Sedrig Verwoert en Djuwa Mroivili| Foto: Milagro Elstak
Foto: Milagro Elstak

Black Achievement Month: Een mooi initiatief dat er niet zou moeten zijn

11 oktober 2021

Een gesprek met Black Achievement Month curatoren Djuwa Mroivili en Sedrig Verwoert

De BAM is een maand van viering en erkenning. Maar het is ook een initiatief met een complexe keerzijde waar velen niet bij stil staan. Pianist Djuwa Mroivili en choreograaf Sedrig Verwoert, twee jonge makers en performers die als curatoren verbonden zijn aan de BAM-programma’s van Nationale Opera & Ballet, bieden inzicht in het paradoxale karakter van dit goedbedoelde initiatief en de vele stappen die nog gezet moeten worden in de richting van een wereld waarin BAM niet meer nodig is.

Tekst: Rosalie Overing 

Een veel gehoorde uitspraak tijdens BAM is de paradox ‘het is een mooi initiatief dat er eigenlijk niet zou moeten zijn’. Verwoert: “Aan de ene kant is het prachtig dat er tijdens BAM aandacht wordt besteed aan onderbelichte kunstenaars, maar aan de andere kant is het spijtig dat dit niet het hele jaar door gebeurt. Hoe kan dat?” Deze tegenstelling is echter slechts het topje van de ijsberg. Verwoert: “Er zijn zó veel lagen.”

 

Kwaliteiten versus kleur

Zo brengt BAM volgens Mroivili het risico met zich mee dat zwarte makers niet meer los worden gezien van ras en kleur. Hierdoor komt de focus niet meer te liggen op hun identiteit als makers, maar op het zijn van een persoon van kleur en kan het initiatief juist een averechts effect hebben. Mroivili: “De enige keer dat je black faces in prominent places ziet, worden zij gelinkt aan kleur. Ze krijgen binnen witte instituten eigenlijk nooit de kans om werk te maken over andere thema’s. Waarom kunnen zwarte makers geen werk maken over liefde? Of over de zinloosheid van het leven?” Verwoert sluit zich hierbij aan: “Ik merk dat men, vooral hier in Nederland, in de eerste plaats mijn kleur ziet. Want hoewel er ook mensen zijn die mijn kwaliteiten wel zien, sta ik bij het merendeel bekend als ‘de zwarte man binnen een wit gezelschap’. Je wordt als zwarte maker dan meteen in een hokje geduwd en krijgt daardoor soms het gevoel dat je ergens alleen bent voor je kleur en niet voor wat je kan als maker of artiest.”

 

Gunst of makkelijke uitweg

Het gegeven dat veel instituten afhankelijk zijn van subsidies en om deze subsidies te krijgen bepaalde quota moeten halen op het gebied van diversiteit, draagt bij aan dit gevoel. Mroivili: “Dit is een van de redenen dat ik me dubbel verhoud tegenover BAM: het is aan de ene kant tof dat de gelegenheid er is, maar het geeft instanties in zekere zin ook een makkelijke uitweg. Als ze iets doen met BAM, kunnen ze het ‘diversiteitsboxje’ afvinken en hoeven ze er de rest van het jaar niet meer naar om te kijken. Daarom is het nog belangrijker om er het hele jaar door aandacht aan te blijven besteden.” Volgens Verwoert is deze situatie een voorbeeld van de ‘omgekeerde realiteit’ waarin we tegenwoordig leven: “Van oudsher zijn de structuren binnen instituten gebouwd om ons uit te sluiten en nu hebben instanties zwarte artiesten juist nodig om niet onderuit te gaan. Tegelijkertijd wordt er nog steeds
gedaan alsof ons een gunst wordt verleend.”

 

Gekregen ruimte en gestolen tijd

Daarnaast worden de oplossingen voor problemen rondom inclusie, diversiteit en het creëren van een veilige omgeving volgens Verwoert en Mroivili vaak aan de verkeerde mensen gevraagd. Mroivili: “Vaak wordt
aan zwarte makers gevraagd hoe dergelijke problemen binnen een instantie moeten worden opgelost. Maar wij zijn kunstmakers, geen beleidsmakers. Het is daarom niet alleen een enorme druk voor makers zoals ik, maar ook een inbreuk op onze tijd en energie. Wanneer we de ruimte krijgen om een voorstelling te maken, maar ons gevraagd blijft worden ‘hoe het dan zou moeten’, steelt men dus eigenlijk de tijd die we veel beter zouden kunnen gebruiken om onszelf op artistiek vlak te ontwikkelen. En dat is zo zonde. Het respectvol omgaan met de tijd en energie van mensen van kleur is dan ook een belangrijk onderdeel van het programma Reclaiming Our Time – de bijdrage van De Nationale
Opera aan BAM 2021.”

“Dit is bovendien onderdeel van de opgelegde verwachtingen waar zwarte makers vaak mee te maken krijgen,” vult Verwoert aan. “Doordat de nadruk in gesprekken of interviews met ons – in tegenstelling tot witte makers - altijd op dit soort vragen wordt gelegd, worden we weer in dat hoekje geplaatst. En ik ga de problemen niet voor een instantie oplossen. Ik wil het samen doen.”

 

Debat zonder huiswerk vooraf

Moeten er dan helemaal geen gesprekken over diversiteit en inclusie meer worden gevoerd met makers van kleur? “Nee, dat is zeker niet het geval,” luidt Verwoerts antwoord. “In principe staat iedereen open voor gesprekken. Het gaat pas veel energie kosten wanneer het gesprek de vorm van een discussie krijgt. Als dat gebeurt, worden er continu oude littekens opengehaald die juist aan het genezen zijn.” Helaas blijken dit in de praktijk vaak te gebeuren. Mroivili: “Mensen zeggen dan dat ze een gesprek willen voeren, maar uiteindelijk loopt het uit op een debat waarin jij als zwarte maker moet beargumenteren waarom je hier bent en mag zijn. Daarnaast zijn dergelijke gesprekken vaak niet op een gelijkwaardig niveau. Dat kan namelijk pas wanneer beide partijen zich evenveel hebben verdiept in elkaars achtergrond. Nu hebben wij voor onze opleidingen enorm veel onderzoek moeten doen naar alles wat wit en mannelijk is – zo heeft niemand gedurende mijn vijf jaar aan het conservatorium mij verteld dat er naast oude witte mannen ook heel veel fantastische vrouwelijke zwarte componisten zijn – terwijl dat andersom totaal niet het geval is. Mensen moeten vooraf hun huiswerk doen, te meer omdat zulke conversaties voor de ene partij heel persoonlijk en emotioneel zijn.”

 

Blijven bijdragen

Ondanks het ambigue karakter van het initiatief, is het een feit dat we als samenleving nog niet op een plek zijn waar we zonder een Black Achievement Month kunnen. Voor makers als Mroivili en Verwoert is het
daarom, ondanks de dubbele manier waarop ze zich tot BAM verhouden, belangrijk om zich hiervoor te blijven inzetten. Verwoert: “We zijn nu op een plek waarop we iets kunnen bijdragen en ik voel me daarom verantwoordelijk om dat ook te doen.” Daarnaast biedt het curatorschap van de programma’s van BAM hen de kans om Nationale Opera & Ballet eigen te maken. Mroivili: “Ik wil onderzoeken of ik deze ruimte kan maken tot een plek waar ik kan experimenteren en verschillende fijne mensen om me heen kan verzamelen die niet per se vallen binnen het standaard publiek van dit theater. Sommige van de mensen die ik voor het programma Reclaiming Our Time heb gevraagd zijn zelfs nog nooit naar een klassiek concert geweest.”

 

Verbonden generaties

Bovendien voelen beide makers een sterke persoonlijke connectie met het thema ‘verbonden generaties’, dat als een rode draad door BAM 2021 loopt. Mroivili: “Wanneer je je als zwarte maker in een situatie bevindt waarin je continu om oplossingen wordt gevraagd en je niet zeker weet of je ergens voor gevraagd bent door je kwaliteiten of je kleur, kan dat mentaal erg zwaar zijn en invloed hebben op je creativiteit. Het is dan fijn om veel mensen om je heen te hebben en vooral om advies te kunnen vragen aan mensen uit eerdere
generaties. Zo ben ik bijvoorbeeld heel dankbaar dat ik, aan het begin van ‘de Black-Lives-Matter-wave’, componist Neo Muyanga heb leren kennen. Ik merkte dat ik bang was voor wat er zou gebeuren wanneer deze golf van activisme over zou zijn en het was fijn om dit te kunnen bespreken met iemand die zo’n situatie al eerder heeft meegemaakt.”

“Ik zie om me heen dat de mensen die niet dit soort connecties of een hechte groep om zich heen hebben, het gewoon niet redden. Een hele lichting makers is hierdoor gestopt,” voegt Verwoert daaraan toe. “Community en verbondenheid met andere generaties zijn zo belangrijk, dus daar houd ik me nu dan ook veel mee bezig. Daarom vind ik het heel goed dat we tijdens BAM 2021 verschillende generaties programmeren. We vieren niet alleen de toekomst, maar ook het verleden, en dat is precies de plek waar ik nu wil staan.”