emma

Achter de schermen: de repetitiecoördinator

8 November 2021

Ze kent alle hoeken en gaten van Nationale Opera & Ballet en wanneer je samen met haar door het gebouw loopt, lijkt ze alleen maar bekenden tegen te komen. En dat kan ook bijna niet anders, want voor haar werk als repetitiecoördinator bij De Nationale Opera staat Emma Becker met bijna alle disciplines binnen het theater in contact; van operacast en -crew tot kostuumatelier en van toneelmeesters tot kap en grime.

Tekst: Rosalie Overing 

Als repetitiecoördinator is Emma vanaf de eerste repetitie tot de laatste voorstelling betrokken bij een productie en verantwoordelijk voor de dagelijkse planningen. Daarnaast is ze het aanspreekpunt voor de cast en de crew. Emma: “Wat je als repetitiecoördinator – of planner – allemaal doet op een dag, hangt heel erg af van waar je bent in het repetitieproces. Dit proces begint altijd met een studioperiode. Tijdens deze periode zorg je dat iedereen op het juiste moment bij de repetities in de studio aanwezig is en verwerk je aanvragen voor bijvoorbeeld muzikale coachingsessies, het passen van pruiken of het aanmeten van kostuums. Ondertussen ben je de hele dag bezig het schema voor de volgende dag rond te krijgen.” Na de studioperiode volgen de toneelrepetities: “Je merkt dat iedereen dan iets meer stress krijgt, maar het tegelijkertijd ook heel leuk vindt om eindelijk het toneel op te mogen. Je ziet dan ook meer en meer hoe het eindproduct eruit zal gaan zien, vooral als het orkest erbij komt.” Wanneer de voorstelling daadwerkelijk voor publiek wordt opgevoerd, geven Emma en haar collega’s het stokje door: “Op voorstellingsdagen blijven we nog steeds aanspreekpunt en controleren we of vooraf alles goed gaat, maar vanaf het moment dat het doek op gaat, zijn de voorstellingsleiders verantwoordelijk. Zij gaan over alles wat er op het toneel gebeurt.”

 

Trechter

Omdat je als repetitiecoördinator aanvragen krijgt van veel verschillende afdelingen, werkt Emma nauw samen met de verschillende disciplines die onderdeel zijn van het maakproces van een opera: “Wanneer er bijvoorbeeld een piano gestemd moet worden, overleg je met de eerste toneelmeester wanneer dit kan, want je wilt niet dat de stemsessie ineens samenvalt met een ombouw van het decor. Dan kan de pianostemmer niet goed stemmen en wordt iedereen gek van het gepingel.” Zelf omschrijft ze haar rol als het midden van een trechter. “Aan de bovenkant heb je alle collega’s van De Nationale Opera en hun verzoeken en aan de onderkant de cast en crew die direct met de productie te maken hebben. Alles gaat via ons, zodat er voor de cast en het team één aanspreekpunt is en zij dus niet door alle partijen los benaderd hoeven te worden.”

 

Opluchting

Hoewel roosters en schema’s een belangrijk onderdeel zijn van Emma’s werk, blijkt in de praktijk dat lang niet alles van tevoren gepland kan worden. Emma: “Mijn meest bizarre ervaring was een voorstelling van de opera Parsifal, waarbij de sopraan die een van de hoofdrollen zou zingen zich ’s ochtends ziekmeldde. Er werd een vervanger gevonden die uit Wenen moest komen. Men besloot de voorstelling van die avond een half uur later te laten aanvangen, omdat we niet zeker wisten of ze er op tijd zou zijn. Toen werd haar vlucht alsmaar verlaat en werd duidelijk dat ze er nooit op tijd zou kunnen zijn voor de eerste akte. Toevallig werd er op dat moment ook een Wagner uitgevoerd in het Concertgebouw, en heeft een van de dames uit die productie de eerste akte gezongen, terwijl de rol op het toneel werd ‘gelopen’ door de regieassistent. Zelf stapte ik op het moment dat het doek opging in een taxi naar Schiphol om de sopraan uit Wenen op te halen. Ik heb Marc Albrecht, de toenmalige chef-dirigent, nog nooit zo opgelucht gezien als toen hij mij in de pauze bij de orkestbak zag staan en wist dat het allemaal was gelukt. De zangeres die de eerste akte had gedaan, was toen namelijk alweer terug naar het Concertgebouw voor haar eigen voorstelling.”

Tijdens dergelijke stressvolle situaties kan het soms een uitdaging zijn om je hoofd koel te houden. Toch zijn zulke situaties volgens Emma eigenlijk ook een van de leukste dingen. “Je hebt dan het gevoel écht iets te kunnen bijdragen, en het is vooral erg spannend.”

Menselijke aanpak

 

Binnen de operawereld blijkt Emma’s functie echter niet vanzelfsprekend te zijn: “Je hoort van zangers van over de hele wereld dat mijn positie binnen andere operahuizen vaak niet bestaat. Hun roosters worden gemaakt door de afdeling artistieke zaken en daar moeten ze het mee doen. Daarom voelt het als een luxe wanneer ze bij ons gedurende het gehele proces één contactpersoon hebben. Je merkt dat zangers deze menselijke aanpak heel erg waarderen.” Door deze persoonlijke werkwijze bouwt Emma met cast- en teamleden een band op. “Zo heb ik een keer in een seizoen maar liefst drie keer samengewerkt met dezelfde zanger. Dan leer je elkaar wel echt kennen. Daarnaast komen zangers, dirigenten of regisseurs regelmatig voor nieuwe producties terug naar De Nationale Opera. Ted Huffman, met wie ik heb samengewerkt voor Trouble in Tahiti, regisseert dit seizoen bijvoorbeeld Denis & Katya bij ons. Ik zit niet op die productie, maar ga hem zeker wel even gedag zeggen wanneer hij hier is.” De wereld achter de schermen, die voor Emma aan de orde van de dag is, blijft voor veel operaliefhebbers onzichtbaar. Emma: “Omdat ik het elke dag doe, vergeet ik soms dat mijn werk best bijzonder is. Maar wanneer ik het er met andere mensen over heb en zie hoe enthousiast zij reageren, bedenk ik me weer: ‘Oh ja, het is allemaal eigenlijk best speciaal’.”