Ted Brandsen
Tekst: Astrid van Leeuwen | Foto: Liza Kollau

‘Een levende, vitale kunstvorm vraagt om nieuwe inspiratie en impulsen’

20 maart 2022

Interview met artistiek directeur Ted Brandsen.

Na met zijn gezelschap twee jaar ‘op en af en heen en weer’ te zijn gegaan als gevolg van de coronapandemie, kan artistiek directeur Ted Brandsen niet wachten tot hij weer een volledig, ononderbroken seizoen kan presenteren. “Ik kijk er enorm naar uit om ook zelf weer in de studio aan het werk te gaan (Brandsen creëert een nieuw grootschalig werk – red.), maar het meest verheug ik mij op de mogelijkheid om onze dansers weer dag in dag uit op het toneel te zien schitteren. Om op topniveau te presteren, moet je in een flow zitten van jezelf voortdurend uitdagen, maar dat zo noodzakelijke ritme werd in de afgelopen jaren steeds onderbroken. Onze dansers staan dan ook te trappelen om weer volúit te gaan, om te laten zien waarvoor wij als Het Nationale Ballet bestaan.”

Na een periode waarin Het Nationale Ballet zich – door alle coronabeperkingen – vooral op het Nederlandse repertoire richtte, wil Brandsen in het nieuwe seizoen het internationale gezicht van het gezelschap weer in volle glorie tonen. “Het Nationale Ballet staat niet alleen voor het beste wat Nederland qua danskunst te bieden heeft, maar dankt zijn roem ook aan de samenwerking met de, wereldwijd gezien, grootste choreografen van deze tijd. Dansers hebben dat ook nodig: die uitwisseling en confrontatie met andere makers, andere docenten, die vaak totaal andere dingen van hen vragen dan ze gewend zijn. Dat creëert opwinding en avontuur, en dat is niet alleen essentieel voor hen maar ook voor het publiek. Het levend en vitaal houden van de danskunst vraagt om nieuwe inspiratie, om nieuwe impulsen.”

Veelzijdigheid kenmerkt dan ook het repertoire voor het seizoen 2022/2023. “Het choreografische palet gaat van jonge makers als Milena Sidorova en Joshua Junker tot dé grootmeesters van de twintigste- en eenentwintigste-eeuwse danskunst, tot de beroemde avondvullende klassiekers. Bij elkaar een enorm rijk buffet voor zowel onze dansers als ons publiek.”

‘Onze dansers staan te trappelen om weer volúit te gaan’

Meest gevraagde choreografen van deze tijd Naast bestaande werken van meesterchoreografen Hans van Manen en George Balanchine bevat de programmering voor het komende seizoen nieuwe dan wel recente creaties van onder meer David Dawson, William Forsythe, Wayne McGregor, Christian Spuck en Christopher Wheeldon. “Allen behoren zij tot de internationaal meest gevraagde choreografen van deze tijd. Van Christian Spuck tonen wij, samen met De Nationale Opera, het grootschalige Messa da Requiem, een imponerende, heel menselijke vertaling in zang en dans van Verdi’s beroemde dodenmis. Aan William Forsythe – dé grote vernieuwer van het hedendaagse ballet – wijden we in het Holland Festival van 2023 een heel programma. Met daarin onder meer de Nederlandse première van zijn geweldige, voor Ballet de l’Opéra National de Paris gecreëerde Blake Works 1.”

Ted Brandsen met dansers in de studio
TED BRANDSEN MET DANSERS WENDELINE WIJKSTRA EN DUSTIN TRUE (MIDDEN) IN DE STUDIO | FOTO: LIZA KOLLAU

Omvangrijk en overweldigend

Wat de avondvullende klassiekers betreft wil Brandsen in het nieuwe seizoen vooral ‘flink uitpakken’. “Na een tijd van voortdurende beperkingen presenteren wij komend seizoen bewust de twee grootste avondvullende producties die we in huis hebben: The Sleeping Beauty en Het Zwanenmeer, beide geldend als belangrijke mijlpalen in de Nederlandse theatergeschiedenis. Aan Peter Wrights Sleeping Beauty koester ik persoonlijk heel bijzondere herinneringen: ik danste net bij de groep en nog niet eerder had Het Nationale Ballet zó’n omvangrijke en overweldigende productie uitgebracht. De choreografie, naar het origineel van Marius Petipa, is vanwege de vereiste loepzuivere techniek bovendien nog altijd dé ultieme uitdaging voor balletdansers wereldwijd. Het Zwanenmeer wordt niet voor niets ook wel het ‘ballet der balletten’ genoemd: het is de meest populaire titel die we op het repertoire hebben staan, en Rudi van Dantzigs versie vind ik nog altijd de mooiste die er van dit ballet bestaat. We brengen in het nieuwe seizoen maar liefst zeventien voorstellingen van Het Zwanenmeer, zodat iedereen die de grote balletproducties gemist heeft zijn hart kan ophalen, maar ook mensen die ons nog niet – of alleen via het beeldscherm – kennen de kans krijgen om deze beroemde balletklassieker live te zien.”

Nieuw publiek en nieuwe inzichten

Covid heeft Het Nationale Ballet overigens niet alleen maar kommer en kwel gebracht, benadrukt Brandsen. “Doordat we een groot aantal nieuwe, andere initiatieven hebben ontplooid, hebben we enorm veel ontdekt en er een groot publiek dat ons online volgt bijgekregen. Onze streams, online balletlessen en de vele video’s die we via onze website en social media hebben gedeeld zijn door honderdduizenden – en wat de lessen betreft zelfs miljoenen – mensen wereldwijd gevolgd. De tijd en ruimte die covid, onvermijdelijk, geschapen heeft, heeft ook nieuwe inzichten opgeleverd. De wereld verandert, is veranderd, en daardoor zullen we, vanwege de pandemie, maar zeker ook vanwege het milieu, in de komende jaren wellicht minder reizen en in plaats daarvan internationaal meer online aanwezig zijn.” Maar dat alles maakt de behoefte om weer volop live-voorstellingen te kunnen geven niet minder groot. “We hebben het met grote regelmaat ontvangen van publiek in ons eigen theater zó gemist.”

‘Niemand gaat in zijn eentje theater maken in het bos, je danst niet voor jezelf, je danst voor anderen’

Ted Brandsen
Foto: Liza Kollau

Uitwisseling van energie en emotie

Dat begint al bij het jonge publiek, zegt Brandsen. “Onze schoolvoorstellingen, de vele educatieactiviteiten, de honderden kinderen die zich vergapen aan een Sleeping Beauty of Zwanenmeer, en al die jongeren die we bereiken met nieuwe, aan de huidige actualiteit gerelateerde producties, zoals in het nieuwe seizoen Dorian, waarin hiphop en ballet op flitsende wijze samenvloeien. Het is voor de toekomst van de danskunst zó belangrijk dat we een nieuw, jong publiek aan ons weten te binden.”

Andersom is het voor de dansers, zegt Brandsen, cruciaal dat voor een live publiek optreden weer snel regel wordt in plaats van uitzondering. “Voor camera’s dansen is echt iets anders dan voor een zaal vol mensen. Zelfs voor 400 man optreden, zoals we vanwege de coronamaatregelen de afgelopen twee jaar diverse malen hebben gedaan, is al zó fijn vergeleken bij het dansen voor een lege zaal. Niet eens vanwege het applaus, maar vanwege de uitwisseling die je nu eenmaal alleen hebt met een live publiek. Niemand gaat in zijn eentje theater maken in het bos, je danst niet voor jezelf, je danst voor anderen en voor de energie en emoties die dat wederzijds losmaakt.”