen, dus ik zet je in het midden neer’, of: ‘je kan niet met dit partnerdeel meedoen, dus je krijgt hier een solo’. Dan dacht ik alleen maar: ‘oké!’ Maar omgekeerd heb ik ook te maken gehad met body shaming of met mensen die me zeiden dat gezelschap- pen me niet zouden aannemen, omdat ik door mijn huidskleur de eenheid van het corps de ballet zou doorbreken. Ook was er een costumier die de mesh stof van mijn kostuum niet wilde verven, want ‘wanneer zou de volgende keer zijn dat een zwart meisje het kostuum zou dragen?’ Het is bizar dat dit soort dingen in de 21ste eeuw nog steeds gebeuren.”

Toch prijst Kara zich over het algemeen gelukkig. “Ik ben altijd erg gesteund door mijn ouders en docenten en heb mede daardoor alle negatieve dingen in iets positiefs kunnen veranderen. Bovendien denk ik niet dat ik me zo had kunnen ontwikkelen als choreograaf als ik niet op bepaalde momenten ‘nee’ te horen had gekregen. Elke afzonderlijke ervaring heeft uiteindelijk bijgedragen aan waar ik nu sta, en daar ben ik blij mee.”

Tekst: Rosalie Overing

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet